In de periode 1895-1910 legt de Bentheimer Kreisbahn vanuit Bad Bentheim via Nordhorn een spoorlijn naar Coevorden aan. Aan de andere zijde van Bad Bentheim is de verbinding in 1908 doorgetrokken naar Gronau. De spoorlijn slingert over een lengte van bijna 75 kilometer langs de Nederlandse oostgrens. De laatste anderhalve kilometer ligt in Nederland. Het traject tussen Bad Bentheim en Neuenhaus is in 1896 gereed. Het resterende baanvak naar Coevorden volgt in 1910. In Coevorden sluit de lijn aan op de spoorlijn Zwolle – Stadskanaal. In september dat jaar gaat het reizigersvervoer tussen Nederland en Duitsland van start. In januari 1911 volgt het goederenvervoer.
In 1923 verandert de naam van de spoorwegmaatschappij in Bentheimer Eisenbahn AG. De gelijknamige spoorlijn blijft de enige verbinding die de BE aanlegt. De spoorwegmaatschappij verzorgt echter wel het vervoer op andere baanvakken, waaronder de spoorlijn Enschede – Ahaus.
In september 1939 staakt de BE het reizigersvervoer tussen Laarwald en Coevorden. Het goederenvervoer volgt aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. In januari 1951 hervat de BE het goederenvervoer tussen Coevorden en Duitsland. Het reizigersvervoer naar Nederland wordt niet hervat. In de loop van de jaren ’60 en ’70 staakt de BE ook het resterende reizigersvervoer.
Begin jaren ’70 krijgt de Bentheimer Eisenbahn het westelijke deel van het stationsemplacement van Coevorden in beheer. Voor de bediening komt er een permanente rangeerlocomotief van de BE. Omdat NS het emplacement wil opbreken, koopt de BE in 1984 het complex. De spoorwegmaatschappij heeft tevens plannen de in 2015 geheel gerestaureerde goederenloods uit 1910 te vervangen door een groter exemplaar. Eind jaren ’80 laat de BE echter op het bedrijventerrein De Heege een overslagterminal aanleggen. Zo hoeven treinen uit Duitsland niet langer gebruik te maken van het oude emplacement. Intussen is het grootste deel van het traject tussen Bad Bentheim en Gronau begin jaren ’80 gesloten en opgebroken.
Het terminal en het emplacement op De Heege zijn rond 2007 zodanig uitgebreid dat een deel van het complex in Duitsland ligt. Diezelfde periode verlaat de BE dan ook het emplacement bij het station van Coevorden. De overbodige sporen zijn enkele jaren later opgebroken. Enkele sporen blijven nodig om de treinen die van en naar Nederland rijden te laten keren. In 2013 is besloten om voor deze treinen vanuit zuidelijke richting een verbindingsboog aan te leggen. De aanleg van de anderhalve kilometer lange Euroboog start eind 2015 en is begin mei 2017 gereed. Terwijl het wachtspoor parallel aan de spoorlijn Zwolle – Emmen in beheer is van ProRail, zijn de brug en de rest van de nieuwe verbindingsboog in beheer van de Bentheimer Eisenbahn.
De Bentheimer Eisenbahn is nog altijd verantwoordelijk voor het vervoer op de gelijknamige spoorlijn. Bovendien verzorgt de BE na de eeuwwisseling een aantal het vervoer van en naar de verbinding. Zo heeft de BE enige tijd voormalige NS-loc 1835 voor het vervoer tussen de Rotterdamse haven en Coevorden in gebruik.
Begin 2015 is besloten het reizigersvervoer tussen Bad Bentheim, Nordhorn en Neuenhaus te hervatten. Hiervoor is een aantal overwegen aangepast en is de baanvaksnelheid verhoogd van 50 naar 80 en waar mogelijk 100 km/u. Ook is een aantal nieuwe haltes ingericht en zijn de stations Nordhorn en Neuenhaus weer geschikt gemaakt voor het reizigersvervoer. In juli 2019 gaat de reizigersdienst onder de naam Regiopa Express daadwerkelijk van start. Intussen ontstaan plannen om ook reizigerstreinen over de rest van het traject naar Coevorden te laten rijden. In 2025 moeten de resterende dertig kilometer van het traject hiervoor geschikt zijn.