Rond de eeuwwisseling begint de wederopstanding van het grensoverschrijdende regionale treinverkeer met Duitsland echt vorm te krijgen. Verschillende trajecten worden opgeknapt, frequenties worden verhoogd en nieuwe treindiensten zien het levenslicht. Alle verbindingen blijken aan de behoefte te voldoen en zijn al snel succesvol. De helft van de regionale treinverbindingen naar Duitsland heeft inmiddels echter te maken met hardnekkige problemen waardoor vervoerders soms al jarenlang niet de geplande dienstregeling kunnen rijden.

In de decennia na de Tweede Wereldoorlog komt een eind aan vrijwel alle regionale spoorwegverbindingen tussen Nederland en Duitsland. Aan de vooravond van het ‘wegvallen van de grenzen’ keert echter het tij voor het regionale internationale reizigersvervoer per spoor. In 1992 verplaatsen NS en DB de reizigersdienst tussen Zuid-Limburg en Aachen van de weinig gebruikte verbinding Maastricht – Aachen via Simpelveld al naar de veel gunstiger gelegen ‘goederenlijn’ tussen Heerlen en Herzogenrath.

In de daaropvolgende jaren ontstaan in de grensregio’s steeds meer samenwerkingsverbanden. Tegelijkertijd begint de privatisering van een groot deel van het regionale spoorwegnet. Rond de eeuwwisseling begint de wederopstanding van de grensoverschrijdende regionale treinverbindingen dan ook echt vorm te krijgen. Verschillende trajecten worden opgeknapt, frequenties worden verhoogd en nieuwe treindiensten zien het levenslicht.

Als eerste start de DB in 1999 een uurdienst tussen het Ruhrgebied en Venlo ter compensatie van het staken van de intercitydienst tussen Eindhoven en Keulen. In 2001 is het grensbaanvak Enschede – Gronau opgeknapt en opnieuw in gebruik genomen. Voor het eerst sinds het bestaan van de verbinding gaat op het traject een zeer frequente treindienst van start. Eenmaal per uur rijdt de DB Regionalbahn Westfalen een stoptrein Enschede – Münster. De Prignitzer Eisenbahngesellschaft rijdt elk uur een stoptrein Enschede – Dortmund. Vanaf december 2011 rijdt DB Regio beide treindiensten. Twee jaar later verhoogt Arriva de frequentie van de stoptreindienst tussen Groningen en Leer naar een volledige uurdienst.

Naast de genoemde regionale lijnen keert ook het lokale reizigersvervoer op de twee laatste grensbaanvakken voor doorgaande internationale treinen terug. In april 2017 start NS-dochter Abellio met de RE19 Rhein-IJssel-Express tussen Arnhem en Düsseldorf. En vanaf februari 2018 exploiteert Keolis onder de merknaam Eurobahn de zogenaamde RB61 Wiehengebirgsbahn tussen Bielefeld, Bad Bentheim, Oldenzaal en Hengelo. Alle verbindingen blijken al snel aan de vraag te voldoen en zijn relatief succesvol. Eén van de redenen van het succes is dat steeds meer Duitse grensstations ook met de OV chipkaart bereikbaar zijn.

Inmiddels heeft de helft van de grensoverschrijdende treinverbindingen echter te maken met hardnekkige problemen waardoor vervoerders soms al jarenlang niet volgens de geplande dienstregeling kunnen rijden. Als eerst raakt op 3 december 2015 het beweegbare deel van de Friesenbrücke bij Weener door een aanvaring onherstelbaar beschadigd. Het doorgaande treinverkeer tussen Groningen en Leer is sinds de aanvaring niet meer mogelijk. Wel gaan na enkele maanden weer pendeltreinen tussen Groningen en Weener rijden. Tussen Groningen en Leer rijden bovendien snelbussen. Het is de bedoeling dat de nieuwe brug eind 2024 gereed is.

De RB61 tussen Hengelo en Bielefeld kent al sinds de start in februari 2018 verschillende problemen. Deze wisselen in de loop der jaren tussen tekort aan geschikt materieel voor het Nederlandse deel van het traject, een tekort aan personeel en een hoog ziekteverzuim. Zo vallen alleen al in de eerste helft van februari 2023, vijf jaar na de start van de treindienst, nog altijd bijna zestig treinen uit. Vervoerder Eurobahn zet in de meeste gevallen wel bussen in. Daarnaast zegt de vervoerder nog altijd op zoek te zijn naar een oplossing.

Ook de meest zuidelijke verbinding met Duitsland rijdt al enkele maanden niet meer volgens het Spoorboekje. Nadat de RE18 tussen Heerlen, Herzogenrath en Aachen in december 2022 al regelmatig uitvalt en soms dagdelen helemaal niet rijdt, staakt de Arriva op 1 januari 2023 voor onbepaalde tijd de complete treindienst tussen Heerlen en Aachen. Inmiddels is duidelijk dat de nieuwste update van het beveiligingssysteem niet goed samengaat met de Duitse beveiliging. Na ruim een week alleen bussen in te zetten, hervat de vervoerder op 9 januari 2023 de pendeldienst naar Herzogenrath. Het is nog altijd niet duidelijk wanneer de treinen weer naar Aachen kunnen rijden.

In de zomer van 2022 introduceert de Duitse regering als compensatie voor de hoge brandstofprijzen een maandabonnement voor het regionale openbaar vervoer voor slechts 9 euro. Het zogenaamde 9-Euro-ticket wordt in drie maanden maar liefst 52 miljoen keer verkocht. In oktober 2022 wordt bekend dat in 2023 een nieuwe permanente maandkaart beschikbaar komt voor alle regionale treinen, trams, bussen en metro. Het nieuwe Deutschland Ticket is per 1 mei 2023 beschikbaar. De prijs bedraagt voortaan 49 euro. Het goedkope ticket is ook handig voor Nederlanders die in een maand enkele dagen in Duitsland zijn. Het ticket is echter officieel pas vanaf de landsgrens geldig. Voor de rit tot aan de grens is dus nog wel een treinkaartje nodig. De Duitse grensstations Weener, Gronau, Elten en Herzogenrath zijn inmiddels al met de OV-chipkaart bereikbaar. Op enkele grensbaanvakken geldt in de zomer van 2022 een uitzondering voor het 9-Euro-Ticket. Zo mag het ticket gebruikt worden in de RB61 van Hengelo en Oldenzaal naar Bad Bentheim. Het is nog niet duidelijk of in 2023 dezelfde regels gelden of wellicht meer grensbaanvakken volgen.

Op de foto boven dit artikel rijdt Eurobahn-treinstel ET 4.05 op 26 september 2021 als veelgeplaagde RB61 van Bielefeld naar Hengelo het station van Bad Bentheim binnen.