In 1914 nemen de Nedelandse Spoorwegen de acht kilometer lange vebinding tussen Schin op Geul en Heerlen in gebruik. De spoorlijn zorgt voor een korte verbinding tussen Maastricht en Heerlen. In maart 1915 gaan naast goederentreinen ook reizigerstreinen op de verbinding rijden. Aan de spoorlijn komen twee stations. Zowel Voerendaal als Klimmen-Ransdaal krijgen een stationsgebouw in de vorm van een chalet-achtige villa. Het hoge stationsgebouw van Klimmen-Ransdaal heeft aan de straatzijde twee puntgevels en aan de spoorzijde één. De linker topgevel is breder dan de rechter en heeft een puntdak. De rechter topgevel is wat lager en heeft een wolfsdak. De benedenverdieping van het middendeel van de perronzijde heeft een uitbouw met daar bovenop een balkon. Aan de rechterzijde van het stationsgebouw komt een korte lage vleugel met wachtruimte voor mijnwerkers. Alleen aan de benedenverdieping is het metselwerk te zien. De eerste verdieping is witgepleisterd en de puntgevels zijn, als verwijzing naar de Limburgse bouwtradities, uitgevoerd in vakwerk. Opvallend zijn de drie hoge schoorstenen.

Het stationsgebouw is sinds 1998 een Rijksmonument. Na het verdwijnen van de laatste stationsvoorzieningen krijgt het gebouw een horecabestemming.

Station Klimmen-Ransdaal Kmr
Opening: 1 maart 1915
Spoorlijn(en): Heerlen – Schin op Geul km 6,0
Links: Sporenplan
NS Stationsinfo

Op de foto boven dit artikel de perronzijde van station Klimmen-Ransdaal op 20 januari 2024.