In 1972 start de Stoomtrein, dan nog Stoomtram Goes – Borsele met toeristische ritten op de, bij NS overbodig geraakte, tramlijn door de Zak van Zuid-Beveland. In de loop der jaren groeit de museumlijn uit tot een populaire attractie met een grote collectie historisch spoorwegmaterieel en een aantal interessante gebouwen. Dit jaar viert de SGB tijdens het jaarlijks terugkerende evenement Sporen naar het Verleden haar 50-jarig jubileum.

De Stoomtrein, dan nog Stoomtram Goes – Borsele start in 1972, direct na het staken van het goederenvervoer van NS, met de exploitatie van de vroegere tramlijn tussen Goes en Borssele als museumlijn. Omdat het baanvak vooral tussen Oudelande en Driewegen in te slechte staat is, rijdt de SGB in eerste instantie tot Hoedekenskerke. wordt Oudelande het eindpunt van de museumlijn en is het baanvak Oudelande – Borssele opgebroken. Terwijl de stoomtreinen tot Hoedekenskerke rijden omdat hier een omloopmogelijkheid is, schaft de SGB voor de ritten naar Oudelande in 1973 een Duitse motorwagen aan. Na enkele jaren is deze echter gesloopt en is de reguliere dienst weer ingekort tot Hoedekenskerke. In 2010 koopt de SGB een aantal Duitse railbussen. Deze motorrijtuigen rijden weer door tot Baarland. Het baanvak tussen Baarland en Oudelande is nog wel aanwezig, maar inmiddels zwaar begroeid.

De SGB maakt al vanaf de start in Goes gebruik van het grote tractiegebouw dat in 1927 is neergezet als depot en werkplaats voor de nieuwe motorrijtuigen die op de Zeeuwse tramlijnen rijden. In de jaren na de eeuwwisseling is het emplacement bij het tractiegebouw ingericht als museumterrein. Hierbij is het sporenplan opnieuw ingericht en komen tussen de sporen enkele paden. In 2001 is één van de overbodige seinhuizen uit Middelburg naar het terrein overgebracht. Een jaar later volgt de monumentale goederenloods uit de Zeeuwse hoofdstad. Het gebouw uit 1870 is in Goes onder andere als horecagelegenheid ingericht. Dezelfde periode zijn ook andere historische elementen aan het terrein toegevoegd. Vanaf 2004 is vrijwel het hele museumterrein open voor publiek. De museumtreinen vertrekken echter nog altijd vanaf het perron dat even buiten het terrein ligt.

Vanaf eind 2020 wordt het emplacement opnieuw ingericht. Zo wordt onder andere het perron vernieuwd. Ook wordt de daaropvolgende jaren de voormalige fabriekshal van Allan uit Rotterdam uit 1916, welke in mei 2017 is gedemonteerd, ten zuiden van het emplacement weer opgebouwd. Intussen is in de zomer van 2022 de tentoonstelling ‘Het spoor van de wederopbouw’ geopend. Op het museumterrein staan diverse railvoertuigen die tijdens de Tweede Wereldoorlog en vooral in de wederopbouwperiode een rol hebben gespeeld.

De tramlijn door de Zak van Zuid-Beveland is voor een groot deel in historische staat bewaard gebleven. Zo staan de voormalige stationsgebouwen van ‘s-Gravenpolder -‘s-Heerabtskerke, Nisse, Kwadendamme en Baarland nog altijd langs de museumlijn. De karakteristieke gebouwen zijn van het standaardtype dat de SZB langs de tramlijnen in Zuid-Beveland laat neerzetten. De eenvoudige rechthoekige gebouwen hebben een hoog zadeldak en een entree in de kopgevel. Na de eeuwwisseling is bij verschillende voormalige stations het vroegere emplacement geheel of gedeeltelijk gereconstrueerd.

In eerste instantie start de SGB de exploitatie van de museumlijn met enkele kleine stoomlocomotieven die bij verschillende industrieën overbodig zijn geworden. Van de Belgische Spoorwegen neemt de SGB enkele houten coupérijtuigen over. In de loop der jaren wordt het materieelpark ‘Nederlandser’ gemaakt. Zo schaft de SGB in de beginjaren maar liefst acht Blokkendoosrijtuigen aan. Inmiddels beschikt de SGB ook over andere historische NS-rijtuigen, enkele locomotoren en diesellocomotieven.

Vanaf 2010 rijdt de SGB ook weer naar Baarland. Door het ontbreken van de mogelijkheid om een locomotief te laten omlopen, gebruikt de vereniging hiervoor twee Duitse railbussen. Het tweetal krijgt na tien jaar versterking van twee replica’s van de Nederlandse motorrijtuigen van het type omC. De replica’s van de motorrijtuigen 901-908, die NS in 1927 op de Zeeuwse tramlijnen inzet, zijn in Goes gebouwd met zowel onderstel als motor, bak en wielstellen van Duitse railbussen. Het ontwerp van de bakopbouw komt wel overeen met dat van de oorspronkelijke omC’s. In de zomer van 2017 rijdt omC 909 de eerste kilometers op de lijn van de SGB. Het interieur moet dan nog afgebouwd worden. Uiteindelijk is de 909 in het najaar van 2018 gereed. De 910 volgt in 2022.

Ondanks dat de eerste ritten al in 1972 plaatsvinden, viert de SGB in 2023, tijdens het evenement Sporen naar het Verleden, het 50-jarig bestaan. Het jaarlijks terugkerende treinenfeest vindt dit jaar plaats van vrijdag 18 tot en met zondag 20 mei. Bezoekers kunnen ook deze editie weer genieten van een groot aantal historische treinen en andere activiteiten. Net als elk jaar worden ook weer verschillende ‘gastoptredens’ van andere museumverenigingen verwacht.

update: inmiddels is de gastenlijst voor Sporen naar het Verleden 2023 bekend

Meer informatie volgt op de website van de SGB

Op de foto hierboven een overzicht van een deel van het emplacement van de SGB met op de achtergrond het tractiegebouw uit 1927. Van links naar rechts zijn onder andere locomotor 262, de Duitse Railbussen, Stoomkraan 39 en een deel van dieselloc 2424 te zien. Goes, 10 september 2016. Op de foto boven dit artikel: Tijdens het evenement Sporen naar het Verleden zijn elk jaar diverse historische treinen van andere verenigingen te zien. Zo is de 2454 van de 2454 Crew in 2022 te gast in Zeeland. Op 26 mei dat jaar rijdt de locomotief met de Blokkendoosstam van de SGB even ten zuiden van Kwadendamme.