De Koninklijke Nederlandsche Locaalspoorweg-Maatschappij laat voor de stationsgebouwen langs de vijf lokaallijnen die de spoorwegmaatschappij in de tweede helft van de jaren ’80 van de negentiende eeuw aanlegt, drie standaardontwerpen maken. Net als bij de meeste andere spoorwegmaatschappijen zijn de gebouwen verdeeld in verschillende klassen, al naar gelang de grootte van de plaats en het belang van het station. Epe, Hattem, Heerde, (Laag) Soeren, Twello en Rijssen krijgen stationsgebouwen van het type eerste klasse. Het grootste gebouwtype van de KNLS bestaat uit een hoog middendeel en twee korte vleugels van anderhalve verdieping hoog. Opvallend is dat zowel de voor- als achtergevels identiek zijn.
De zijvleugels van het stationsgebouw in Rijssen zijn in 1912 verhoogd waardoor ze even hoog zijn als het middendeel. De linkervleugel is hierbij verlegd en voorzien van een kleine aanbouw ten behoeve van een bestelgoederenruimte en uitbreiding van de wachtkamer. Terwijl de overige stationsgebouwen van het type eerste klasse van de KNLS in de daaropvolgende decennia zijn gesloopt, is het gebouw in Rijssen aan de spoorlijn Deventer – Almelo bewaard gebleven. Het gebouw kent zelfs nog tot 2003 een loket.
Op de foto boven dit artikel het vooraanzicht van de straatzijde van het stationsgebouw van Rijssen op 15 augustus 2021.