25 september 2024
Regionale vervoerder Arriva heeft al sinds jaar en dag de zinnen op het hoofdrailnet gezet. In 2021 doet de vervoerder al een succesvolle aanvraag bij de ACM voor het rijden van nachttreinen naar Schiphol. Nadat eind 2022 bekend wordt dat de al jarenlang door de vervoerder gewenste sprinterdiensten van Groningen en Leeuwarden naar Zwolle bij NS blijven, dient Arriva alsnog een verzoek bij de ACM in om extra treinen op genoemde verbindingen te mogen rijden. Ondanks een hardnekkig personeelstekort, weet de vervoerder schijnbaar wel mensen te vinden om met ingang van de nieuwe dienstregeling 2025 de eerste concurrerende treinen tussen Groningen en Zwolle gaan rijden.
Terwijl er jarenlang wordt gesproken over de decentralisatie van de sprinterdiensten van Zwolle naar Groningen en Leeuwarden, besluit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in november 2022 dat NS ook tijdens de concessieperiode 2025-2035 de sprinterdiensten tussen Zwolle en de noordelijke provinciehoofdsteden mag blijven verzorgen.
Daarnaast verliezen de regionale vervoerders op 13 december 2022 het kort geding dat ze, verenigd in de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland, tegen de onderhandse gunning van de concessie voor het hoofdrailnet aan NS hebben ingediend. Volgens de rechter kan er niet van uitgegaan worden dat de overheid met de gunning handelt in strijd met Europese wet- en regelgeving.
Arriva zet door
De dag na de uitspraak van de rechtbank dient Arriva bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) echter een aanvraag in om vanaf 2025 alsnog extra treinen tussen Groningen en Zwolle en tussen Leeuwarden en Zwolle te gaan rijden. De vervoerder wil zo volgens het Europese principe van open toegang op het spoor extra treindiensten bovenop het bestaande aanbod op het hoofdrailnet aanbieden.
De aanvraag sluit aan op het offensief dat Arriva sinds enkele jaren op het hoofdrailnet heeft ingezet. Zo dient de vervoerder in 2021 bij de ACM al met succes een aanvraag in voor twee nachttreinen naar Schiphol. In december 2022 start Arriva met een nachttrein tussen Maastricht en Schiphol, in januari 2023 gevolgd door een nachttrein van Groningen naar de luchthaven. De vervoerder rijdt de treinen buiten de eigen concessie voor eigen risico.
De aanvraag voor extra treinen op het noordelijke deel van het hoofdrailnet bevat een stoptreindienst die elk halfuur tussen Groningen en Zwolle zou moeten gaan rijden. In de spits moet bovendien elk halfuur een extra sneltrein tussen beide steden gaan rijden. Deze sneltreinen moeten, in tegenstelling tot de Intercity’s van NS, ook in Hoogeveen en in de drukste richting in Meppel gaan stoppen. Voor de stoptreinen wil Arriva bovendien het geplande station in Staphorst in gebruik nemen.
Ook tussen Leeuwarden en Zwolle wil Arriva tweemaal per uur een stoptreindienst rijden. Deze treinen moeten bovendien gaan stoppen bij de ongebruikte evenementenhalte Heerenveen IJsstadion en de geplande voorstadshalte Leeuwarden Werpsterhoeke. Tussen Heerenveen en Leeuwarden wil Arriva bovendien in de spits twee keer vier extra stoptreinen laten rijden.
Met de plannen wil Arriva voor de treinen tussen Groningen en Leeuwarden en Zwolle onder andere door middel van stuntprijzen een vergelijkbare reizigersgroei als op de regionale lijnen in de noordelijke provincies realiseren.
Concurrentie op het spoor kan van start
Op 24 september 2024 wordt bekend dat de vervoerder bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling 2025 van maandag tot en met donderdag in beide spitsen twee sneltreinen tussen Zwolle en Groningen mag rijden. Op vrijdagen kunnen de treinen vier keer rijden. Het aantal ritten is aanzienlijk minder dan de vervoerder heeft aangevraagd.
Terwijl de stoptreinen niet in de NS dienstregeling in te passen zijn, zouden meer sneltreinen volgens ProRail een risico vormen voor stabiliteit van de spoorbaan. Arriva heeft voor dit laatste punt een bezwaar bij de ACM ingediend. Vanwege het lage aantal ritten is het nog niet zeker of de vervoerder in december met de nieuwe treindienst van start gaat.
Arriva rijdt sinds 2006 onder andere op de noordelijke diesellijnen. Vrijwel al deze lijnen maken een flinke reizigersgroei door. De vervoerder zet de zinnen al snel op de aansluitende sprinterdiensten van Groningen en Leeuwarden naar Zwolle. Om de plannen kracht bij te zetten, presenteren de regionale vervoerders, verenigd in de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland, in het voorjaar van 2020 al een ambitieus plan voor het bus- en treinvervoer in zowel Noord-, Oost- als Zuid-Nederland. Volgens de visie OV20-30 zou NS de intercity’s op het hoofdrailnet blijven rijden, maar moeten de sprinterdiensten gedecentraliseerd worden om zo een eenheid met de regionale spoorlijnen en busdiensten te vormen. Ondanks dat het Ministerie van IenW heeft toegezegd dat de sprinterdiensten in het noorden ook na 2025 bij NS blijven, zet Arriva de plannen toch door. Nu door via zogenaamd Open Toegang extra treindiensten aan bieden. Hiervoor gelden echter wel voorwaarden: zo mag de extra passagiersdienst het economisch evenwicht van een bestaande concessie niet in gevaar brengen en moet er genoeg ruimte zijn op het spoor. Nu de ACM akkoord is, mag ProRail bepalen of de extra treinen in de bestaande dienstregeling passen. Vooralsnog geldt dit dus voor 8-16 treinen per dag.
Terwijl Arriva in de noordelijke provincies met meer treinen gaat rijden, rijdt de vervoerder al jarenlang een beperkte treindienst in Zuid-Limburg. Verschillende omstandigheden, waaronder een hardnekkig personeelstekort, zorgen ervoor dat de Arriva in september 2024 genoodzaakt is het aantal stoptreinen tussen Sittard en Heerlen en het aantal sneltreinen tussen Maastricht en Heerlen zelfs semipermanent te halveren. Ook de treindienst tussen Heerlen en Aachen kent veel uitval. De focus van de vervoerder ligt echter op het aanbieden van treinen buiten de eigen concessiegebieden.
Lees meer over concurrentie op het spoor in het bericht van treinreiziger.nl
Op de foto boven dit artikel vertrekt WINK-treinstel 611 op 17 april 2021 uit Leeuwarden naar Harlingen Haven. Rechts staat treinstel 614 gereed voor vertrek naar Sneek. De WINK-treinstellen kunnen ook gebruik kunnen maken van de bovenleiding en zo ook in de nieuwe diensten op het hoofdrailnet worden ingezet.