Aan het einde van de negentiende en begin van de twintigste eeuw laat de Nederlandsche Centraal Spoorweg-Maatschappij als aanvulling op de eigen Centraalspoorweg door verschillende dochterondernemingen buurtspoorwegen rondom Utrecht aanleggen. Eén van de ondernemingen is de Nederlandsche Buurtspoorweg-Maatschappij die, in aansluiting op de Centraalspoorweg, een zeven kilometer lange lokaalspoorweg van De Bilt naar Zeist aanlegt. De dubbelsporige lokaallijn wordt in augustus 1901 geopend. Tegelijkertijd met de aanleg van de spoorlijn ontwikkelen zich enkele villadorpen in de bosrijke omgeving. Deze ontwikkeling is mede mogelijk door investeringen van de spoorwegmaatschappij, zo is de NCS grootaandeelhouder van NV Villapark Bosch en Duin.
In januari 1941 is de treindienst gestaakt en wordt de spoorlijn op last van de bezetter opgebroken. Na de Tweede Wereldoorlog is de spoorlijn als enkelsporige goederenlijn herlegd. In 1972 is de verbinding definitief gesloten. Zes jaar later is de rails opgebroken.
De eerste 750 meter van de voormalige spoorlijn is bij de tuinen langs het voormalige tracé gevoegd. Behalve een hobbel in de Julianalaan ter hoogte van de voormalige spoorwegovergang herinnert hier niets meer aan de vroegere spoorlijn. De laatste wachterswoning aan diezelfde Julianalaan is in 2015 gesloopt.
Vanaf het eind van de Bosuillaan is het baanvak van Bilthoven tot het voormalige station Huis ter Heide aan de Amersfoortseweg vrijwel direct na het opbreken van de rails in gebruik genomen als fietspad. Het brede baanlichaam met de smalle asfaltstrook slingert met ruime bogen langs de Biltse Duinen door het Panbos. De eerste anderhalve kilometer ligt op een redelijk hoge spoordijk. Langs gehele tracé is nog altijd veel ballast te vinden. Daarnaast zijn er nog diverse grensstenen en enkele hectometerpalen te zien. Bovendien ligt onder een deel van het baanlichaam een 10kV-leiding van NS. Hiervoor staan diverse betonnen paaltjes langs het fietspad.
Ter hoogte van Bosch en Duin zijn na de Tweede Wereldoorlog diverse personenrijtuigen neergezet om als noodwoning te fungeren. Dit gebeurt na de oorlog op diverse plekken in het land met een groot aantal rijtuigen. Omdat het om noodvoorzieningen gaat, is het grootste deel van de rijtuigen in de decennia na de oorlog weer verdwenen. Twee van de rijtuigen die bij het voormalige station Bosch en Duin zijn neergezet, blijven echter veel langer in gebruik als woning. Het voormalige ZHESM-rijtuig mC 9901 rijdt van 1908 tot de oorlog op de Hofpleinlijn. Na de oorlog is het nabij het voormalige station geplaatst en in gebruik als woning. In april 2015 is het eerste elektrische motorrijtuig van Nederland gesloopt. Het andere rijtuig is voormalig lokaalspoorrijtuig C1040 van de HSM. In de loop der jaren is het rijtuig echter onherkenbaar verbouwd en uitgebreid. In juni 2022 verhuist de noodwoning naar de Museum Buurtspoorweg. Bosch en Duin kent geen stationsgebouw maar wel een kiosk. Deze staat eerder bij een tramhalte in Zeist en is na de sluiting van het station verplaatst naar de Duinweg. Na jarenlang als woonhuis te zijn gebruikt, is de kiosk in 2005 gesloopt.
Het enige bewaarde stationsgebouw aan de lijn naar Zeist is dat van Huis ter Heide. Het eenvoudige stationsgebouwtje is oorspronkelijk een dienstwoning welke vrijwel direct na de opening van de spoorlijn is verbouwd tot station annex sigarenwinkeltje. Het station is bij de eerste sluiting van de lijn in 1941 opgeheven. Hierna is het stationsgebouwtje aan de drukke Amersfoortseweg omgebouwd tot horecagelegenheid. Als Soesterberg na de Tweede Wereldoorlog wordt aangewezen als NAVO-basis, worden ook in Huis ter Heide Amerikaanse militairen gelegerd. Het voormalige stationsgebouwtje wordt vanaf de jaren ’50 als café-restaurant Spitfire dan ook een belangrijke ontmoetingsplaats voor de Amerikanen. Na de opening van de A28 in de jaren ’80 en het vertrek van de militairen, halverwege de jaren ’90, raakt Spitfire een belangrijk deel van de klandizie kwijt en sluit het café. In 2019 is het stationsgebouw verkocht en begint de restauratie. Hierbij is het gebouw aan de buitenzijde vrijwel in oorspronkelijke staat teruggebracht. Langs het gebouw komt zo’n 17 meter spoor met daarop locomotor 329. Het voormalige stationsgebouw sinds de verbouwing in gebruik als vergaderlocatie.
In 1985 wordt de rijksweg A28 tussen Rijnsweerd en Den Dolder geopend. De snelweg doorkruist het voormalige tracé van de spoorlijn De Bilt – Zeist via een ingraving. Ter hoogte van de kruising is al in 1968 een enkelsporig viaduct aangelegd. Al sinds 1961 vindt er echter geen noemenswaardig goederenvervoer van en naar Zeist plaats. Het belangrijkste argument voor het viaduct is dan ook de eventuele reactivering van de lokaallijn als reizigersverbinding. Het viaduct wordt in augustus 2018 gesloopt.
In Zeist blijft na het opbreken van de spoorlijn en het stationsemplacement lange tijd een braakliggend terrein achter. Enkele jaren geleden zijn de laatste sporen door nieuwbouw van woonwijken en bedrijfsterreinen verdwenen. Het enige wat aan de vroegere NBM-lijn herinnert, is de Stationslaan midden in de plaats.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Op de foto boven dit artikel het enige bewaarde stationsgebouw aan de lijn naar Zeist. Het voormalige stationsgebouw van Huis ter Heide gaat decennialang door het leven als café Spitfire, maar is in 2000 weer helemaal in oude luister hersteld. Het gebouw is nu grotendeels in gebruik als vergaderlocatie. In de tuin ligt een stuk rails met daarop locomotor 329. Huis ter Heide, 16 april 2022.