Net als andere Nederlandse grenssteden is ook Nijmegen eerder op het spoorwegnet van één van de buurlanden aangesloten dan op het Nederlandse net. Wanneer de stad zelfs bij de eerste aanleg van spoorwegen door de Staat geen aansluiting op het Nederlandse net krijgt, wordt in 1863 de Nijmeegse Spoorwegmaatschappij opgericht. De spoorwegmaatschappij neemt in 1865 een 27 kilometer lange spoorlijn naar Kleve in gebruik. In Kleve is een aansluiting op het Duitse spoorwegnet. In 1879 krijgt Nijmegen een aansluiting op het Nederlandse spoorwegnet en groeit de lijn naar Kleve uit tot een belangrijke internationale verbinding. Begin twintigste eeuw zijn verschillende emplacementen uitgebreid en is de complete spoorlijn verdubbeld. Na de Tweede Wereldoorlog neemt het belang van de lijn snel af. Het tweede spoor verdwijnt in 1961. Dertig jaar later rijden de laatste treinen over de verbinding.
Na de sluiting van de spoorlijn in 1991 blijven de rails liggen. Al snel zijn er plannen om de spoorlijn, al dan niet als tramlijn, te reactiveren. Ondertussen is het baanvak tussen Nijmegen en Nijmegen Heyendaal opgebroken en in gebruik als busbaan. Ook in Kleve zijn de laatste meters spoor voor het station opgebroken om plaats te maken voor een parkeerplaats. De spoorlijn tussen Groesbeek, Kranenburg en Kleve kan sinds 2008 met een fietslorrie bereden worden. Tussen Kranenburg, Groesbeek en Malden ligt bovendien sinds 2015 een betonnen fietspad op de plek van het tweede spoor. Buiten een enkel andreaskruis zijn er in Nederland weinig spoorse herkenningspunten bewaard gebleven. In Duitsland staan nog diverse hectometerpalen en enkele seinen. Het emplacement van Kranenburg is met de komst van de railfietsen gedeeltelijk opgeschoond en opgeknapt.
De foto’s op deze pagina zijn gemaakt op 26 september 2015, tenzij anders vermeld.
NIJMEGEN – GROESBEEK
Tussen Nijmegen en Malden ligt de lijn naar Kleve parallel aan de later aangelegde Maaslijn. Beide verbindingen zijn aan het begin van de twintigste eeuw dubbelsporig gemaakt en liggen grotendeels in een breed ravijn. Ten oosten van de lijnen komt diezelfde periode een uitgebreid goederenemplacement. Later komt ook ten westen van de lijnen een groot emplacement. Beide emplacementen liggen tussen het Nijmeegse hoofdstation en het viaduct van de Sint Annastraat. In de jaren ’80 is het oostelijke emplacement grotendeels opgebroken. Een groot deel van het terrein is nog altijd onbebouwd. Het westelijke emplacement is later omgebouwd tot opstelterrein. In 2006 zijn de rails van de lijn naar Kleve tussen Nijmegen en Nijmegen Heyendaal opgebroken om plaats te maken voor de zogenaamde Campusbaan. De busbaan verlaat het spoorwegtracé even voor station Nijmegen Heyendaal.
Ten zuiden van het station zijn de rails van de lijn naar Kleve weer terug te vinden. De spoorlijn ligt vanaf hier nog enkele kilometers parallel aan de Maaslijn en is van de openbare weg gescheiden door de bekende groene hekwerken van ProRail. Langs het hekwerk is echter grotendeels een onverhard pad aanwezig. Langs de spoorlijn staan nog enkele gedoofde seinen, relaiskasten en borden.
Enkele kilometers ten zuiden van Nijmegen buigt de Maaslijn geleidelijk af richting Molenhoek. De lijn naar Duitsland klimt hier juist omhoog richting Groesbeek. Hoewel de rails nog aanwezig is, is het resterende deel van de lijn naar Groesbeek op veel plekken door de begroeiïng nog amper zichtbaar. Zodra de lijn is afgesplitst van de Maaslijn wordt deze niet langer afgeschermd door hekken van ProRail en is het tracé grotendeels via een onverhard pad te volgen. Het pad leidt onder andere door een sprinkhaanreservaat.
Vanaf de voormalige overweg in de Biesseltsebaan is de spoorlijn te volgen via het fietspad dat sinds 2015 op de plek van het tweede spoor ligt. Het tracé ligt tussen de Biesseltsebaan en de Schietbaan in een diep ravijn en wordt hierbij één keer gekruist met een viaduct. Dit viaduct stamt nog uit de aanlegperiode van de voormalige NSM-spoorlijn.
GROESBEEK – KRANENBURG
Tussen Groesbeek en Kranenburg is de complete spoorlijn sinds 2008 weer duidelijk zichtbaar. Vanaf dat jaar is het mogelijk om het tracé tussen beide plaatsen en Kleve per fietslorrie af te leggen. Op de plekken waar de rails in de loop der jaren is verwijderd, bijvoorbeeld voor de aanleg van nieuwe wegen, is het spoor weer gecompleteerd. Opvallend is dat de spoorlijn nu van diverse reguliere verkeersborden is voorzien. Ook zijn er bij drukke overwegen slagbomen aanwezig om de fietslorries af te remmen. Daarnaast ligt ook tussen Groesbeek en Kranenburg een verhard fietspad op de plek van het vroegere tweede spoor. Hierdoor zijn vrijwel alle spoorse relicten in Nederland verdwenen. In Duitsland staan nog veel oude en nieuwe hectometerpalen en ook enkele seinpalen langs de lijn.
STATION KRANENBURG
Tegelijkertijd met de spoorverdubbeling zijn emplacement en station van Kranenburg aan het begin van de twintigste eeuw uitgebreid voor het toenemende aantal treinen en de bijbehorende douanehandelingen. Na het staken van het treinverkeer blijft het omvangrijke emplacement net als diverse andere verlaten Duitse emplacementen gewoon liggen.
Voor de komst van de fietslorries in 2008 is het vervallen emplacement ter hoogte van het station echter opgeschoond en gedeeltelijk omgevormd tot plein. Ook is ter hoogte van twee sporen een stallingsruimte voor de railfietsen gebouwd. Ook het stationsgebouw is deze periode weer geheel opgeknapt. In het gebouw bevindt zich onder andere een restaurant en diverse kantoren. Aan beide zijden van het emplacement zijn de meeste totaal overwoekerde sporen echter wel blijven liggen. De aansluitingen met het hoofdspoor zijn echter wel verwijderd. Beide seinhuizen zijn in 2007 zodanig vervallen dat ze gesloopt worden.
Meer informatie over de fietslorries op Grenzland-draisine.eu