In 1981 neemt NS voor het eerst in 25 jaar een serie nieuwe elektrische locomotieven in gebruik. De locomotieven zijn gebaseerd op de SNCF-locs van de serie BB 7200. Tussen 1981 en 1983 komen 58 locomotieven van de serie 1600 in dienst. In 1999 wordt de serie verdeeld onder NS Reizigers en NS Cargo wat later opgaat in Railion en DB Cargo. De reizigerslocomotieven krijgen nummers in de serie 1800. Door terugloop van het aantal getrokken reizigerstreinen gaan begin 2011 de laatste locs uit de serie 1800 bij NS terzijde. Door hun beperkte inzetbaarheid heeft DB Cargo de laatste jaren slechts enkele exemplaren in dienst. In april 2020 rijden de locs voor het laatst voor de goederenvervoerder. Zo’n vijftien locomotieven uit de serie 1600/1800 komen intussen terecht bij particuliere vervoerders.

Halverwege de jaren ’70 oriënteert NS zich op nieuwe locomotieven. De locomotieven moeten geschikt zijn om zowel getrokken intercity’s als zware goederentreinen te versnellen. Ook wordt gekeken naar een verbetering van comfort, bediening en veiligheid van machinisten. Er wordt zowel een Franse als een Duitse locomotief naar Nederland gehaald voor proefritten. Uiteindelijk kiest NS voor een ontwerp dat is gebaseerd op de Franse ‘nez cassés’ van de serie BB 7200.

De nieuwe reeks locomotieven is bedoeld om de de kleine series 1000 en 1500 te vervangen. In eerste instantie bestelt NS dan ook maar 20 exemplaren. Deze bestelling is later met 28 locs uitgebreid. Met het oog op de komst van het nieuwe Dubbeldeksmaterieel vergroot NS de bestelling uiteindelijk tot 58 stuks. De 1601-1658 zijn tussen maart 1981 en mei 1983 afgeleverd. Met de locomotieven keert een traditie uit het stoomtijdperk terug op het spoor. Alle locomotieven zijn in de jaren ’80 voorzien van de naam en een gestileerd gemeentewapen van een stad met een intercitystation. Uitzondering is de 1602 die de naam en het logo van Schiphol krijgt.

Eind jaren ’80 heeft NS plannen om nog eens 45 tot 85 locomotieven aan te schaffen. Het is de bedoeling het beoogd tekort aan stoptreinmaterieel op te vullen met een groot aantal korte stammen dubbeldeksmaterieel. Uiteindelijk besluit NS hiervoor een nieuwe serie locomotieven, de serie 1700, te bestellen.

In 1995 wordt NS opgesplitst in NS Reizigers en NS Cargo. De locomotieven uit de jaren ’50 gaan de meeste goederentreinen rijden. De serie 1700 komt volledig in de reizigersdienst terecht. De locs uit de serie 1600 rijden zowel in de reizigers- als in de goederendienst. Wanneer vanaf 1998 de motorrijtuigen voor de tweede generatie dubbeldeksmaterieel in dienst komen, schuiven de locomotieven uit de serie 1700 door naar de reizigersdienst met enkeldeksrijtuigen. De vrijgekomen locs uit de serie 1600 vervangen de oude locomotieven uit de jaren ’50 in de goederendienst. In 1999 is het locomotiefpark definitief verdeeld. De oude locomotieven zijn dan vrijwel allemaal buiten dienst. De serie 1600 wordt opgesplitst. Hoewel het in eerste instantie de bedoeling is dat NS Cargo alle exemplaren overneemt, met uitzondering van de dertien locomotieven die nodig zijn voor de dubbeldeksstammen, gaan uiteindelijk de 1601-1637 naar de goederenvervoerder en de 1638-1658 naar NS Reizigers. Ter onderscheid van de goederenlocs, vernummert NS Reizigers de locomotieven in 1838-1858. De locs van NS Cargo behouden hun oorspronkelijke nummer. De 1637 is in januari 1999 in de rode huisstijl van de goederenvervoerder geschilderd. Hoewel het de bedoeling is alle locomotieven Cargo-rood te schilderen, blijft het vooralsnog bij dit ene exemplaar. In augustus 2000 gaat de locomotief samen met de 1634-1636 over naar NS Reizigers. De locs zijn pas een jaar later in de serie 1800 vernummerd. Vanaf augustus 2001 zijn de locomotieven van Railion voorzien van de logo’s van de goederenvervoerder.

In 2002 neemt het aantal locs van de serie 1600 in de goederendienst verder af door de inzet van Duitse diesellocomotieven van de serie 232. De 1605, 1622 en 1625 gaan na ongevallen buiten dienst en de 1623, 1624 en 1626-1633 gaan vanaf juni dat jaar geleidelijk over naar NS Reizigers. De vervoerder heeft de extra locs nodig voor het toenemende aantal getrokken treinen door huur en koop van buitenlandse rijtuigen om het materieeltekort op te vangen. NS vernummert ook deze locs in de serie 1800. De rode 1837 is deze zomer na twee jaar reizigersdienst geel geschilderd. Eind 2004 gaan opnieuw enkele overbodige 1600-en terzijde. NS Cargo is intussen na een fusie met DB Cargo opgegaan in Railion, later DB Schenker Rail. Omdat de locomotieven slechts over één beveiligingssysteem beschikken en alleen onder de Nederlandse bovenleidingspanning kunnen rijden, kan de internationale goederenvervoerder ze maar beperkt inzetten. De toelating van de locs uit de Baureihe 189 in 2007 en de verschuiving van het goederenvervoer naar de Betuweroute datzelfde jaar zorgt voor een verdere beperking van de inzet van de locs.

Intussen heeft NS in 2004 door de komst van een groot aantal VIRM-rijtuigen weer voldoende materieel beschikbaar. De meeste buitenlandse rijtuigen kunnen hierdoor weer terzijde en ook de laatste Plan W-rijtuigen gaan het daaropvolgende jaar definitief buiten dienst. NS besluit tevens de 1800-en niet geschikt te maken voor het rijden van trek-duwstammen met gemoderniseerde IC-rijtuigen. Hierdoor zijn ruim 20 jaar na de indienststelling van de serie 1600 nog maar weinig locomotieven in de rijdende dienst aan te treffen. Vanaf 2005 staat zowel een groot aantal reizigers- als goederenlocomotieven als strategische reserve terzijde in Tilburg, Maastricht en op de Amsterdamse Dijksgracht. In 2006 besluit NS de sterke reizigersgroei op te vangen door opnieuw tijdelijk buitenlandse rijtuigen in te zetten. Hierdoor komen de negen reservelocs uit de serie 1800 alsnog weer in dienst. In 2009 is weer voldoende nieuw VIRM ingestroomd om de meeste buitenlandse rijtuigen weer uit de rijdende dienst te halen. Dat jaar gaan 18 locs uit de serie 1800 buiten dienst. Met het uit dienst halen van de laatste ICL-rijtuigen in het voorjaar en de eerste generatie dubbeldeksrijtuigen in het najaar gaan in 2010 de laatste locomotieven van de serie 1800 terzijde.

Begin januari 2011 komen dertien locomotieven opnieuw in dienst. Ze gaan rijden met de eveneens opnieuw in dienst gestelde dubbeldeksrijtuigen. Het materieel vangt hiermee een deel van het tekort op dat ontstaat tijdens het winterweer in december 2010. Drie maanden later gaan zowel de locomotieven als de rijtuigen buiten dienst. Terwijl de dubbeldeksrijtuigen later opnieuw in dienst komen, blijven de locs terzijde staan en nemen locomotieven uit de serie 1700 de tractie over. De locomotieven 1823-1837 zijn eigendom van NS Financial Services en worden vrijwel allemaal aan particuliere vervoerders verkocht. De 1838-1858 zijn nog eigendom van NS Reizigers. Deze locs zijn niet te koop aangeboden en in de loop van 2015 gesloopt.

DB Schenker bezit na het uit dienst halen van de reizigerslocs nog de 1601-1604 en 1611-1616. Hierbij fungeren de 1601 en 1603 als plukloc. Bijna tien jaar na het terugschilderen van de 1637 verschijnt in februari 2012 E-loc 1612 in verkeersrode kleurstelling op de baan. De loc is voorzien van DB-logo’s maar heeft de gemeentewapens op de zijwanden behouden. Het nummer is alleen nog op de kleine nummerplaat tussen de frontseinen te zien. Na de 1612 zijn ook de andere zes dienstvaardige locs van DB Schenker Rail van de nieuwe kleurstelling voorzien. De 1613 gaat intussen in de gele NS-kleurstelling buiten dienst. Ex-NS Reizigers-loc 1823 is met het oog op de inzet door ACTS/ HUSA intussen in het voorjaar van 2014 bij wijze van proef door Shunter voorzien van een dieselmotor om zo ook korte stukken op niet geëlektrificeerde baanvakken te rijden. Uiteindelijk rijdt de locomotief niet meer op eigen kracht. Vanaf het voorjaar van 2016 staat de 1823 als oefenobject voor de brandweer in Wijster.

In 2015 gaat de 1602 terzijde en een jaar later volgt de 1612. De resterende locs van DB Cargo krijgen, ondanks eerdere plannen, in 2017 alsnog een opknapbeurt om zo nog enige jaren in het binnenlandse goederenvervoer te fungeren. De daaropvolgende jaren gaan ook de 1614 en 1616 terzijde. Begin april 2020 gaan de 1604, 1611 en 1615 als laatste exemplaren bij DB Cargo buiten dienst.

Inzet

De eerste locomotieven verschijnen vanaf 31 mei 1981 in de intercitydienst tussen Zandvoort aan Zee en Maastricht/Heerlen. Niet veel later nemen de locomotieven van de serie 1600 vrijwel alle treinen op het traject over van de locomotieven uit de serie 1200. De locomotieven uit de jaren ’50 verhuizen voornamelijk naar de getrokken reizigerstreinen op andere trajecten. De nieuwe locomotieven worden daarnaast in de goederendienst ingezet. Ook de Koninklijke trein wordt in principe door een locomotief uit de serie gereden.

Intussen winnen de locs uit de serie 1600 ook op andere trajecten terrein. Zo rijden de locomotieven de meeste internationale treinen naar Emmerich en Bad Bentheim en intercity’s tussen Den Haag en Venlo en tussen Amsterdam en Vlissingen. Laatstgenoemde verbinding wordt in 1985 verruild voor de treinen tussen Amsterdam, later Hoofddorp en Enschede.  Vanaf 1987 zijn de locs voor het eerst te zien voor de zware ertstreinen tussen de Maasvlakte en de Amsterdamse Westhaven en Emmerich. Twee locomotieven uit de serie 2200 zorgen voor extra tractie voor deze treinen met een gewicht tot 4.000 ton.

Van september 1989 tot juni 1994 rijden de locomotieven een deel van de treinen met gehuurde Belgische M2-rijtuigen op de IJsselijn. Met het ingaan van de winterdienst 1994/1995 is het de bedoeling dat de locomotieven van de serie 1600 planmatig alle getrokken reizigerstreinen rijden, met uitzondering van de internationale treinen tussen Hoofddorp en Bad Bentheim. Wanneer eind jaren ’90 de motorrijtuigen voor het Dubbeldeks AggloRegiomaterieel op de baan komen, schuiven vrijgekomen locs uit de serie 1700 door naar de getrokken reizigerstreinen. Locomotieven uit de serie 1600 verschijnen hierdoor steeds meer in goederendiensten. In januari 1999 wordt het locomotiefpark definitief verdeeld en vernummert NS Reizigers de twintig locomotieven die in de reizigersdienst gaan rijden, in de serie 1800. Omdat de scheiding pas met de daaropvolgende nieuwe dienstregeling officieel ingaat, rijden de 1600-en en 1800-en zowel in de reizigers- als de goederendienst. De daaropvolgende jaren verhuizen diverse 1600-en naar de reizigersdienst. Door de tijdelijke toename van getrokken treinen rijden ze, naast de vaste baanvakken tussen de Randstad en Limburg, vanaf 2002 ook weer enige tijd tussen Zwolle en Roosendaal.

Door de instroom van de gemoderniseerde IC-rijtuigen met stuurstand, zijn de locs steeds minder voor deze rijtuigen te zien. De laatste locomotieven rijden nog in combinatie met de geleasede ICL-rijtuigen en locomotieven uit de serie 1700 in de nieuwe intercitydienst Amsterdam – Amersfoort (- Deventer). De treinen met ICL-rijtuigen rijden doorgaans met twee locomotieven als trek-trektreinen. In juni 2009 eindigt de inzet tussen Amsterdam en Deventer. Tot september rijden de locs en rijtuigen enkele spitsslagen tussen Schiphol en Lelystad. Van januari tot eind maart 2010 rijden ze enkele weken in een spitsslag tussen Schiphol en Maastricht en in enkele reguliere treinen tussen Den Haag en Venlo. Hierna gaan de ICL-rijtuigen terzijde. De resterende locs uit de serie 1800 rijden dan, naast de dubbeldeksstammen, alleen nog een enkele IC Berlijn.

Twaalf locomotieven rijden van 1985 tot en met september 2010 met de eerste generatie dubbeldeksrijtuigen. De treinstammen zijn voornamelijk in spitstreinen in de Randstad en Noord-Brabant te zien. Begin jaren ’90 rijden de stammen zo’n vijf jaar in de reguliere intercitydienst tussen Den Helder en Nijmegen. In januari 2011 gaan opnieuw tien dubbeldeksstammen rijden. Ook deze keer rijden ze in trek-duwformaties met de locomotieven uit de serie 1800. De treinstammen rijden voornamelijk spitstreinen van en naar Amsterdam. In maart 2011 eindigt de inzet van de locomotieven van de serie 1800 in de reizigersdienst definitief.

Door de inzet van Duitse diesellocs die wel geschikt zijn voor het doorgaande internationale vervoer, neemt de behoefte aan de locs uit de serie 1600 bij Railion na de eeuwwisseling al snel af. Naast diverse binnenlandse goederentreinen rijden de locs ook nog diverse treinen naar met name de grensstations in Emmerich en Venlo. Ook zijn de 1600-en voor diverse chartertreinen te zien. Met de komst van nog meer goederenvervoerders, de opening van de Betuweroute en de inzet van locomotieven van de Baureihe 189 bij DB Schenker neemt het aantal diensten van de laatste 1600-en van de goederenvervoerder enkele jaren later nog verder af. Bovendien kunnen de locomotieven vanaf de zomer van 2014 door aanpassingen aan de beveiliging en later ook de bovenleidingsspanning niet langer naar Emmerich rijden. De locs rijden de laatste jaren hoofdzakelijk vanuit Kijfhoek nog enkele binnenlandse goederentreinen van naar de Sloehaven, Onnen, Sittard en Beverwijk. Ook rijden ze kalktreinen tussen de twee laatstgenoemde plaatsen. In januari 2016 nemen de DB Cargo-locs de zogenaamde dolimetrein tussen Sittard en Onnen over van hun soortgenoten van RRF. De locs komen intussen nog slechts sporadisch op de grensstations Bad Bentheim en Venlo. In 2019 gaat de dolimetrein tussen Sittard en Onnen over naar Lineas. In april 2020 eindigt de inzet van de 1600-bij DB Cargo.

Huidig materieelbestand serie 1600:  
in dienst bij RRF: 4401, 4402 (ex 1606, 1609)
in dienst bij Railexperts: 9901-9903 (ex 1827, 1616, 1611)
in dienst bij RailReLease: 1828-1831, 1837
in dienst bij Strukton: 1824
in dienst bij TCS: 102001 (ex 1835)
terzijde: 1602, 1604, 1614, 1615, 1619, 1618, 1621, 1823, 1826, 1832, 1833, 1838, 9902, 9905 (ex 1834, 1836)
gesloopt: 1601, 1603, 1605, 1607, 1608, 1610, 1612, 1613, 1617, 1620, 1622, 1625, 1839-1855, 1857, 1858
behouden: 1656

In 2008 neemt ACTS enkele overbodige locomotieven uit de serie 1600 over. Later volgen meer exemplaren en nemen verschillende goederenvervoerders en chartermaatschappijen diverse locs uit de serie 1600/1800 in gebruik. Het grootste deel van de locomotieven krijgt hierbij de huisstijl van de nieuwe vervoerder. Ook krijgen verschillende exemplaren een nieuw nummer. 

Lees hier meer over de locs van de serie 1600 bij andere vervoerders.

Museumlocomotieven

Terwijl bij verschillende goederenvervoerders nog locomotieven uit de serie 1600 rondrijden, is de 1856 na de buitendienststelling in 2010 opgenomen in de collectie van het Spoorwegmuseum. De rijvaardige loc is hierbij voorzien van het oorspronkelijke nummer 1656. Behalve overbrengingsritten rijdt de loc in mei 2012 ook de Heimwee Express en is hiermee verreweg het jongste museummaterieel dat voor dergelijke ritten is ingezet. In de zomer van 2015 staat de terzijde gestelde 1840 nog onderdelen af om de 1656 op de baan te houden.

De 1604 gaat in september 2020 als plukloc over naar Railexperts. Het is de bedoeling om de locomotief na het afstaan van bruikbare onderdelen over te brengen naar een camping. De loc staat echter nog altijd bij het depot van de SSN in Rotterdam.

Op de foto boven dit artikel: In 2016 rijden nog vijf 1600-en DB Cargo. De 1615 rijdt op 2 juli dat jaar als één van de laatste exemplaren bij Almelo de Riet met een Styreen-trein van Bad Bentheim richting Amersfoort.