In december 1883 nemen de Staatsspoorwegen het baanvak Geldermalsen – Gorinchem van de Betuwelijn in gebruik. In tegenstelling tot de eerder aangelegde staatslijnen, komen langs de spoorlijn vrijwel alleen maar unieke stationsgebouwen. Hierbij is regelmatig gebruik gemaakt van terugkerende standaardelementen. Het stationsgebouw van Leerdam is één van de weinige symmetrische stationsgebouwen uit de derde periode van de staatsaanleg. Het gebouw kent een hoog middendeel met aan de straatzijde een puntgevel. Daarnaast heeft het gebouw twee korte lage zijvleugels. In de bakstenen muren zijn verschillende patronen aangebracht en de nok van het middendeel krijgt rijkversierd houtsnijwerk.
Halverwege de jaren ’80 heeft NS plannen om het stationsgebouw te vervangen door nieuwbouw. Om de sloop van het gebouw te voorkomen, neemt de gemeente het over van NS. Op het nieuwe stationsplein ten westen van het oude stationsgebouw zet NS een parapluluifel neer, gevormd door drie halfronde lichtstraten op houten liggers. De luifel accentueert de nieuwe route tussen station en binnenstad. Naast en gedeeltelijk onder de luifel komt een eenvoudig rechthoekig gebouw met loketten, fietsenstalling en wachtruimte. Onder de parapluluifel bestaan de wanden grotendeels uit glas, de rest van het gebouw is vrijwel gesloten. Hiermee ontstaat een soortgelijke situatie als enkele jaren eerder in het, aan dezelfde lijn gelegen, Sliedrecht waar ook twee stationsgebouwen naast elkaar staan.
In 2007 is het glazen deel van de nieuwbouw gesloopt en maken de halfronde kunststof lichtstraten plaats voor glazen puntdaken. Het oude stationsgebouw is intussen al jarenlang in gebruik als restaurant.
Op de foto boven dit artikel het oude stationsgebouw van Leerdam op 25 oktober 2014.