Regionale vervoerder Arriva heeft al sinds jaar en dag de zinnen op het hoofdrailnet gezet. In 2021 doet de vervoerder al een succesvolle aanvraag bij de ACM voor het rijden van nachttreinen naar Schiphol. Nadat eind 2022 bekend wordt dat de al jarenlang door de voerder gewenste sprinterdiensten van Groningen en Leeuwarden naar Zwolle bij NS blijven, dient Arriva alsnog een verzoek bij de ACM in om extra treinen op genoemde verbindingen te mogen rijden.
Terwijl er jarenlang wordt gesproken over de decentralisatie van de sprinterdiensten van Zwolle naar Groningen en Leeuwarden, besluit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in november 2022 dat NS ook tijdens de concessieperiode 2025-2035 de sprinterdiensten tussen Zwolle en de noordelijke provinciehoofdsteden mag blijven verzorgen. Daarnaast verliezen de regionale vervoerders op 13 december 2022 het kort geding dat ze, verenigd in de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland, tegen de onderhandse gunning van de concessie voor het hoofdrailnet aan NS hebben ingediend. Volgens de rechter kan er niet van uitgegaan worden dat de overheid met de gunning handelt in strijd met Europese wet- en regelgeving.
De dag na de uitspraak van de rechtbank maakt Arriva echter bekend dat het bedrijf bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een aanvraag heeft ingediend om vanaf 2025 alsnog extra treinen tussen Groningen en Zwolle en tussen Leeuwarden en Zwolle te gaan rijden. De vervoerder wil zo volgens het Europese principe van open toegang op het spoor extra treindiensten bovenop het bestaande aanbod op het hoofdrailnet aanbieden.
De aanvraag sluit aan op het offensief dat Arriva sinds enkele jaren op het hoofdrailnet heeft ingezet. Zo dient de vervoerder in 2021 bij de ACM al een succesvolle aanvraag in voor twee nachttreinen naar Schiphol. In december 2022 start Arriva dan ook met een nachttrein tussen Maastricht en Schiphol, in januari 2023 gevolgd door een nachttrein van Groningen naar de luchthaven. De vervoerder rijdt deze treinen buiten de eigen concessie voor eigen risico.
De aanvraag voor extra treinen op het noordelijke deel van het hoofdrailnet bevat een stoptreindienst die elk halfuur tussen Groningen en Zwolle zou moeten gaan rijden. In de spits moet bovendien elk halfuur een extra sneltrein tussen beide steden gaan rijden. Deze sneltreinen moeten, in tegenstelling tot de Intercity’s van NS, ook in Hoogeveen en in de drukste richting in Meppel gaan stoppen. Voor de stoptreinen wil Arriva bovendien het geplande station in Staphorst in gebruik nemen.
Ook tussen Leeuwarden en Zwolle wil Arriva tweemaal per uur een stoptreindienst aanbieden. Deze treinen moeten bovendien gaan stoppen bij de ongebruikte evenementenhalte Heerenveen IJsstadion en de geplande voorstadshalte Leeuwarden Werpsterhoeke. Tussen Heerenveen en Leeuwarden wil Arriva bovendien in de spits twee keer vier extra stoptreinen laten rijden.
Met de plannen wil Arriva voor de treinen tussen Groningen en Leeuwarden en Zwolle onder andere door middel van stuntprijzen een vergelijkbare reizigersgroei als op de regionale lijnen in de noordelijke provincies realiseren.
Arriva rijdt sinds 2006 onder andere op de noordelijke diesellijnen. Vrijwel al deze lijnen maken een flinke reizigersgroei door. De dochter van Deutsche Bahn zet de zinnen al snel op de aansluitende sprinterdiensten van Groningen en Leeuwarden naar Zwolle. Om de plannen kracht bij te zetten, presenteren de regionale vervoerders, verenigd in de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland, in het voorjaar van 2020 al een ambitieus plan voor het bus- en treinvervoer in zowel Noord-, Oost- als Zuid-Nederland. Volgens de visie OV20-30 zou NS de intercity’s op het hoofdrailnet blijven rijden, maar moeten de sprinterdiensten gedecentraliseerd worden om zo een eenheid met de regionale spoorlijnen en busdiensten te vormen. In Noord-Nederland zouden bijvoorbeeld de sprinters Zwolle – Groningen en Zwolle – Leeuwarden naar een commerciële vervoerder moeten gaan.
Ondanks dat het Ministerie van IenW heeft toegezegd dat genoemde sprinterdiensten ook na 2025 bij NS blijven, zet Arriva de plannen toch door. Nu door via zogenaamd Open Access extra treindiensten aan bieden. Hiervoor gelden echter wel voorwaarden: zo mag de extra passagiersdienst het economisch evenwicht van een bestaande concessie niet in gevaar brengen en moet er genoeg ruimte zijn op het spoor. Mocht de ACM akkoord gaan, dan mag ProRail bepalen of de extra treinen in de bestaande dienstregeling passen. Uitdagingen zijn de beperkte mogelijkheden op het vernieuwde Groningse stationsemplacement en de verschillende brugopeningen die op de lijn naar Leeuwarden nu al de NS-dienstregeling bepalen.
Lees hier het persbericht van Arriva
Melding nieuwe dienst Groningen-Zwolle bij de ACM
Melding nieuwe dienst Leeuwarden-Zwolle bij de ACM
Op de foto boven dit artikel vertrekt WINK-treinstel 611 op 17 april 2021 uit Leeuwarden naar Harlingen Haven. Rechts staat treinstel 614 gereed voor vertrek naar Sneek. De WINK-treinstellen kunnen ook gebruik kunnen maken van de bovenleiding en zo ook in de nieuwe diensten op het hoofdrailnet worden ingezet.