Als onderdeel van de laatste grootschalige periode van aanleg van spoorlijnen door de Staat is in de jaren ’80 van de negentiende eeuw de spoorlijn Lage Zwaluwe – ‘s-Hertogenbosch aangelegd. Doordat de regio bekend staat als de Langstraat, krijgt de spoorlijn de officieuze bijnaam Langstraatspoorlijn. De verbinding is vooral van belang voor de schoenen- en lederindustrie in de regio en krijgt hierdoor ook de tweede bijnaam Halvezolenlijn. Op 1 augustus 1950 staakt NS de reizigersdienst tussen Lage Zwaluwe en ‘s-Hertogenbosch. Tegelijkertijd is het goederenvervoer tussen Geertruidenberg en Raamsdonk opgeheven. Op de baanvakken tussen Lage Zwaluwe en Geertruidenberg en tussen ’s Hertogenbosch en Raamsdonk rijden nog tot in de jaren ’70 goederentreinen. In 1976 opent NS in Made en Drimmelen een nieuwe spooraansluiting naar het industrieterrein Weststad in Oosterhout. Het traject tussen Lage Zwaluwe en Oosterhout is nog altijd in gebruik voor het goederenvervoer.
Het grootste deel van de gesloten Langstraatspoorlijn is in 1987 opgebroken. Een aantal karakteristieke bruggen blijft dankzij locale acties bewaard. De zeshonderd meter lange Moerputtenbrug is sinds 1995 zelfs Rijksmonument en in 2006 geheel gerestaureerd heropend als wandelpad. Datzelfde jaar verwijnen de restanten van de Halvezolenlijn in ‘s-Hertogenbosch. Het viaduct over de Vlijmense weg en een deel van de spoordijk zijn verwijderd voor de aanleg van de nieuwe Randweg. De rails is al in 1997 verwijderd. Tot die tijd is het baanvak gebruikt als uitloopspoor van het emplacement. In 1991 zijn tussen Waspik en Drunen de eerste delen van het fietspad over het tracé van de voormalige spoorlijn in gebruik genomen. In 2004 is de fietsroute aan de westzijde verlengd naar Raamsdonk. In 2008 maken de laatste honderden meters rails die aan de oostzijde Waalwijk zijn blijven liggen plaats voor de ontbrekende schakel in de doorgaande fietsroute. Ter compensatie legt de gemeente aan de andere zijde van de stad in het gras enkele meters rails en een stootblok neer. Buiten het stationsgebouwtje van Zevenberschenhoek aan de goederenlijn naar Oosterhout is geen stationsgebouw bewaard gebleven. Wel is langs de voormalige spoorlijn nog een aantal wachterswoningen terug te vinden.
GEERTRUIDENBERG – WAALWIJK
De voormalige spoorlijn tussen Geertruidenberg en Waalwijk is vanaf Raamsdonk terug te vinden als Halve Zolenpad. Tussen Raamsdonksveer en Raamsdonk rijden al sinds begin jaren ’60 geen treinen en is de spoorlijn in 1971 opgebroken. Een groot deel van het voormalige spoorwegtracé is echter nog als lichte verhoging terug te vinden tussen de weilanden. Ook de draaibrug over de Donge tussen Geertruidenberg en Raamsdonksveer is bewaard gebleven. De bediening van en het onderhoud aan deze brug is de belangrijkste reden voor NS om het treinverkeer tussen Geertruidenberg en Raamsdonk al in 1950 formeel te staken. In de daaropvolgende jaren rijdt nog een enkele trein over het traject.
De brug over de Donge bestaat uit drie delen. Het middendeel verdwijnt na een aanvaring in 1970. Het westelijke vaste gedeelte en de dubbelsporige draaibrug aan de oostzijde blijven vrijwel onaangeroerd liggen. De brug is in tegenstelling tot de verschillende bruggen tussen Waalwijk en ‘s-Hertogenbosch geen monument en ook niet gerenoveerd. In Raamsdonksveer is de spoordijk grotendeels afgegraven en opgegeaan in de woonwijken. Tussen Raamsdonksveer en Raamsdonk is de spoordijk weer grotendeels zichtbaar maar niet toegankelijk. De Rijkswegen A27 en A59 lopen bovendien dwars door het oude tracé.
Vanaf de Pastoor Bruijnenstraat in Raamsdonk start het Halve Zolenpad. Langs het fietspad zijn diverse wachterswoningen annex haltegebouwen blijven staan en ook zijn nog enkele perrons aanwezig. Aan het begin van het Halve Zolenpad staat de voormalige wachterswoning 18 die tevens de rol van haltegebouw van Raamsdonk heeft vervuld. Bij het gebouw is ook het oorspronkelijke perron blijven liggen. Zo’n twee kilometer oostelijker begint het omvangrijke emplacement van Waspik, vanaf 1920 Waspik-’s Gravenmoer. Naast een groot stationsgebouw krijgt het dorp ook een omvangrijk emplacement met goederenloods. Beide gebouwen zijn halverwege de jaren ’60 gesloopt. Het originele Staatsspoorhekwerk langs het emplacement is gedeeltelijk bewaard gebleven. Het standaard hekwek van kruisrasterwerk verschijnt in de laatste decennia van de negentiende eeuw langs diverse Staatslijnen. Alleen al langs de Langstraatspoorlijn is in 1886 bijna 3000 meter van dergelijk hekwerk geplaatst. In de loop der jaren verdwijnen bijna alle Staatsspoorhekken. Bij het voormalige station Waspik-’s Gravenmoer blijft langs de Stationslaan blijft een groot deel van het hek staan. Een groot deel is al weggeroest of beschadigd wanneer heemkundekring ‘Op het Goede Spoor’ in 2011 aan een grote opknapbeurt begint. Na het aanbrengen van zo’n 400 nieuwe strips, 800 klinknagels en een zwarte verflaag is de renovatie in mei 2012 gereed. Bij het hek is met enkele verroeste delen een monument ter herinnering aan de oude situatie gemaakt. Naast het hekwerk staan op het grondgebied van Waspik ook nog drie bewaarde wachterswoningen.
Ook in de voormalige gemeente Sprang-Capelle zijn verschillende herinneringen aan de Langstraatspoorweg terug te vinden. Zo is de wachterswoning 22 nog aanwezig. In eerste instantie komt bij de woning de stopplaats Capelle-Nieuwevaart. In 1894 wordt Capelle-Nieuwevaart een echte halte met eigen haltegebouw. Hoewel het haltegebouw in 1860 is gesloopt, is het perron aan de zijde van de wachterswoning blijven liggen. Bijna twee kilometer oostelijker komt het station Kaatsheuvel-Capelle. Het emplacement breidt in de loop der jaren uit met verschillende voorzieningen voor het goederenvervoer en een tweede perron voor het reizigersverkeer. Vanaf 1938 heet het station Capelle-Vrijhoeve. Het stationsgebouw verdwijnt begin jaren ’50. Het tweede perron blijft echter bewaard. Aan de andere zijde van het fietspad is een stuk spoor met stootjuk teruggelegd.
WAALWIJK – ‘S-HERTOGENBOSCH
De Langstraatspoorweg ligt tussen Waalwijk en ‘s-Hertogenbosch voor een groot deel op een hoge spoordijk met enkele lange bruggen. De verbinding ligt hier grotendeels in het overstromingsgebied van de Maas en zijrivieren als de Donge en de Dommel en het Bossche inundatieveld. Om het overtollige rivierwater op te vangen is in de 18e eeuw de Baardwijkse Overlaat aangelegd. De Halvezolenlijn kruist het gebied in eerste instantie met een brug van ruim 880 meter, rustend op maar liefst 52 pijlers. In 1916 zijn 26 van de 53 overspanningen vervangen door een dam. Tien exemplaren over het Afwateringskanaal aan de westzijde en 17 stuks aan de oostzijde blijven gehandhaafd. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog is het westelijk deel van de brug vernield. In 1946 begint her terstel. Hiervoor zijn 13 van de 17 overspanningen van het oostelijk deel gebruikt. Deze zijn op hun beurt vervangen door een dijk. Uiteindelijk resteren hierna nog 14 van de 53 brugdelen. Tien stuks bij Waalwijk, één bij de Overstortweg en drie bij de Eindstraat in Drunen. Bij de aanleg van de doorgaande fietsroute tussen Waspik en Drunen, begin jaren ’90, zijn de bruggen zoveel mogelijk in oude staat bewaard. Bovendien zijn ze benoemd tot Rijksmonument.
In Waalwijk zelf blijft nog tot in 2008 een halve kilometer van de spoorlijn liggen. Langs de rails ligt een wandelpad. Hierna is ook dit ontbrekende deel van de doorgaande fietsroute over het voormalige spoorwegtracé in gebruik genomen.
In Drunen is de voormalige wachtpost 30 bewaard gebleven. Tot 1927 is hier de halte Baarwijksche Overlaat. Na de wachtpost en de karakteristieke molen ‘De Hertogin van Brabant’ wordt de spoordijk langzaam lager. Het fietspad maakt plaats voor de parallelweg langs de A59. De verbreding van de Rijksweg, de aanleg van de parallelweg en een modern bedrijventerrein zorgen ervoor dat het voormalige spoorwegtracé tussen Drunen en Vlijmen eind jaren ’80 vrijwel geheel is uitgewist. Ook van de stations Drunen-Heusden, Nieuwkuyk en Vlijmen is vrijwel niets terug te vinden.
De brug over de Moerputten ligt tegenwoordig in het gelijknamige natuurreservaat van Staatsbosbeheer. In het moerasgebied zijn diverse wandelpaden aangelegd. Eén daarvan leidt sinds 2006 via de spoorbrug. De imposante smeedijzeren brug is 600 meter lang en rust op twee grote landhoofden en 35 pijlers.