12 augustus 2024
Van 1954 tot de zomer van 1998 zet NS in Zuid-Limburg de befaamde Blauwe Engelen in. In de tussentijd gaat een deel van de diesellijnen in het heuvelland over naar de ZLSM. Ondanks dat de museumvereniging na het afscheid van het materieel een Blauwe Engel bezit, blijft het onaangeroerd in een loods staan. In de zomer van 2024 keert het motorrijtuig van het Spoorwegmuseum echter terug naar Zuid-Limburg. De 41, die bijna dertig jaar tot de vaste Limburgse motorrijtuigen behoort, komt voor een periode van drie jaar in bruikleen van de ZLSM.
Tijdens de wederopbouwperiode moderniseert NS in snel tempo het materieelpark. Op de trajecten waar elektrificatie niet direct aan de orde is, worden de laatste stoomtreinen vervangen door modern dieselelektrisch materieel van het type Plan X. Van 1952 tot 1955 bouwt Allan in Rotterdam 30 motorrijtuigen en 46 tweewagenstellen. Het materieel krijgt op beide neuzen een gevleugeld aluminium logo van NS en de fabrikant. In combinatie met de moderne lichtblauwe kleurstelling zorgt dit voor de befaamde bijnaam Blauwe Engel.
Halverwege de jaren 1970 zijn 26 treinstellen grondig gemoderniseerd. De motorrijtuigen en niet gemoderniseerde treinstellen rijden in 1985 voor het laatst. Hoewel het de bedoeling is de gemoderniseerde tweewagenstellen begin jaren ’90 samen met het Plan U-materieel te vervangen, rijden de laatste treinstellen tot in 2002 op het Nederlandse spoorwegnet.
Blauwe Engelen in Zuid-Limburg
Vanaf 1954 zet NS de Blauwe Engelen ook in Zuid-Limburg in. In eerste instantie rijden de tweewagenstellen door het Limburgse heuvelland. Door het beperkte motorvermogen zijn ze al snel ingeruild voor de motorrijtuigen 39-50. Het twaalftal rijdt tussen Maastricht en Liège en via Simpelveld tussen Valkenburg en Heerlen. Vanaf 1961 rijden de motorrijtuigen ook naar Aachen. Vijf jaar later zijn het latere museumrijtuig 41 en de 42-44 speciaal voor deze dienst voorzien van Indusi. In 1976 is de treindienst overgenomen door Duits materieel.
In de zomer van 1982 vervangen de gemoderniseerde treinstellen 178-186 de Zuid-Limburgse motorrijtuigen. Drie jaar later neemt Belgisch materieel de treindienst tussen Liège en Maastricht over. In 1986 is het baanvak Heerlen – Kerkrade geëlektrificeerd en pendelen de laatste Limburgse stellen alleen nog tussen Valkenburg en Kerkrade. Nadat het baanvak Kerkrade – Simpelveld in mei 1988 is gesloten, verdwijnen de treinstellen uit Limburg.
Met ingang van de volgende winterdienst keren de 178 en 179, inmiddels voorzien van Indusi, terug voor de overname van de treindienst tussen Maastricht en Aachen. Op 31 mei 1992 is de verbinding via Simpelveld opgeheven en verhuist het duo, inmiddels versterkt met de 171, naar de heropende verbinding tussen Heerlen en Aachen. Hier gaan ze in augustus 1998 als laatste Blauwe Engelen bij NS buiten dienst. Twee andere stellen rijden hierna nog tot 2002 voor Connexxion tussen Almelo en Mariënberg.
Motorrijtuig 41 van het Spoorwegmuseum
Na het vertrek uit Zuid-Limburg rijden motorrijtuig 41 en enkele soortgenoten nog enkele jaren op de diesellijnen in Gelderland en Overijssel. Na de buitendienststelling in 1985 ontfermt Stibans zich over de Blauwe Engel. Het plan is dan nog om het motorrijtuig na het inbouwen van een origineel interieur in te zetten op de museumlijn van de VSM.
In 1987 neemt NS de 41 over om op te knappen voor het 150-jarig jubileum van de spoorwegen in 1989. Het motorrijtuig is hierbij cosmetisch weer zoveel mogelijk in de originele staat teruggebracht. Na het jubileum is de Blauwe Engel aan het Spoorwegmuseum overgedragen. In 1995 begint de technische restauratie van het rijtuig. Vanaf begin 1996 is de 41 weer rijvaardig. Het museum zet het motorrijtuig regelmatig in bij diverse ritten als de Heimwee Expres.
Miljoenenlijn wordt museumlijn
Met het oog op de sluiting van het minst rendabele deel van de Miljoenenlijn is in 1988 de Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij opgericht. Datzelfde jaar sluit NS het baanvak tussen Kerkrade en Simpelveld. Vier jaar later volgt ook de treindienst tussen Schin op Geul en Aachen. De ZLSM neemt hierna het traject Schin op Geul – Simpelveld – Vetschau en de lijn naar Kerkrade over van NS. Vanaf 1995 rijdt de vereniging toeristische ritten tussen Schin op Geul en Kerkrade. Vanaf 2004 rijden ook pendeltreinen naar het Duitse Vetschau.
Omdat de ZLSM relatief laat is opgericht, is er vrijwel geen historisch Nederlands materieel voorhanden. De ZLSM bouwt hierdoor een materieelpark met voornamelijk buitenlands materieel op. In de zomer van 1999 draagt NS de 179 als laatste Limburgse Blauwe Engel over aan de ZLSM. Ondanks de historische verbondenheid met de Zuid-Limburgse diesellijnen staat het treinstel sindsdien onaangeroerd in een loods in Simpelveld.
Toch een Blauwe Engel in Zuid-Limburg
In de zomer van 2024 keert de Blauwe Engel van het Spoorwegmuseum terug naar Limburg. Op maandagochtend 19 augustus 2024 wordt de 41 vanuit het museum overgebracht naar Blerick waar na jarenlange stilstand enkele reparaties worden uitgevoerd. Hierna komt het motorrijtuig voor een periode van drie jaar in bruikleen van de ZLSM. Hier kan de Blauwe Engel, net als decennia eerder, weer in het historisch verantwoorde ensemble van de Zuid-Limburgse diesellijnen met historische gebouwen en bouwwerken en klassieke beveiliging worden vastgelegd.
Naast de 41 en de 179 is treinstel 186 bewaard bij Transit Oost in Winterswijk. Het is de bedoeling het treinstel komende jaren weer rijvaardig te maken. Verre van compleet is treinstel 180 die RailPleasure in Twekkelo bij Hengelo is terechtgekomen. Van treinstel 164 is één rijtuig en een kop bewaard bij Bed & Breakfast Controversy Tram Inn in Hoogwoud. De STAR bezit een kop van motorrijtuig 21. Een kop van de 169 is in particulier bezit.
Op de foto boven dit artikel: Ter gelegenheid van het 140-jarig bestaan van station Baarn is DE 1 motorrijtuig 41 op 4 oktober 2014 de hele dag op het station te bezichtigen. In de ochtend rijdt het motorrijtuig onder de karakteristieke brug het station binnen.