Als onderdeel van de geplande internationale verbinding tussen Parijs en Noord-Europa is in 1861 de spoorlijn Liège – Maastricht van de S.A. de chemin de fer de Liège a Maestricht et ses extensions, kortweg LM, in gebruik genomen. Hoewel de eerste ambities van de lijn nooit zijn waargemaakt, blijft de dertig kilometer lange verbinding een belangrijke schakel in het internationale spoorwegvervoer. De eerste volledig dubbelsporige spoorlijn van Nederland is sinds 1985 elektrisch berijdbaar. Enkele jaren later verdwijnen laatste doorgaande internationale sneltreinen.

Als onderdeel van een internationaal plan van Franse bankiers voor een verbinding tussen Parijs en Noord-Europa en voor de ontsluiting van de Luikse industrie is in 1860 de S.A. de chemin de fer de Liège a Maestricht et ses extensions, kortweg LM, opgericht. Na eerdere plannen voor een spoorlijn ten westen van de Maas legt de spoorwegmaatschappij ten oosten van de rivier de dertig kilometer lange spoorlijn tussen Liège en Maastricht aan. De verbinding is in november 1861 in gebruik genomen. In Liège maakt de LM gebruik van het kopstation Liège Longdoz. Terwijl het in de rest van Nederland dan nog gebruikelijk is dat elke spoorwegmaatschappij een eigen station heeft, maakt de LM in Maastricht gebruik van het station van de AM. De verbinding is de eerste geheel dubbelsporige spoorlijn in Nederland. Hoewel op het Nederlandse spoorwegnet rechts wordt gereden, krijgt de LM voor het Nederlandse deel van de spoorlijn Liège – Maastricht ontheffing om, net als in België, links te rijden.

Na een conflict met de GCB die inmiddels de lijnen van de AM heeft overgenomen, verhuist reizigersdienst van en naar Liège in 1870 in Maastricht naar het station van de Staatsspoorwegen. De laatste decennia van de negentiende eeuw neemt de Belgische overheid geleidelijk alle spoorwegmaatschappijen over. In 1898 neemt de staat ook de LM over. Het Nederlandse deel van het traject gaat naar de Staatsspoorwegen. De SS laten de beveiliging van het Nederlandse deel van het traject aanpassen zodat de treinen voortaan rechts moeten rijden. De opdeling van het traject betekent tevens dat de treinen voortaan in Visé van locomotief wisselen. Later vinden de meeste locomotiefwissels in Maastricht plaats.

In september 1944, nog voor de grote spoorwegstaking in de bezette delen van het land, is de spoorlijn tussen Maastricht en Liège de eerste spoorlijn die in het bevrijde deel van Nederland weer in gebruik wordt genomen.

Vooral het Belgische deel van de spoorlijn kent een groot aantal stations en stopplaatsen. Vanaf 1956 worden de tussenstops tussen Bressoux en Visé met een busdienst bediend.

In 1985 is de voormalige LM-lijn geëlektrificeerd. De overgang van de Nederlandse spanning van 1.500 Volt naar het Belgische systeem van 3.000 Volt ligt bij Gronsveld, even ten zuiden van Maastricht. Reden voor deze lokatie is de opening van de nieuwe voorstadshalte Maastricht Randwyck. De halte is zo ook voor Nederlands materieel bereikbaar. Belgisch materieel kan zonder aanpassingen onder 1.500 Volt rijden en zo dus het Maastrichtse hoofdstation bereiken. Na de elektrificatie rijden de treinen weer over het complete traject links.

De komst van de trein zorgt al snel voor verschillende plannen om de grote steden in Europa met elkaar te verbinden. Franse bankiers plannen dwars door Limburg een snelle verbinding van Parijs naar Hamburg. Internationale ontwikkelingen zorgen ervoor dat de gewenste verbinding via Maastricht en Venlo uiteindelijk in de verschillende landen in korte etappes door diverse spoorwegmaatschappijen is aangelegd. Wanneer de gehele route in de jaren ’70 van de negentiende eeuw gereed is, wordt alsnog besloten niet via Nederland te rijden.

Dienstregeling

Een jaar na de opening gaat via Liège en Maastricht een doorgaande treindienst tussen Parijs en Berlijn van start. Ook rijden diverse reizigerstreinen tussen Maastricht en België via de verbinding. Daarnaast loopt het goederenvervoer tussen Nederland en de Ardennen, Luxemburg, Zwitserland en het oosten van Frankrijk grotendeels via de lijn van de LM. Ondanks dat de verbinding van de LM uiteindelijk geen onderdeel wordt van de internationale hoofdlijn tussen Parijs en Hamburg en ook de treinen tussen Parijs en Berlijn al snel via een andere route rijden, blijven lange tijd diverse doorgaande internationale treinen over het traject rijden. Vanuit Amsterdam rijden via Maastricht treinen naar Liège, Luxemburg en Bazel. Tussen beide wereldoorlogen rijden ook doorgaande treinen tussen Amsterdam, Liège en Spa. Daarnaast rijden eind jaren 1930 enkele treinen tussen Maastricht en Parijs.

Ook na de Tweede Wereldoorlog rijden nog diverse doorgaande internationale sneltreinen via de voormalige LM-lijn. Zo rijdt tot 1988 dagelijks een trein via Luxemburg naar Bazel en verschillende Italiaanse steden via de verbinding. Een andere bekende trein is de Zon Expres die van 1953 tot 1988 wekelijks tussen Amsterdam en de Côte d’Azur rijdt. Tussen Maastricht en Liège rijdt vanaf oktober 1954 een regelmatige stoptreindienst met Plan X-treinstellen. De treinen rijden elke twee uur. Tijdens de spits rijden de treinen een uurdienst en rijden extra treinen tussen Maastricht en Eijsden. Vanaf 1975 rijden de treinen een volledige uurdienst.

Na de elektrificatie van het baanvak laat de NMBS intercitytreinen vanuit Knokke via Gent, Brussel, Leuven en Liège naar Maastricht rijden. De doorgaande intercitydienst is in 1998 vervangen door een pendeldienst tussen Maastricht en Liège. Ondertussen neemt ook het aantal doorgaande internationale reizigerstreinen af. De doorgaande trein van Amsterdam naar Bazel start vanaf 1991 in Maastricht en is drie jaar later opgeheven. De laatste doorgaande trein is de zaterdagse intercity van Zandvoort, Amsterdam en Maastricht naar Luxemburg. De trein rijdt jarenlang alleen in de zomermaanden. In 2002 verdwijnt deze enige echte Beneluxtrein uit het Spoorboekje. Hierna rijden alleen nog een aantal jaren auto-slaaptreinen en bedevaarttreinen als doorgaande treinen via de voormalige LM-lijn.

In december 2006 trekt de NMBS de intercitydienst tussen Brussel en Liège voor een proefperiode van twee jaar op doordeweekse dagen door naar Maastricht. NS sluit hiervoor het station van Eijsden aangezien het perron hier te kort is voor de lange getrokken treinen. In de avonduren en weekenden rijden pendeltreinen tussen Maastricht en Liège. Na de proefperiode besluiten NMBS en NS de intercitydienst op dezelfde wijze te blijven exploiteren. In december 2011 kort de NMBS de intercitydienst echter in tot Visé en keert tussen Maastricht en Liège de stoptreindienst terug. Hierbij is het station van Eijsden weer in gebruik genomen.

Ondanks dat de spoorlijn in Nederland bij het hoofdrailnet hoort, verzorgen treinstellen van Arriva vanaf 30 juni 2024 de treindienst tussen Liège en Maastricht. De treindienst op het baanvak wordt uitgevoerd door personeel van NMBS. Na Maastricht rijden de treinen als Drielandentrein door naar Heerlen en Aachen Hbf.

Met de overname van de concessie van de Limburgse stoptreindiensten eind 2016, wil Arriva ook met een zogenaamde Drielandentrein tussen Aachen, Heerlen, Maastricht en Liège gaan rijden. Terwijl de treindienst tussen Aachen en Maastricht in januari 2019 van start gaat, blijft de NMBS de treindienst naar Liège tot nader order zelf uitvoeren. Belangrijkste reden is dat de treinstellen van Arriva geen ERTMS hebben en dit voor de toelating op het Belgische spoor een vereiste is. Op 30 juni 2024 start uiteindelijk de rechtstreekse treindienst tussen Liège, Maastricht, Heerlen en Aachen. Omdat het baanvak tussen Maastricht en de Belgische grens tot het hoofdrailnet behoort, wordt de treindienst tussen Maastricht en Liège uitgevoerd door personeel van NS en NMBS. Het resterende deel van het traject naar Aachen rijdt personeel van Arriva de trein.

Materieelinzet

Tot 1954 worden alle treinen op de voormalige LM-lijn met stoomtractie gereden. In oktober dat jaar nemen Belgische diesellocomotieven de doorgaande internationale reizigerstreinen en goederentreinen over. De locomotiefwissels vinden doorgaans in Maastricht plaats. De nieuwe pendeldienst tussen Maastricht en Luik die datzelfde jaar van start gaat, wordt het nieuwe Plan X-materieel van NS gereden. Na de elektrificatie wordt de treindienst overgenomen door Belgische treinstellen. Hierbij zijn voornamelijk afwisselend klassieke motorstellen en MS80-83 treinstellen te zien. De intercitytreinen die tussen december 2006 en december 2011 tussen Maastricht en Brussel rijden, bestaan uit Belgische locomotieven en rijtuigen.

Met de komst van de Drielandentrein tussen Liège, Maastricht en Aachen wordt het Belgische materieel op 30 juni 2024 vervangen door de multicourante treinstellen van het type FLIRT 3 van Arriva.

Op de foto boven dit artikel rijdt NMBS-treinstel 398 op 10 september 2015 als stoptrein van Maastricht naar Hasselt Maastricht Randwyck binnen.