30 september 2024

Op 3 oktober 1986 verschijnt de eerste moderne Benelux-treinstam, bestaande uit Intercityrijtuigen van NS en een Belgische locomotief uit de Reeks 11.8 in treindienst tussen Amsterdam en Brussel. Terwijl de Belgische locomotieven al in 2009 zijn ingeruild, houden de rijtuigen het door het Fyra-debacle in wisselende samenstellingen en kleurstellingen vol tot eind 2024. Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2025 worden ze in de IC Brussel vervangen door ICNG-treinstellen en treinstammen bestaande uit Belgische rijtuigen.

Ter vervanging van de rijtuigen uit de jaren 1950 en voor de uitbreiding van het materieelpark bestelt NS eind jaren ’70 nieuwe intercityrijtuigen. Het ontwerp is grotendeels gebaseerd op de middenbak van de ICM-treinstellen. Terwijl Talbot vanaf 1980 de eerste rijtuigen aflevert, besluiten NS en NMBS ook de Beneluxdienst te moderniseren met de inzet van Intercityrijtuigen. De fabrikant levert de speciale deelserie ICR-3 voor de Beneluxdienst in 1986 en 1987. De reeks is verdeeld in tien eerste klasse rijtuigen, tien rijtuigen met zowel eerste als tweede klasse, 26 tweede klasse rijtuigen en tien tweede klasse rijtuigen met keuken- en bagageafdeling. Daarnaast levert Talbot elf stuurstandrijtuigen om een trek-duwbedrijf mogelijk te maken. Voor de tractie van de treinen bestelt de NMBS 12 locomotieven van de Reeks 11.8. Zowel de locomotieven als de rijtuigen krijgen de NS-gele kleurstelling met, in plaats van een blauwe, een NMBS-rode band rond de ramen.

Op 29 september 1957 introduceren NS en NMBS een frequente internationale treindienst tussen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Antwerpen en Brussel. Voor de treinen is een speciale variant van het Materieel ’54 ontwikkeld. De twaalf treinstellen vormen het eerste spoorwegmaterieel dat geschikt is voor twee verschillende bovenleidingsspanningen. Hoewel het de bedoeling is om de treinstellen ook naar Luxemburg te laten rijden, blijkt het materieel na proefritten ongeschikt voor het heuvelachtige traject. Ook is de capaciteit van de stellen onvoldoende voor de drukke route en komt het nooit tot een echte Beneluxdienst. De Beneluxtreinen rijden een uurdienst tussen Amsterdam en Antwerpen. Eenmaal per twee uur rijdt de trein door naar Brussel. Vier van de ‘Brusselse diensten’ rijden met getrokken materieel door naar Parijs. Door het groeiende succes rijdt ‘de Benelux’ steeds vaker met meerdere treinstellen. Vanaf 1969 rijden bovendien drie extra treinen door naar Brussel. Door het beperkte aantal treinstellen, rijden deze treinen met getrokken materieel. Een jaar later wordt ‘de Benelux’ een aparte treindienst, los van de binnenlandse diensten en rijden alle treinen van en naar Brussel Zuid. NS onderzoekt intussen om een extra serie Plan V-treinstellen geschikt te maken voor de dienst naar België. Aangezien deze oplossing in meerdere opzichten onpraktisch is, wordt besloten met bestaand materieel trek-duwtreinen te vormen. De treinstammen bestaan uit een Belgische meerspanningslocomotief uit de Reeks 25.5, twee Belgische rijtuigen, drie Plan W-rijtuigen en een tot stuurstandrijtuig omgebouwd Plan D-rijtuig. De trek-duwstammen komen in 1974 op de baan.
De nieuwe Benelux

Op 3 oktober 1986 verschijnt de eerste nieuwe Benelux-treinstam bestaande uit een locomotief uit de Reeks 11.8 en zes Intercityrijtuigen in de reizigersdienst. De daaropvolgende maanden stromen ook de andere treinstammen geleidelijk in. Per 1 juli 1987 rijden alle treinen met nieuw materieel. Het daaropvolgende jaar levert Talbot de kleine deelserie ICR-4. De serie bestaat uit verschillende soorten rijtuigen, waaronder een aantal exemplaren die als reserve ook geschikt zijn voor de Beneluxdienst. Omdat ze ook andere treinen rijden, hebben ze in eerste instantie de geel-blauwe NS-kleurstelling. Al snel besluit NS alle treinstammen te versterken tot zeven rijtuigen en rijden de reserverijtuigen permanent mee. Deze krijgen hierbij de geel-rode kleurstelling.

In de loop der jaren verandert de samenstelling van de treinstammen voor de Beneluxdienst regelmatig, waardoor vaak voor langere tijd ook weer geel-blauwe rijtuigen meerijden en rood-gele rijtuigen in de binnenlandse dienst verschijnen. NS stopt dan ook snel met het bijhouden van de kleurstelling.

De eerste modernisering

Van 2000 tot 2006 zijn de intercityrijtuigen, met uitzondering van het koninklijk rijtuig en de Benelux-stuurstandrijtuigen, geheel gemoderniseerd. De ruim 300 rijtuigen krijgen onder andere een geheel nieuw interieur en airconditioning. De Beneluxrijtuigen met zowel eerste als tweede klasse zijn hierbij omgebouwd tot tweede klasse rijtuigen.

De rijtuigen behouden aan de buitenzijde in eerste instantie hun kleurstelling. In 2007 krijgen de Beneluxrijtuigen, met uitzondering van de stuurstandrijtuigen, echter de wit-roze kleurstelling van NS Hispeed. Daarnaast krijgen ze een gesloten toiletsysteem en voor de tweede keer in korte tijd een nieuw interieur. De nieuwe wit-roze kleuren zijn een voorproefje van het nieuwe materieel dat voor de Hogesnelheidslijn is besteld en op korte termijn de bestaande Intercity Brussel moet vervangen. Met het naderende einde van de ‘oude’ Beneluxtrein zijn de stuurstandrijtuigen nooit gemoderniseerd.

Nieuwe tractie voor de Intercityrijtuigen

Intussen kampen de locomotieven van de Reeks 11.8 steeds vaker met defecten. De diensten tussen Amsterdam en Brussel worden regelmatig in Roosendaal opgeknipt en met binnenlands materieel uitgevoerd. Wanneer de spoortunnel onder het Antwerpse Centraal station gereed is, hoeven de treinen hier niet langer kop te maken. Het voordeel van trek-duwstammen komt hiermee grotendeels te vervallen en ook de inzet van de Reeks 11.8 is niet langer noodzakelijk. In 2008 wordt dan ook gestart met de inzet van TRAXX-locomotieven van de NMBS. De stuurstanden worden hierbij alleen nog als reguliere rijtuigen gebruikt. Eind 2009 is de laatste loc uit de Reeks 11.8 vervangen door een TRAXX-loc. De laatste stuurstandrijtuigen verdwijnen een jaar later uit de Beneluxdienst.

Benelux wordt Fyra…

Na jaren uitstel moet de Beneluxdienst bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2013 worden vervangen door de nieuwe Fyra-treinen die gebruikmaken van de Hogesnelheidslijn. Speciaal voor de laatste dag van de reguliere Benelux, 8 december 2012, is de Belgische locomotief 1182 opgeknapt om nog eenmaal een treinpaar tussen Brussel Zuid en Amsterdam Centraal te rijden. Een dag later start de inzet van de nieuwe Fyra-treinstellen. Na diverse problemen besluit NS Hispeed de complete serie treinstellen vanaf 17 januari 2013 al niet meer in te zetten.

Op 18 februari 2013 keert de oude Intercity Brussel terug. NS en NMBS starten die dag met het beschikbare materieel een beperkte treindienst tussen Den Haag HS en Brussel Zuid. In de loop van het jaar breidt NS de frequentie verder uit en rijden de treinen ook weer van en naar Amsterdam. Om voldoende materieel beschikbaar te hebben, rijdt een aantal treinen met Belgische rijtuigen.

Intercityrijtuigen opnieuw gemoderniseerd

In 2014 besluit NS alle Intercityrijtuigen opnieuw te reviseren en een groot aantal TRAXX-locs bij te bestellen om alle geplande diensten via de Hogesnelheidslijn, waaronder de treindienst naar België, voorlopig uit te kunnen voeren. De besmette namen NS Hispeed en Fyra verdwijnen en de opgeknapte Intercityrijtuigen krijgen allemaal de klassieke geel-blauwe intercitykleurstelling.

Vanaf april 2018 rijdt de Intercity Brussel weer over de Hogesnelheidslijn via Breda. De eerste maanden rijdt nog viermaal per dag een Beneluxtrein vanuit Den Haag HS. De overige twaalf treinen rijden tussen Amsterdam en Brussel.

Laatste ronde Intercityrijtuigen in de Benelux

De instroom van de nieuwe ICNG-treinstellen en aflopende leasecontracten voor de TRAXX-locomotieven zorgen ervoor dat de eerste Intercityrijtuigen vanaf december 2022 geleidelijk uit de binnenlandse reizigersdienst verdwijnen. Alle treinen tussen Amsterdam en Brussel blijven echter nog tot 15 december 2024 met Intercityrijtuigen rijden.

NS en NMBS maken intussen in augustus 2023 bekend dat het aantal Intercitytreinen tussen Nederland en België bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2025 verdubbelt van 16 naar 32. De treinen tussen Amsterdam en Brussel vertrekken voortaan elk uur vanuit Amsterdam Zuid en stoppen alleen nog op Schiphol, Rotterdam Centraal, Antwerpen Centraal en Brussel Zuid. Vanwege de beperkte infrastructuur op station Amsterdam Zuid beginnen en eindigen de treinen in Lelystad. De ‘oude’ IC Brussel rijdt voortaan tussen Rotterdam Centraal en Brussel Zuid en doet alle stations aan waar ‘de Benelux’ nu ook stopt. Ook deze trein rijdt elk uur.

De verbinding tussen Lelystad en Brussel wordt gereden met de nieuwe ICNG-treinstellen. Door de inzet van de snelle treinstellen, het overslaan van verschillende stops en het kopmaken in Breda zijn reizigers zo’n 45 minuten korter onderweg. De andere Beneluxtrein wordt gereden met een combinatie van Belgische Traxx-locomotieven en I11-rijtuigen. Het ingaan van de compleet vernieuwde dienstregeling 2025 zorgt er zo in één keer voor dat de Intercityrijtuigen na ruim 38 jaar uit de treindienst tussen Amsterdam en Brussel verdwijnen.

Net als de treinstellen uit de jaren 1950 en de trek-duwstammen uit de jaren 1970 hebben de Benelux-treinstammen met Intercityrijtuigen een eigen huisstijl. Door het toevoegen en uitwisselen van Intercityrijtuigen in de geel-blauwe NS-huisstijl zijn al in de beginjaren diverse variaties op de baan. Hoewel NS in de beginjaren nog rijtuigen van de bijpassende kleurstelling voorziet, blijft het lastig de rood-gele Benelux huisstijl consequent vast te houden. In 2007 zorgt de introductie van de wit-roze huisstijl van NS Hispeed weer voor kleurrijke Beneluxtreinen. Zo behouden de stuurstanden de oude Benelux-kleuren. In de jaren het Fyra-debacle verdwijnt de wit-roze huisstijl weer en krijgen álle Intercityrijtuigen de geel-blauwe NS-huisstijl. Tussen alle kleurvarianten brengt NS Hispeed begin maart 2012 een Olympische bestickerde Benelux-treinstam op de baan. Met de hoofdzakelijk paarse rijtuigen maakt NS Hispeed reclame voor de Eurostar waarmee vanuit Brussel naar de Olympische Zomerspelen in Londen gereisd kan worden. De paarse treinstam is tot in december 2012 op de baan.

Eind 2010 gaan de laatste stuurstandrijtuigen voor de Beneluxtreinen buiten dienst. Rijtuig 50 84 28-70 101-7 gaat hierna over naar het Spoorwegmuseum. Met het rijtuig verwerft het museum het laatste rijtuig met het originele intercity-interieur uit de jaren ’80.

Op de foto boven dit artikel: Ondanks eerdere plannen rijdt de Beneluxdienst in 2016 nog altijd via de klassieke verbinding via Roosendaal. Zo snelt NMBS-loc 2815 met een sleep Intercityrijtuigen onderweg van Amsterdam naar Brussel op 27 augustus 2016 door Oudenbosch.