6 juni 2025
Nadat de vorige eigenaar, het Nederlands Transportmuseum de zoektocht naar een definitieve locatie staakt, worden de vijf TEE-rijtuigen van het museum in mei 2025 ondergebracht bij de nieuwe Stichting Trans Europ Express. Al voor de overdracht gaat het museum op zoek naar een nieuwe locatie om de rijtuigen verder op te knappen. In juni 2025 wordt bekend dat de rijtuigen naar het Groningse Leek verhuizen.
Het Nederlands Transportmuseum opent in april 2018 na een aanloop van enkele jaren als pop-up museum in de voormalige Bolsfabriek in Nieuw-Vennep. Het museum is een samenwerkingsverband van verschillende verenigingen die actief zijn binnen de sector mobiel erfgoed. Naast een collectie van verschillende kleine voertuigen, zijn in het museum ook vliegtuigen, trams en een Amsterdams metrostel te zien.
TEE naar het Nederlands Transportmuseum
Begin januari 2021 neemt het Nederlands Transportmuseum vijf Nederlands-Zwitserse TEE-rijtuigen van de Stichting TEE Nederland over. De rijtuigen zijn in augustus 2021 naar het tijdelijke terrein van het museum in Nieuw-Vennep verplaatst. De daaropvolgende periode beginnen de conserveringswerkzaamheden en worden de rijtuigen cosmetisch opgeknapt. Omdat de meeste rijtuigen van treinstel 1003 zijn, krijgt het ‘treinstel’ dat nummer.
In de jaren na de opening worden de plannen voor de nieuwe invulling van het fabrieksterrein steeds concreter. Na enkele keren uitstel, moet het museum in maart 2023 definitief de deuren sluiten om ruimte te maken voor onder andere woningbouw. Terwijl de zoektocht naar een nieuwe locatie verder gaat, kan de collectie nog enige tijd in Nieuw-Vennep blijven staan. Zo wordt ook na de sluiting van het museum nog hard gewerkt aan de restauratie van de TEE-rijtuigen.
Nieuwe eigenaar en nieuwe locatie voor TEE-rijtuigen
In februari 2025 wordt bekend dat het Transportmuseum de zoektocht naar een nieuwe locatie definitief staakt. De collectiestukken die in bruikleen zijn, gaan hierna terug naar de eigenaren. In april vindt bovendien een veiling van een deel van de eigen collectie plaats. Op 13 mei 2025 wordt bekend dat de Stichting Trans Europ Express de vijf TEE-rijtuigen van het NTM overneemt. De stichting is een verzelfstandiging van het TEE-team van het museum.
De Stichting TEE brengt de rijtuigen een aantal weken na de overname over naar een bedrijventerrein in het Leek. Voorafgaand aan het transport is begin juni een aantal spoorsecties naar het Groningse dorp gebracht. Waarschijnlijk volgen de rijtuigen later deze maand. Net als in Nieuw-Vennep komt ‘het treinstel’ ook hier in de buitenlucht te staan.
In Leek wordt de restauratie van de TEE-rijtuigen voortgezet. Net als de vorige eigenaren heeft ook de Stichting TEE het plan een treinstel in rijvaardige staat te herstellen.
Van het NTM naar de NTM
Hoewel Leek nooit in het Spoorboekje van NS is opgenomen, kent het Groningse dorp bijna 75 jaar spoorvervoer. In 1913 neemt de Nederlandsche Tramweg Maatschappij een tramlijn van Drachten via Leek naar Groningen in gebruik. Terwijl het reizigersvervoer in 1948 is gestaakt, zorgt de Philipsfabriek in Drachten nog enkele decennia voor redelijk wat goederenvervoer, verzorgd door NS. Naast goederentreinen is regelmatig bijzonder materieel op de voormalige NTM-lijn te zien. Zo is de SHM in de jaren 1970 regelmatig enkele dagen te gast voor toeristische ritten. Ook trekken de diesellocs van NS enkele keren Plan E-rijtuigen met gezelschappen over de tramlijn. Ook verschijnen tijdens diverse gelegenheden Wadlopers op de verbinding. De tramlijn is in 1985 gesloten en drie jaar later opgebroken. Hiermee komt een eind aan het 300km lange net van de NTM. Met de komst van de TEE-rijtuigen is decennia later weer een trein in Leek te zien. De rijtuigen staan hemelsbreed slechts een paar honderd meter van de voormalige tramlijn.
Op de Facebookpagina van de Stichting TEE zijn de verhuizing en restauratiewerkzaamheden te volgen.
Op de foto boven dit artikel het opgeknapte stuurstandrijtuig als blikvanger voor het Nederlands Transport Museum in Nieuw-Vennep op 5 februari 2023. Een maand later moet het museum de deuren sluiten om ruimte te maken voor nieuwbouwplannen op het terrein.