De eerste generatie dubbeldeksmaterieel van NS is begin jaren ’80 ontwikkeld om in de spits, gecombineerd met elektrische locomotieven uit de serie 1600 als treinstammen in te zetten. Ze vervangen hiermee vanaf 1985 voornamelijk het oude elektrische stroomlijnmaterieel en getrokken rijtuigen die tot dan de diverse spitstreinen rijden. Tussen 1984 en 1986 bouwt Talbot in Aachen 75 dubbeldeksrijtuigen. In eerste instantie bestaan de treinstammen uit zeven rijtuigen. In de jaren ’90 zijn de treinstammen ingekort en zijn diverse rijtuigen in de intercitydienst tussen de Randstad en Limburg ingezet. Voor diezelfde verbinding is een aantal rijtuigen verbouwd tot fietsrijtuigen. Ook zijn overbodige stuurstandrijtuigen op het traject ingezet. Vanaf 2006 rijden de rijtuigen alleen nog in dubbeldeksstammen. In september 2010 gaan alle rijtuigen terzijde. In 2011 en 2012 is het materieel echter tijdelijk weer in dienst. Vanaf eind 2011 verzorgen locomotieven uit de serie 1700 voor de tractie. Begin 2015 maakt NS bekend dat 44 rijtuigen worden opgeknapt en als elf vierwagenstammen weer in dienst komen.
Met de komst van de groeikernen in de jaren ’60 neemt ook het forensenvervoer in de spits sterkt toe. NS rijdt dan ook op diverse trajecten van en naar de grote steden extra spitstreinen. Deze treinen rijden tot begin jaren ’80 voornamelijk met het oudste beschikbare materieel. In de diensten van en naar Amsterdam rijden deze periode het Materieel ’46 en getrokken treinen met Plan D-, Plan K- en Plan N-rijtuigen hun laatste kilometers. Voor vervanging van het oude materieel en met het oog op de beperkte perronlengtes kijkt NS naar dubbeldeksrijtuigen. In 1980 rijden Franse rijtuigen bij wijze van proef enkele spitstreinen tussen Amsterdam en Amersfoort. Uiteindelijk besluit NS zelf een ontwerp te maken en 75 rijtuigen te laten bouwen door Talbot in Aachen. De fabrikant levert tussen 1984 en 1986 33 rijtuigen tweede klasse en 29 rijtuigen met zowel eerste als tweede klasse af. Ook bouwt Talbot 13 tweede klasserijtuigen met stuurstand. Deze rijtuigen krijgen stroomafnemers om diverse installaties van energie te kunnen voorzien wanneer er geen locomotief is aangekoppeld. In oktober 1986 voorziet NS de dertien stuurstandrijtuigen in samenwerking met het Wereld Natuur Fonds van een gestileerde afbeelding en naam van een bedreigde diersoort.
De dubbeldeksstammen rijden de eerste jaren in stammen van zeven rijtuigen en een locomotief uit de serie 1600. De vaste samenstelling is: Bvk+ABv+Bv+ABv+ABv+Bv+Bv+1600. Voor de dienst tussen Utrecht en Tiel zijn in 1993 drie treinstammen ingekort tot zes rijtuigen met de samenstelling: Bvk+ABv+Bv+ABv+Bv+Bv+1600.
In 1995-1996 zijn zes rijtuigen in Tilburg omgebouwd tot fietsrijtuig. Terwijl op de bovenverdieping de zitplaatsen gehandhaafd blijven, is de complete benedenafdeling geschikt gemaakt voor het vervoer van fietsen. Door de inzet van de dubbeldeksrijtuigen blijft de zitplaatscapaciteit tussen Zandvoort en Zuid-Limburg, ondanks de toevoeging van een fietsrijtuig in de zomer, nagenoeg gelijk. Dit is nodig aangezien de treinen door beperkte perronlengte van enkele stations op de verbinding niet verder verlengd kunnen worden. De rijtuigen zijn zo ingericht dat het interieur van de benedenverdieping relatief eenvoudig kan worden verwijderd en teruggeplaatst. Voor snelle doorstroming bij de deuren stelt NS eenrichtingsverkeer in. Om rijtuigen vrij te maken, zijn vier dubbeldeksstammen ingekort tot stammen van vijf rijtuigen. NS zet de korte stammen voornamelijk op de Veenendaallijn in.
In 1998 zijn nogmaals acht tweede klasse rijtuigen omgebouwd. Vanaf januari 1999 zet NS ook deze rijtuigen in getrokken reizigerstreinen in. Door het terugtrekken van de rijtuigen uit de dubbeldeksstammen, raken twee stuurstandrijtuigen min of meer overbodig. Beide rijtuigen rijden vanaf november 2000 als getrokken rijtuigen in de normale intercitydienst mee. In de zomer van 2001 keren de eerste vier Bv-rijtuigen terug in de normale dubbeldekstreinstammen. De vier vijfwagenstammen zijn hierbij weer verlengd tot zeswagenstammen.
Op 6 september 2010 gaan alle rijtuigen buiten dienst. Bvk 108 en ABv 618 worden drie maanden later eigendom van het Spoorwegmuseum. Diezelfde periode besluit NS tien treinstammen te reactiveren. De stammen zijn nodig om een deel van het grote materieeltekort dat is ontstaan door het strenge winterweer op te vangen. In januari 2011 komen de treinstammen inclusief bijbehorende locomotieven van de serie 1800 weer in dienst. Ook de museumrijtuigen zijn opgenomen in de treinstammen. In april 2011 staakt NS de inzet van het materieel opnieuw. In november dat jaar komt een aantal stammen echter weer in dienst. De tractie wordt niet langer verzorgd door locomotieven uit de serie 1800 maar door aangepaste locs uit de serie 1700. Hoewel tien stammen rijvaardig zijn, rijden de eerste maanden dagelijks slechts twee stammen. Deze stammen wisselen regelmatig zodat het materieel in conditie blijft. Begin 2012 breidt NS het aantal planmatig rijdende stammen verder uit. Enkele maanden later wordt het aantal rijdende treinstammen alweer beperkt. In de zomer van 2012 gaat de complete serie weer terzijde.
Begin 2015 wordt bekend dat 44 rijtuigen worden opgeknapt en opnieuw in dienst komen om het tekort aan stoptreinmaterieel op te vangen. Met 44 opgeknapte rijtuigen en locomotieven uit de serie 1700 worden vanaf september 2016 elf vierwagenstammen Bvk+Bv+ABv+Bv+1700 gevormd. De treinstammen worden genummerd in de serie 7200. Hierbij is het nummer van het stuurstandrijtuig leidend zodat de nummers 7201-7208, 7211-7213 ontstaan. Eind maart 2016 gaan de eerste proefritten van start. Drie maanden later keert de eerste treinstam terug in de reizigersdienst. Tegelijkertijd is museumrijtuig ABv 50 84 26-37 618-4 voor het eerst in het Spoorwegmuseum te zien. Het stuurstandrijtuig dat eerder aan het museum is toegewezen, keert met stam 7208 terug in de reizigersdienst.
De dubbeldeksrijtuigen behouden hun hele loopbaan hetzelfde rode interieur. Alleen stuurstandrijtuig ‘Panda’ krijgt na herstel van brandschade in 1993 het groene interieur van het DD-AR materieel. Bij de opknapbeurt in 2015 en 2016 zijn de banken in de eerste klasse van nieuwe rode bekleding voorzien. Ook zijn de binnenwanden van eerste en tweede klasse met stickers gedecoreerd. Door het uitblijven van een schilderbeurt blijft de buitenzijde van de opgeknapte rijtuigen vrijwel gelijk. Bij de uiteinden van de treinstam komt in 2016 het stamnummer te staan. De meest opvallende wijziging is de baanschuiver die in 1999 op de stuurstandrijtuigen is aangebracht. In december 2019 gaan de laatste treinstammen samen met het laatste onverbouwde DD-AR materieel definitief terzijde.
Het grootste deel van de rijtuigen is in 2021 gesloopt. Naast genoemde museumrijtuigen heeft Strukton ook een rijtuig in bezit. Het rijtuig is bestemd als rijdende opslagruimte annex personeelsverblijf.
Inzet
De dubbeldeksstammen rijden in eerste instantie vrijwel uitsluitend de treinen waarvoor ze bedoeld zijn. NS zet het materieel in diverse spitstreinen in Noord-Holland en de Randstad in. Een aantal van de spitstreinen via de Oude Lijn begint en eindigt in Brabantse steden als Bergen op Zoom, Tilburg en Eindhoven. Ook wordt het materieel ingezet bij evenementen als de Amstel Gold Race en diverse voetbalwedstrijden. Tijdens het 150-jarig jubileum van NS in de zomer van 1989 rijden de stammen vanuit verschillende steden als Zwolle en Nijmegen extra treinen naar Utrecht. Ook gaat het Dubbeldeksmaterieel de doorgaande spitsstoptreinen tussen Den Haag en Eindhoven via Utrecht rijden. Vanaf de zomer van 1990 worden de stammen ingezet in de reguliere intercitydienst tussen Amsterdam en Nijmegen. In 1992 gaan ze, in verband de extra toeloop van reizigers voor de Floriade in Zoetermeer, planmatig ook enkele treinen tussen Den Haag en Nijmegen rijden. Het materieel rijdt tijdens het evenement ook diverse extra treinen vanuit Amsterdam, Rotterdam en Amersfoort.
In januari 1993 gaat het materieel tussen Utrecht en Tiel rijden. Tegelijkertijd neemt het nieuwe dubbeldeksmaterieel een aantal spitstreinen naar Brabant over. Bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling in de zomer dat jaar koppelt NS de treindienst Amsterdam – Nijmegen aan de verbinding Amsterdam – Den Helder. Een deel van de reguliere doordeweekse dienst wordt uitgevoerd met DDM-1 treinstammen. Ook enkele spitstreinen tussen Amsterdam en Enkhuizen en tussen Den Haag en Eindhoven worden nog door het materieel gereden. In 1995 verdwijnt het materieel uit de verbinding Den Helder – Nijmegen. Vrijgekomen stammen keren voornamelijk terug in Noordhollandse spitsdiensten.
Vanaf de zomer van 1995 zet NS de zes fietsrijtuigen in de drukste treinen tussen Zandvoort en Zuid-Limburg in. Na de zomer worden de banken in de benedenverdieping teruggeplaatst en blijven de rijtuigen op de intercityverbinding rijden. De treinen rijden regelmatig in opvallende combinaties met Plan W-rijtuigen of locomotieven uit de jaren ’50. Twee van de ingekorte dubbeldeksstammen rijden vanaf dat jaar tijdens de spits tussen Utrecht en Rhenen.
In de tweede helft van de jaren ’90 worden meer dubbeldeksstammen ingekort en gaan in totaal 14 rijtuigen in getrokken intercitytreinen rijden. De rijtuigen zijn voornamelijk te zien tussen de Randstad en Limburg, maar er verschijnen ook rijtuigen op andere trajecten zoals de IJssellijn. In 2006 keren de rijtuigen terug in de dubbeldeksstammen. Het materieel rijdt dan, naast enkele spitstreinen in Noord-Holland en Flevoland, voornamelijk de snelteinen tussen Alkmaar en Amersfoort Vathorst en tussen Amsterdam en Breda. Vanaf dienstregeling 2007 verdwijnt het materieel tussen Alkmaar en Amersfoort. Vrijgekomen treinstammen gaan de intercity’s van Hoofddorp via zowel Amsterdam Zuid als via Amsterdam Centraal naar Lelystad Centrum rijden. Ook rijden de stammen nog enkele spitstreinen tussen Amsterdam en Enkhuizen. Op 6 september 2010 eindigt voor de eerste keer de planmatige inzet van het materieel.
In januari 2011 komt het grootste deel van de treinstammen opnieuw voor enkele maanden in dienst. De stammen gaan rijden op de trajecten waar ze voor hun buitendienststelling ook rijden. Het materieel keert voor drie maanden terug tussen Amsterdam en Breda, tussen Amsterdam en Enkhuizen en tussen Hoofddorp en Lelystad. De stammen die in november 2011 weer in dienst komen, rijden in eerste instante enkele spitstreinen tussen Amsterdam en Enkhuizen. In februari 2012 komen hier ook voor enkele weken intercitys tussen Enkhuizen en Amersfoort bij. In de zomer van 2012 gaan de rijtuigen opnieuw buiten dienst.
In de laatste week van juni 2016 keert de eerste opgeknapte treinstam terug in de reizigersdienst. De daaropvolgende weken komen meer stammen op de baan. Vanaf september dat jaar zijn alle 11 treinstammen officieel in dienst. Het DDM-1 rijdt in de eerste weken alleen spitstreinen tussen Amsterdam en Enkhuizen. Later verschijnen ze ook in de spits-intercity’s tussen Alkmaar en Haarlem en tussen Amsterdam en Zandvoort. Vanaf december 2016 rijden de treinstammen ook in de reguliere intercitydienst tussen Amsterdam en Enkhuizen. Een jaar later is laatstgenoemde treindienst doorgetrokken naar Heerlen en rijden de treinstammen opnieuw alleen nog spitstreinen tussen Amsterdam en Enkhuizen en tussen Haarlem en Alkmaar.
Museumrijtuigen
Nadat het Dubbeldeksmaterieel in september 2010 voor het eerst buiten dienst gaat, wordt in december dat jaar bekend dat twee rijtuigen worden opgenomen in de collectie van het Spoorwegmuseum. De Bvk 50 84 26-37 108-6 en ABv 50 84 26-37 618-4 komen echter in januari 2011 alweer voor enkele maanden weer in dienst. Ook tussen december 2011 en mei 2012 zijn de rijtuigen in de reizigersdienst te zien. Hierna zijn de rijtuigen tussen de andere terzijde gestelde Dubbeldeksrijtuigen in Nijmegen gestald. Eind 2015 is het ABv-rijtuig naar Blerick overgebracht en zo officieel opgenomen in de collectie van het museum. Een half jaar later is het rijtuig naar de grote hal van het museum overgebracht en hier opnieuw geschilderd. De Bvk is intussen opgeknapt om in juli 2016 wederom terug te keren in de reizigersdienst.
Op de foto boven dit artikel: Van 2017 tot 2019 pendelen tijdens de spitsuren drie DDM-stammen tussen Haarlem en Alkmaar. Alleen in de spitsrichting mogen reizigers mee. Zo is op 19 april 2019 treinstam 7205 met E-loc 1731 tussen Uitgeest en Castricum onderweg als intercity van Haarlem naar Alkmaar. Op de achtergrond rijden E-loc 1760 en treinstam 7204 als ledig materieel van de eerste spitsrit leeg terug naar Haarlem voor de volgende rit.