In oktober 1910 neemt de Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij Deventer – Ommen de spoorlijn Deventer – Raalte – Ommen in gebruik. De lijn kent nooit veel vervoer en wanneer het doortrekken van de verbinding naar Hoogeveen definitief wordt afgeblazen, wordt de lokaallijn, net geen 25 jaar na de start van de treindienst, alweer gesloten.

Voor de aanleg van de spoorlijn tussen Deventer en Ommen is in 1907 de Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij Deventer – Ommen opgericht. Datzelfde jaar krijgt de spoorwegmaatschappij de concessie voor de aanleg van de lokaallijn die Deventer met de NOLS-verbinding Zwolle – Stadskanaal verbindt. De nieuwe lijn sluit in Raalte aan op de staatslijn Zwolle – Almelo.

In oktober 1910 is het complete 37 kilometer lange traject in gebruik genomen. De exploitatie gaat net als bij de NOLS-lijnen naar de Staatsspoorwegen die hiermee over eigen lijnen een korte verbinding tussen Noordoost- en West-Nederland krijgen.

In Deventer loopt de spoorlijn zo’n twee kilometer evenwijdig aan Staatslijn A naar Zwolle. Het tracé bestaat hier uit twee enkelsporige verbindingen. In Deventer, Raalte en Ommen wordt gebruik gemaakt van de bestaande stations. In Diepenveen, Eikelhof, Wesepe en Lemelerveld zet de OLDO stationsgebouwen neer die enigszins zijn gebaseerd op de bestaande gebouwen van de NOLS.

Tijdens de economische crisis begin jaren 1930 nemen de inkomsten van de spoorlijn snel af. De inmiddels samenwerkende spoorwegmaatschappijen willen deze periode alleen nog de hoofdlijnen en belangrijkste lokaalspoorwegen behouden. Een aantal lijnen blijft alleen in gebruik voor het goederenvervoer. Omdat de spoorlijn Deventer – Ommen zowel voor het reizigers- als het goederenvervoer niet van belang wordt geacht en er over de weg, het water en de overige spoorlijnen voldoende alternatieven zijn, wordt de verbinding met het ingaan van de zomerdienst van 1935 opgeheven. De spoorlijn is al binnen enkele jaren geheel opgebroken.

Dienstregeling

In eerste instantie rijden tussen Deventer en Ommen dagelijks vijf tot zes reizigerstreinen per dag per richting. Een reis van gemiddeld één uur en bijna twintig minuten. Ook het goederenvervoer komt in de beginperiode goed op gang. Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog is de treindienst beperkt tot twee treinen per dag. Aan het eind van de oorlog rijden drie treinen per dag. Wegens kolenschaarste wordt op zondagen echter helemaal niet meer gereden.

Vanaf de zomer van 1919 gaat ook op zondag weer een trein rijden. In 1921 rijden weer vier reizigerstreinen per uur per richting. Op zondagen zijn dat er drie. Het goederenvervoer op de verbinding stelt dan al niet veel meer voor. In mei 1935 is de treindienst na 25 jaar beëindigd en gaat een vervangende busdienst tussen Deventer en Raalte van start.

De spoorlijn Deventer – Ommen sluit nog geen 25 jaar na de opening. De rails en ander spoorwegmeubilair verdwijnt al snel. Door ruilverkaveling, uitbreiding van woonkernen en de aanleg van wegen is de lokaallijn amper terug te vinden in het landschap. Herkenbare korte stukken spoordijk, enkele stationsgebouwen en verschillende monumenten houden vooral tussen Deventer en Raalte de herinnering aan de enige spoorlijn van de OLDO echter levend.

Klik hier voor een impressie van de restanten van de spoorlijn Deventer – Ommen.

Nog voor de opening van de spoorlijn Deventer – Ommen ontstaan plannen voor het doortrekken van de verbinding naar Dedemsvaart en Hoogeveen. In Hoogeveen sluit de geplande spoorlijn aan op de Staatslijn naar Groningen. Hiermee wordt de verbinding van de SS tussen Groningen en Zuid-Nederland verkort en hoeft het doorgaande vervoer van de lijn Deventer – Ommen niet langer van de trage lokaallijn via Stadskanaal naar Delfzijl en Groningen gebruik te maken. De nieuwe verbinding wordt vooral voor het goederenvervoer van belang geacht. In 1910 wordt de concessie voor de aanleg van de verbinding verleend. Zes jaar later is voor de aanleg van de spoorlijn de Overijsselsch-Drentsche Lokaalspoorweg-Maatschappij Ommen – Hoogeveen opgericht. De ODLOH krijgt dezelfde directeur als de OLDO. Materieelschaarste tijdens de Eerste Wereldoorlog zorgt ervoor dat de lijn vooralsnog niet wordt aangelegd. Wanneer de spoorwegmaatschappij in de loop van de jaren 1920 niet genoeg geld bijeen krijgt, wordt de concessie in januari 1930 ingetrokken.