In de jaren ’30 van de negentiende eeuw ontstaan de eerste plannen om op één van de drukste handelsroutes tussen Nederland en België een spoorlijn aan te leggen. Het duurt echter nog tot 1852 voordat in Brussel de Société Anonyme des Chemins de Fer d’Anvers à Rotterdam wordt opgericht. De AR neem het baanvak van Antwerpen via Roosendaal naar Zevenbergen tussen juni en december 1854 in etappes in gebruik. In november dat jaar start de spoorwegmaatschappij met de bootdienst van Moerdijk via Dordrecht naar Rotterdam. Tussen Oudenbosch en Moerdijk rijdt een aansluitende omnibusdienst. In mei 1855 is ook het baanvak tussen Zevenbergen en Moerdijk gereed en vervalt de omnibusdienst. Tegelijkertijd legt de AR een aansluitende spoorlijn tussen Roosendaal en Breda aan. In 1864 gaan de spoorlijnen en de bootdienst van de AR op in het netwerk van de Grand Central Belge.

Als onderdeel van de eerste aanleg van spoorlijnen door de Nederlandse Staat nemen de Staatsspoorwegen in juli 1866 de spoorlijn Breda – Moerdijk in gebruik. Tegelijkertijd start de SS een eigen veerdienst Moerdijk SS – Dordrecht – Rotterdam. Drie jaar later start bij Moerdijk de bouw van een brug over het 2,5 kilometer brede Hollandsch Diep. Aan beide zijden van het water zijn dammen aangelegd waardoor de enkelsporige brug 1,5 kilometer lang wordt. Op 1 januari 1872 wordt de dan langste brug van Europa in gebruik genomen. Tegelijkertijd staken de Staatsspoorwegen het reizigersvervoer per boot tussen Moerdijk en Rotterdam.

In 1876 legt de Nederlandse overheid een verbindingsbaan tussen de Moerdijkbrug en de de spoorlijn uit Antwerpen aan. Vier jaar later gaan de lijnen van de GCB over naar de landelijke overheden. De Staatsspoorwegen nemen de treindienst op het Nederlandse deel van het traject over. Tegelijkertijd wordt de spoorlijn tussen Zevenbergen en Moerdijk gesloten. De bootdienst tussen Moerdijk en Rotterdam is al een jaar eerder opgeheven. De gehele verbinding van Antwerpen tot Lage Zwaluwe is in de jaren 1880 en 1881 dubbelsporig gemaakt.

De spoorlijn tussen Lage Zwaluwe en Roosendaal wordt in 1950 tegelijkertijd met de aansluitende spoorlijn Dordrecht – Breda – Boxtel geëlektrificeerd. Beide baanvakken krijgen opvallende betonnen bovenleidingsportalen die hierna alleen nog tussen Eindhoven en Helmond zijn toegepast. Omdat de Zeeuwse Lijn nog niet elektrisch berijdbaar is, vervallen de rechtstreekse treinen tussen Rotterdam en Zeeland. Wanneer de elektrificatie in juni 1957 gereed is, keren de doorgaande treinen terug. Tegelijkertijd is ook het baanvak tussen Roosendaal en Antwerpen elektrisch berijdbaar. Even ten zuiden van Roosendaal staat een spannigssluis waar de Nederlandse bovenleidingsspanning van 1500 V overgaat in de Belgische spanning van 3000 V. Het baanvak is de eerste geëlektrificeerde grensovergang in Europa. Vanaf 2 juni 1957 brengen Belgische locomotieven al de eerste getrokken treinen naar Roosendaal. Tussen de spanningssluis en het Nederlandse grensstation rijden de locomotieven die gemaakt zijn voor 3000 V uiteraard niet op volle kracht. Intussen ontwikkelen NS en NMBS voor een frequente en efficiënte doorgaande treindienst tussen Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Brussel op basis van het Materieel ’54 het Beneluxmaterieel. De treinstellen zijn voorzien van faciliteiten voor het douanepersoneel zodat de grenscontrole voortaan in de rijdende trein plaats kan vinden in plaats van op de stations van Roosendaal en Essen. De zogenaamde Beneluxdienst gaat op 29 september 1957 van start.

In navolging op de succesvolle Beneluxtreinen ontstaan begin jaren ’70 al plannen voor een snelle verbinding met Frankrijk. In 1988 presenteert NS het plan voor een hogesnelheidslijn van Amsterdam, via Rotterdam naar België en verder naar Frankrijk. Nog voordat wordt begonnen met de aanleg van de lijn, gaat in 1996 de zogenaamde Thalys-formule van start. De treinen vervangen nagenoeg alle reguliere treinen tussen Amsterdam en Parijs en stoppen niet langer in Roosendaal. Eind 2009 is de HSL-Zuid gereed en rijdt de Thalys over de nieuwe verbinding. Drie jaar later vervangt NS de oude Beneluxdienst door de nieuwe Fyra die via de hogesnelheidslijn tussen Amsterdam en Brussel rijdt. Roosendaal is hierna alleen nog via een stoptreinverbinding met België verbonden. Door problemen met het nieuwe Fyra-materieel keert de Beneluxdienst, in eerste instantie in beperkte vorm, in februari 2013 weer terug op de oude verbinding van de AR.

Dienstregeling

De eerste jaren rijden dagelijks enkele treinen tussen Antwerpen, Roosendaal en Moerdijk. Alle treinen kennen een aansluitende bootverbinding naar Rotterdam. Na de opening van de spoorlijnen Zevenbergen – Lage Zwaluwe en Tilburg – ‘s-Hertogenbosch gaan zowel via Rotterdam als via Utrecht diverse doorgaande sneltreinen tussen Frankrijk, België en Amsterdam rijden. Op de binnenlandse trajecten rijden diverse lokaaltreinen. In België rijden de lokaaltreinen tot Essen. Vanaf de jaren ’20 werken de laatste Nederlandse spoorwegmaatschappijen intensief samen en rijden de doorgaande internationale treinen allemaal via de Oude Lijn. Ook gaan rechtstreekse treinen tussen Amsterdam en Vlissingen van de verbinding gebruik maken.

Vanaf mei 1949 laat NS zogenaamde exprestreinen tussen Rotterdam DP en Vlissingen rijden. Wanneer de verbinding Roosendaal – Rotterdam een jaar later is geëlektrificeerd, rijden de treinen tot Roosendaal. In juni 1957 is ook de Zeeuwse Lijn elektrisch berijdbaar en keert de rechtstreekse verbinding tussen Amsterdam en Vlissingen terug als een starre uurdienst. In de spits rijden tussen Rotterdam en Vlissingen enkele extra sneltreinen. In september dat jaar start ook de Beneluxdienst. Eenmaal per uur rijdt een doorgaande trein tussen Amsterdam en Antwerpen. Elke twee uur rijdt een trein door naar Brussel Zuid. Datzelfde jaar start ook de Trans Europ Express. Naast de andere doorgaande internationale treinen rijden via de AR-lijn TEE-treinen Étoile du Nord en Île de France naar Parijs en TEE Edelweiss van Amsterdam via Brussel en Luxemburg naar Zürich. Het aantal doorgaande Beneluxtreinen naar Brussel neemt in de loop der jaren langzaam toe. Vanaf 1974 rijden alle Beneluxtreinen tussen Amsterdam en de Belgische hoofdstad. Naast de Beneluxdienst laat de NMBS elk uur een sneltrein tussen Oostende, Gent, Antwerpen en Roosendaal rijden. In eerste instantie stopt alleen de Beneluxdienst in Essen. Later neemt de IC Oostende – Roosendaal deze stop over en kan de Beneluxdienst worden versneld. Enkele jaren later is de sneltreindienst ingekort tot Essen. Ter compensatie rijden de stoptreinen voortaan door naar Roosendaal.

Op de foto boven dit artikel: Ondanks eerdere plannen rijdt de Beneluxdienst in 2016 nog altijd over de oude AR-verbinding op 27 augustus 2016 snelt NMBS-loc 2815 met enkele Intercityrijtuigen onderweg van Amsterdam naar Brussel door Oudenbosch.