Vooruitlopend op de aanleg van de staatslijn van Breda via Venlo naar Maastricht laten de Staatsspoorwegen al verschillende stationsgebouwen neerzetten. Zo is het stationsgebouw van Sittard in 1862, enkele jaren voor de opening van het baanvak Maastricht – Venlo, gereed. De stad krijgt, net als Roermond, als enige plaatsen in Limburg een eenvoudig standaardstation van het type vierde klasse. De stationsgebouwen die voornamelijk in de grotere dorpen langs verschillende staatslijnen zijn neergezet, zijn rechthoekig en voorzien van een enigszins verhoogd middendeel met puntgevel aan zowel straat- als perronzijde.
In 1885 is het stationsgebouw uitgebreid met twee lage zijvleugels. Voor het oorspronkelijke stationsgebouw komt een lage voorbouw. In 1903 is het stationsgebouw aanzienlijk verbouwd. Bij het oorspronkelijke gebouw wordt het dak verhoogd zodat op de zolders kamers gemaakt kunnen worden. Voor de rechter zijvleugel komt een nieuwe vleugel die twee keer zo lang is. De nieuwe vleugel krijgt een plat dak.
Na de eeuwwisseling groeit het belang van het station niet alleen voor het reizigersvervoer, maar door de opkomende mijnbouw vooral voor het goederenvervoer. Begin jaren ’20 is het emplacement aanzienlijk vergroot en krijgt Sittard een compleet nieuw stationsgebouw. Het nieuwe gebouw is in 1923 gereed. De opzet is als een traditioneel stationsgebouw met een hoog middendeel en twee lage vleugels. Het gebouw heeft echter als eerste stationsgebouw in Nederland alleen maar platte daken en hierdoor een moderne uitstraling. Het middendeel is symmetrisch uitgevoerd. De rechter zijvleugel bevat de bagageruimte en is hierdoor langer dan het linker deel. Het gebouw is uitgevoerd in donkere baksteen en heeft vrijwel alleen maar relatief kleine vensters en hierdoor nogal een massieve uitstraling. Op het nieuwe eilandperron, dat met 700 meter nog altijd het langste van Nederland is, komen drie bijpassende perrongebouwen. In de gebouwen komen onder andere een stationsrestauratie en wachtkamers. Het noordelijke gebouw steekt boven de perronkap uit en bevat een seinhuis.
In 1993 krijgt Sittard even ten zuiden van het gebouw uit 1923 opnieuw een nieuw stationsgebouw. Het nieuwe gebouw wordt, net als bij het Amstelstation ruim 50 jaar eerder, loodrecht op de spoorbaan geplaatst. Door de plaatsing van het gebouw ontstaan twee stationspleinen met verschillende functies. Deze zijn zichtbaar door de grotendeels glazen wanden. Het gebouw eindigt in een vrijwel geheel gesloten lichtblauw bouwblok. Boven de stationshal komt een golvend stalen dak. Na de opening van het nieuwe gebouw is het oude stationsgebouw gesloopt om plaats te maken voor een kantoorpand. Drie jaar na de opening van het nieuwe stationsgebouw is de tunnel die de hal met het eilandperron en de achterzijde van het station vernieuwd. De gebouwen en de kap van het eilandperron uit 1923 blijven ondanks alle vernieuwingen grotendeels behouden.
Op de foto boven dit artikel het stationsgebouw van Sittard op 17 juni 2023.