Bij de ontwikkeling van de eerste spoorlijnen in Nederland gaat het vooral om een goede verbinding met Duitsland. Naast een snelle verbinding met Berlijn en andere grote steden is de aanvoer van kolen uit het Ruhrgebied voor de groeiende Nederlandse industrie een belangrijke reden voor de aanleg van de spoorlijnen. De Rhijnspoorweg tussen Amsterdam en Keulen is dan ook éen van de eerste spoorlijnen in Nederland. Na de NRS volgen ook de andere grote spoorwegmaatschappijen en worden aparte spoorwegmaatschappijen opgericht om spoorwegverbindingen met Duitsland aan te leggen. Door de afnemende concurrentie op het spoorwegnet is een groot deel van de grensoverschrijdende verbindingen inmiddels weer gesloten.
DE BORKENSE- EN BOCHOLTSE BAAN
De HIJSM is de laatste grote Nederlandse spoorwegmaatschappij die een eigen spoowegverbinding met Duitsland krijgt. In aansluiting op de Oosterspoorweg Amsterdam – Zutphen legt de Nederlandsch-Westfaalsche Spoorweg-Maatschappij aan het eind van de jaren ’70 van de negentiende eeuw een spoorlijn van Zutphen via Winterswijk en Borken naar Gelsenkirchen aan. Daarnaast legt de NWS legt in opdracht van het Koninkrijk Pruisen ook een zijtak van Winterswijk naar Bocholt aan. Terwijl de lijn naar Bocholt al voor de Tweede Wereldoorlog is gesloten en opgebroken, blijft de lijn naar Borken nog tot in de jaren ’60 van groot belang voor het kolenvervoer. Hierna neemt het vervoer via de lijn snel af en in 1979 wordt de verbinding gesloten. Na de sluiting blijven de rails grotendeels liggen en ontstaat een rijke flora en fauna.
Klik hier voor een impressie van de restanten van de spoorlijnen in 2015.
SPOORLIJN NIJMEGEN – KRANENBURG
Om ook Nijmegen op het spoorwegnet aan te sluiten, is in 1863 de Nijmeegse Spoorwegmaatschappij opgericht. De spoorwegmaatschappij neemt in 1865 een 27 kilometer lange spoorlijn naar Kleve in gebruik. In Kleve is een aansluiting op het Duitse spoorwegnet. In 1879 krijgt Nijmegen ook een aansluiting op het Nederlandse spoorwegnet aangesloten en groeit de lijn naar Kleve uit tot een belangrijke internationale verbinding. Begin twintigste eeuw zijn verschillende emplacementen uitgebreid en is de complete spoorlijn verdubbeld. Na de Tweede Wereldoorlog neemt het belang van de lijn echter weer snel af. Het tweede spoor verdwijnt in 1961. Dertig jaar later rijden de laatste treinen over de verbinding. Na de sluiting zijn er diverse plannen om de verbinding weer in gebruik te nemen. De rails zijn dan ook grotendeels blijven liggen. Tussen Groesbeek, Kranenburg en Kleve is het traject per fietslorrie af te leggen. Tussen Malden, Groesbeek en Kranenburg ligt bovendien een betonnen fietspad op de plek van het al in 1961 opgebroken tweede spoor.
Klik hier voor een impressie van de spoorlijn in 2015.
HET DUITS LIJNTJE
In de jaren ’70 van de negentiende eeuw legt de Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij tussen Boxtel, Gennep en Wesel een internationale hoofdspoorlijn aan. De spoorlijn is een belangrijke schakel in de kortste verbinding tussen Londen en Berlijn. Door verschillende oorzaken degradeert de spoorlijn echter al snel na de Eerste Wereldoorlog tot regionale zijlijn zonder enige betekenis. Het Duits Lijntje is in etappes van oost naar west gesloten. In 2005 verwijdert ProRail tenslotte de aansluiting in Boxtel. De rails tussen Boxtel en Veghel zijn nog grotendeels aanwezig. Ook tussen Veghel en Gennep is het tracé nog grotendeels terug te vinden in het landschap.
Klik hier voor een impressie van de spoorlijn.
DE IJZEREN RIJN
Als onderdeel van het scheidingsverdrag tussen Nederland en België uit 1839 krijgt België het recht om via Nederland een verbinding tussen Antwerpse en het Pruisische achterland aan te leggen. Veertig jaar later wordt de zogenaamde IJzeren Rijn tussen Antwerpen en München-Gladbach. Tussen Budel en Vlodrop loopt de spoorlijn 44 kilometer over Nederlands grondgebied. Eind jaren ’90 gaat het baanvak tussen Roermond en het Duitse Dalheim buiten dienst. Omdat er nog altijd plannen zijn de doorgaande route opnieuw in gebruik te nemen, zijn de rails blijven liggen. Het grootste deel is echter opgenomen in Nationaal Park De Meinweg.
Klik hier voor een impressie van het baanvak Roermond – Herkenbosch in april 2017.