In februari 2023 gaat de te ontwikkelen Lelylijn tussen Lelystad en Groningen een nieuwe fase in. Vanuit het Ministerie van IenW is die maand het zogenoemde participatietraject van start gegaan. Hierbij wordt aan inwoners en belangstellenden gevraagd hoe zij de nieuwe spoorwegverbinding voor zich zien. Deze nieuwe fase betekent niet meteen dat de spoorlijn tussen de Randstad en Noord-Nederland definitief wordt aangelegd.

Op 6 februari 2023 gaat het zogenoemde participatietraject van de Lelylijn van start. Komende twee maanden heeft iedereen de kans om mee te denken over de plannen voor de nieuwe treinverbinding. Voor het eerst wordt bij een groot project als een nieuwe spoorlijn aan inwoners en belanghebbenden gevraagd hoe zij de nieuwe Lelylijn voor zich zien.

Het Ministerie van IenW wil met het participatietraject onderzoeken wat de wensen en voorkeuren zijn, zodat hiermee rekening gehouden kan worden bij het maken van de plannen voor de nieuwe spoorlijn. In de raadpleging wordt niet gevraagd of mensen voor- of tegenstander van de verbinding zijn, maar waar ze kansen zien, welke zorgen er spelen en wat punten zijn waar de overheid bij de verdere ontwikkeling rekening mee moet houden. Het participatietraject geeft uiteraard ook een podium aan het tegengeluid. Zo wordt verwacht dat veel mensen tegen de komst van de spoorlijn zijn vanwege de aantasting van het landschap.

De Lelylijn tussen Lelystad en Groningen is de officieuze opvolger van de ambitieuze Zuiderzeelijn. Ondanks dat er nu niet meer gekeken wordt naar een hogesnelheidslijn, moet de nieuwe spoorlijn wel zorgen voor een snellere verbinding tussen de Randstad en Noord-Nederland. Bovendien zorgt de Lelylijn ervoor dat de noordelijke provincies, naast het traject tussen Zwolle en Meppel, een tweede verbinding met “de rest van Nederland” krijgen. Met de nieuwe spoorlijn kunnen Emmeloord en Drachten voor het eerst op het spoorwegnet worden aangesloten.

De betere bereikbaarheid en verkorting van de reistijd biedt onder andere kansen voor meer woningbouw en bedrijvigheid in de noordelijke provincies. Zo bieden de provincies samen met Flevoland als tegenprestatie aan om 220.000 woningen te bouwen en zo een overloopgebied van de Randstad te worden. Dit is voor veel natuur- en milieuorganisaties weer een reden om tegen de nieuwe spoorlijn te zijn.

De geschatte kosten voor de nieuwe spoorwegverbinding liggen momenteel tussen zes en twaalf miljard euro. In het regeerakkoord is opgenomen dat het kabinet vooralsnog drie miljard euro vrijmaakt voor de aanleg. Een ander deel van het bedrag wordt mogelijk vanuit ‘Europa’ betaald. Op 5 december 2022 besluiten de 27 lidstaten van de Europese Unie de Lelylijn op te nemen als schakel in het uitgebreide Trans-Europese transportnetwerk (TEN-T). Met deze stap vergroten de kansen voor financiering vanuit de EU.

Deze nieuwe fase voor de Lelylijn betekent niet meteen dat de spoorlijn tussen de Randstad en Noord-Nederland definitief wordt aangelegd. Het eindproduct van de raadpleging, die tot en met 31 maart 2023 is in te vullen, is een rapport dat de overheid gebruikt bij het maken van plannen voor de Lelylijn.

Nog voordat de laatste Flevopolder is drooggelegd, ontstaan plannen voor een nieuwe spoorwegverbinding tussen de Randstad en Groningen. Decennialang gaat het over de Zuiderzeelijn. Hierbij passeren onder andere een hogesnelheidslijn en zelfs een magneetzweefbaan de tekentafel. In 2007 besluit de Tweede Kamer definitief de spoorlijn niet aan te leggen. Het gereserveerde bedrag van zo’n twee miljard euro gaat naar andere infrastructurele projecten in de noordelijke provincies. In 2018 is het plan voor een nieuwe spoorlijn tussen Lelystad en Groningen alsnog een nieuw leven ingeblazen. De focus ligt nu op een normale spoorlijn. Om associaties met de Zuiderzeelijn te voorkomen, draagt het project voortaan de naam Lelylijn. Dankzij de duurzaamheidsambities en het woningtekort komt de Lelylijn in het regeerakkoord terecht. Een belangrijke tegenprestatie voor de aanleg van de nieuwe spoorlijn is dan ook de bouw van 220.000 woningen in de drie noordelijke provincies en Flevoland.

Bekijk hier de website van het participatietraject

Lees meer op lelylijn.nl, van Stichting Initiatiefgroep Lelylijn

Ruim een week nadat het zogenoemde participatietraject van de Lelylijn van start gaat, presenteren acht natuur- en milieuorganisaties het rapport De Kracht van het Noorden. In het rapport geven de organisaties de bestuurders in de noordelijke provincies aan dat ze de aanleg van de Lelylijn en de daaraan gekoppelde bouw van 220.000 woningen niet als oplossing voor de leefbaarheid Noord-Nederland moeten zien. De provincies moeten volgens de organisaties juist uitgaan van hun eigen krachten.

Het rapport De Kracht van het Noorden is op 14 februari 2023 aangeboden aan de commissarissen van de koning van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe. Het rapport is volgens de organisaties een aanvulling op het zogenaamde Deltaplan voor het Noorden van de drie provinciebesturen. Hierin bieden de drie noordelijke provincies en Flevoland onder andere aan om samen 220.000 woningen te bouwen met als tegenprestatie de aanleg van de Lelylijn tussen Lelystad en Groningen. De natuurorganisaties vinden juist dat Noord Nederland helemaal geen overloopgebied van de Randstad moet worden. Zij geven aan dat vooral gekeken moet worden hoe de inwoners van de noordelijke provincies in de huidige stads- en dorpskernen kunnen blijven wonen. Hierdoor blijft er ruimte over voor het buitengebied. Natuur, landschap en ruimtelijke kwaliteit is volgens de organisaties juist de kracht van de regio. Er moet juist gekeken worden naar een klimaatbestendige waterhuishouding, versterking van de bestaande natuur en een netwerk van karakteristieke landschapselementen.

De organisaties willen dat de noordelijke provincies juist een tegenhanger blijven van de sterk verstedelijkte gebieden als de Randstad. De plannen voor de Lelylijn kunnen volgens de natuurorganisaties weer in het archief. De organisaties willen zij juist dat de huidige infrastructuur tussen de steden en dorpen wordt versterkt. Ze geven aan dat de provincies juist moeten investeren in betere OV- en fietsverbindingen tussen de noordelijke kernen.

Op de foto boven dit artikel rijden ICM-treinstellen 4212 en 4061 op 18 maart 2022, onderweg van Den Haag Centraal naar Groningen over de Hanzelijn bij Zalk. De plannen voor de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle ontstaan zo’n twintig jaar na de eerste plannen voor de Zuiderzeelijn, maar zijn uiteindelijk wel uitgevoerd.