Tijdens de wederopbouwperiode moderniseert NS in snel tempo het materieelpark. Op de trajecten waar elektrificatie niet direct aan de orde is, vervangt modern dieselelektrisch materieel van het type Plan X de laatste stoomtreinen. Van 1952 tot 1955 bouwt Allan in Rotterdam 30 motorrijtuigen DE-1 en 46 tweewagenstellen DE-2. Het materieel krijgt op beide neuzen een gevleugeld aluminium logo van NS en de fabrikant. In combinatie met de moderne lichtblauwe kleurstelling zorgt dit voor de bekende bijnaam Blauwe Engel. Halverwege de jaren ’70 zijn 26 treinstellen grondig gemoderniseerd. De motorrijtuigen en niet gemoderniseerde treinstellen rijden in 1985 voor het laatst. Hoewel het de bedoeling is de gemoderniseerde tweewagenstellen begin jaren ’90 samen met het Plan U materieel te vervangen, rijden de laatste treinstellen tot in 2002 op het Nederlandse spoorwegnet.

Na de Tweede Wereldoorlog schaft NS voor de exploitatie op de minst rendabele spoorlijnen nieuw dieselelektrisch stroomlijnmaterieel aan. Na een uitvraag naar verschillende fabrikanten, kiest de vervoerder voor het ontwerp van Allan uit Rotterdam. Hoewel voor het technisch aspect niet teveel wordt afgeweken van het vooroorlogse dieselmaterieel, voldoet het nieuwe materieel aan de comforteisen van begin jaren ’50. De kopvorm en bakconstructie zijn deels gebaseerd op de elektrische treinstellen van het Materieel ’46. Het materieel krijgt echter verlaagde middenbalkons vanwege de lage perrons bij de stations aan de secundaire lijnen. Verder wordt op gewicht bespaard door het dak lager uit te voeren en met dunnere dak- en zijwandbeplating te werken. De motorrijtuigen krijgen de nummers 21-50, de treinstellen 61-106. Oorspronkelijk is het de bedoeling 45 tweewagenstellen te kopen, maar doordat begin 1953 een DE 3-treinstel bij een ongeval onherstelbaar beschadigd raakt, bestelt NS een extra treinstel.

De kenmerkende lichtblauwe kleurstelling van het Plan X-materieel maakt in de loop van jaren ’60 plaats voor de rode kleurstelling waarin NS alle dieseltreinstellen schildert. Onder de frontruiten verschijnt een gestyleerde snor. In deze periode zijn ook verschillende blauwe stellen en motorrijtuigen voorzien van deze snor.

Modernisering

Begin jaren ’70 is het plan het materieel tussen 1977 en 1980 buiten dienst te stellen. NS kijkt niet alleen naar nieuw materieel maar ook naar elektrificatie en zelfs sluiting van enkele diesellijnen. In 1974 besluit NS een aantal tweewagenstellen te moderniseren. Redenen zijn onder andere de lagere kosten ten opzichte van de aanschaf van nieuw materieel en de sloopdatum die gelijk komt te liggen met het Plan U materieel. Beide materieelsoorten kunnen zo door één nieuw ontwerp worden vervangen. In 1975 wordt treinstel 88 bij wijze van proef grondig gemoderniseerd. Het treinstel krijgt onder andere een nieuw interieur, nieuwe motoren en de nieuwe gele NS-huisstijl. Ook zijn de balkonvloeren op gelijke hoogte gebracht met de vloeren in de reizigersafdelingen. Op de daken van beide rijtuigen komen koelinstallaties. Ook krijgt het stel versterkte, ruimere cabines. De plannen voor een nieuwe polyester kop, waarmee de fronten de uitstraling van het moderne Britse dieselmaterieel krijgen, stranden in de ontwerpfase. Het gemoderniseerde treinstel rijdt een groot aantal proefritten. Ook krijgt de 88 een vaste omloop tussen Arnhem en Winterswijk. Hierbij wordt ook reizigers gevraagd naar hun oordeel over het treinstel. In mei 1976 is het treinstel omgenummerd in 161.

Met het oog op de sluiting van enkele onrendabele lijnen, besluit NS slechts 25 treinstellen en geen motorrijtuigen te verbouwen. De stellen zijn tussen 1977 en 1981 verbouwd. Enkele rijtuigen fungeren als onderdelenleverancier. De gemoderniseerde treinstellen zijn ondergebracht in de aansluitende nummerreeks 162-186. De 161 en 162 hebben bij aflevering een doorlopende grijze band tussen de onderste frontseinen. Vanaf de 163 wordt deze onderbroken uitgevoerd. Ook de 161 en 162 zijn hierna aangepast. Ook de aanvankelijk blauwe dakkoelers van de 161 zijn later grijs geschilderd.

Tussen 1980 en juni 1985 worden de motorrijtuigen en de zestien resterende treinstellen afgevoerd. Het is de bedoeling de laatste niet gemoderniseerde treinstellen en motorrijtuigen al na de komst van het nieuwe DH-materieel tussen 1981 en 1983 buiten dienst te stellen. Materieeltekort zorgt er echter voor dat zeven motorwagens en twaalf onverbouwde tweewagenstellen een levensduurverlengende revisie krijgen. Hiermee worden onder andere Plan E rijtuigen uit de trekduwtreinen op de diesellijnen vrijgemaakt. Met het ingaan van de nieuwe dienstregeling in 1985 gaat het onverbouwde materieel alsnog terzijde.

In 1984 begint de eerste revisie van de gemoderniseerde stellen. Prototype 161 wijkt teveel af van de andere 25 treinstellen en gaat dat jaar terzijde. In 1988 wordt het treinstel gesloopt. Door elektrificatie van diverse trajecten en plannen omtrent het sluiten van onrendabele diesellijnen dreigt ook voor de gemoderniseerde stellen snel het doek te vallen. Van de baanvakken waar het Plan X materieel actief is, wordt uiteindelijk alleen de Miljoenenlijn in 1988 gesloten. Hoewel er even sprake van is de, op dat moment nog niet gereviseerde, 183-185 buiten dienst te stellen, zijn ze dat jaar alsnog gereviseerd. Begin jaren ’90 zorgt materieeltekort ervoor dat alle stellen opnieuw een opknapbeurt krijgen. Hierbij zijn zelfs onderdelen van museummotorrijtuig 41 en de Kameel gebruikt. Begin 1994 wordt de 183 als laatst opgeknapte treinstel afgeleverd en hierbij voorzien van een grijze versie van de tienharige snor waarmee de rode stellen destijds zijn voorzien.

Net als alle andere dieseltreinstellen zijn de stellen bij de Lijnwerkplaats in Zwolle in onderhoud. De 178-186 rijden vanaf zomer 1982 de Limburgse treindiensten en krijgen dat jaar Maastricht als thuisbasis. Door elektrificatie van verschillende trajecten zijn in 1987 alleen nog de 182-186 in Limburg actief. Dat jaar worden ze afgelost door de inmiddels gereviseerde 176-179. Wanneer de Miljoenenlijn in 1988 sluit, keren de 176 en 177 terug naar Zwolle. De 178 en 179 worden voorzien van het Duitse beveiligingssysteem Indusi en vervangen in december dat jaar de Duitse motorrijtuigen tussen Maastricht en Aachen. Later schuiven de stellen door naar de treindienst Heerlen – Aachen. Om de Limburgse stellen begin jaren ’90 te kunnen reviseren, wordt de 177 in mei 1992 als reservestel in Zuid-Limburg ingezet. Het stel is echter niet van Indusi voorzien en keert in augustus dat jaar terug naar Zwolle. De 171 is ondertussen wel van Indusi voorzien, maar vanuit Zwolle ingezet. Het stel rijdt regelmatig tussen Heerlen en Aachen en versterkt vanaf 1995 de Limburgse stellen definitief vanuit Maastricht. Tenslotte gaat september 1997 de 184 als onderdelenleverancier naar Maastricht.

In december 1995 gaat de 169 na een botsing met E-loc 1643 als eerste treinstel in tien jaar buiten dienst. In de eerste helft van 1997 volgen vrijwel alle andere stellen. Vanaf 29 juni dat jaar zet NS de Zwolse stellen niet langer in de reguliere reizigersdienst in. De 162, 164, 168, 170, 180, 186 blijven die zomer nog beschikbaar als strategische reserve. Ze rijden nog de hele zomer verschillende reizigerstreinen. Op 15 september eindigt de inzet van de Zwolse stellen definitief. De zes worden dienstvaardig achter de hand gehouden voor een eventuele inzet tussen Almelo en Mariënberg door een andere vervoerder. Uiteindelijk gaan alleen de 180 en 186 tussen beide plaatsen rijden. De andere stellen zijn vrijwel allemaal voor het einde van 1998 gesloopt. Een deel van de ABk 181 wordt in juni 1998 overgebracht naar Terschelling om daar tijdens Oerol symbolisch als trein uit de spoortunnel tussen Harlingen en het eiland te rijden.

Op 14 augustus 1998 gaan de 171, 178 en 179 als laatste bij NS buiten dienst. De stellen rijden tot die dag de treindienst tussen Heerlen en Aachen in afwachting tot toelating van het DM’90. Ondertussen zijn de stellen 180 en 186 dan al drie maanden voor Oostnet actief tussen Almelo en Mariënberg. De stellen zijn hebben dezelfde kleur geel als het DM’90 en zijn voorzien van een snor die is gebaseerd op de snor uit de jaren ’60. De blauwe reclamebanden verdwijnen van de zijwanden. Om ze geschikt te maken voor eenmansbediening krijgen ze uitklapbare spiegels aan de buitenzijde van de cabines. Treinstel 164 is door de vervoerder overgenomen als plukstel. De 180 gaat in april 2001 na brand in de motor terzijde. In mei dat jaar komt de 186 niet door de technische controle en gaat eveneens terzijde. De treindienst tussen Almelo en Mariënberg wordt zolang met bussen en nieuwe LINT-treinstellen van Syntus uitgevoerd. In september 2001 keert de 186 terug in de treindienst. Op 1 juni 2002 gaat het treinstel definitief buiten dienst en komt er een einde aan de inzet van de eerste generatie naoorlogs reizigersmaterieel.

Inzet

De treinstellen zijn bestemd voor de inzet op de secundaire lijnen. Met ingang van de zomerdienst van 1953 zet NS de eerste vier motorwagens en een tweewagenstel verspreid over het land in. De motorwagens rijden op de trajecten Arnhem – Winterswijk, Gouda – Alphen aan den Rijn en Leeuwarden – Sneek. Het treinstel wordt ingezet tussen Dordrecht en Tiel. In augustus dat jaar is het aantal eentjes verdubbeld en zet NS ze ook in op de trajecten Zwolle – Kampen, Groningen – Leeuwarden en Leeuwarden – Harlingen. In de loop van de jaren ’50 zijn de diensten voornamelijk geconcerteerd op de noordelijke diesellijnen, de trajecten Zwolle – Emmen en Almelo – Mariënberg, de Achterhoekse diesellijnen en de Betuwelijn. Vanaf de zomer van 1956 rijdt het materieel enkele jaren tussen Alkmaar en Hoorn. Tenslotte wordt het materieel in Zuid-Limburg ingezet. De inzet begint met de tweewagenstellen, maar door een beperkt motorvermogen worden deze ingeruild voor de dieseleentjes. De motorrijtuigen rijden via Simpelveld tussen Valkenburg en Heerlen en tussen Maastricht en Luik. Vanaf 1961 rijden de eentjes ook naar Aachen. In 1966 zijn motorrijtuigen 41-44 speciaal voor deze dienst voorzien van Indusi. In 1976 wordt de treindienst overgenomen door Duits materieel.

Medio jaren ’60 wordt Plan X tussen Groningen en Leeuwarden en tussen Arnhem en Winterswijk vervangen door Plan U materieel. Eind jaren ’70 keert het Plan X materieel weer terug tussen Arnhem in Winterswijk. In 1979 rijdt het materieel vrijwel de hele treindienst op het traject. In 1982 gaan de Plan U stellen weer de meeste treinen rijden. Tot de elektrificatie van het traject Tiel – Geldermalsen in mei 1978 rijden treinen uit Arnhem en Nijmegen via de Oostelijke Betuwelijn en Geldermalsen naar Utrecht. Hierna kort NS de dieseldienst in tot Tiel. Vanaf 1987 wordt alleen nog in de spits naar Nijmegen gereden. Drie jaar later sluit NS de verbinding. Tussen 1978 en 1989 rijdt het materieel een spitsdienst tussen Nijmegen en Cuijk.

De komst van de Wadlopers op de Noordelijke diesellijnen zorgt ervoor dat het Plan X materieel hier begin jaren ‘80 verdwijnt. In april 1983 wordt de treindienst Leeuwarden – Stavoren als laatste baanvak door het nieuwe DH-materieel overgenomen. Terwijl een groot deel van het onverbouwde materieel terzijde gaat, vervangen vrijgekomen gemoderniseerde stellen 178-186 in de zomer van 1982 de motorrijtuigen in Zuid-Limburg. Twee jaar later wordt de treindienst tussen Maastricht en Luik, door elektrificatie van het baanvak Luik – Visé, ingekort tot de Belgische grensplaats. In september 1985 is ook Maastricht vanuit België elektrisch bereikbaar en neemt Belgisch materieel de treindienst over. In 1986 is ook het baanvak Heerlen – Kerkrade geëlektrificeerd en gaan de laatste Limburgse stellen tussen Valkenburg en Kerkrade pendelen. Nadat het traject Kerkrade – Simpelveld in mei 1988 is gesloten, verdwijnen de treinstellen een half jaar uit Limburg. Met ingang van de volgende winterdienst keren de 178 en 179 terug. De stellen, inmiddels voorzien van Indusi, nemen de treindienst tussen Maastricht en Aachen over. Op 31 mei 1992 wordt de verbinding via Simpelveld opgeheven en verhuizen beide stellen naar de heropende verbinding tussen Heerlen en Aachen.

De andere treinstellen rijden dan nog altijd voornamelijk op de verbindingen Arnhem – Tiel, Apeldoorn – Zutphen – Winterswijk/Enschede, Almelo – Mariënberg, Zwolle – Enschede en Zwolle – Kampen. De treindienst tussen Zwolle en Enschede wordt in 1985 overgenomen door Plan U en trek-duwtreinen. In 1987 kort NS de verbinding in tot Zwolle – Almelo laat hier opnieuw Plan X materieel rijden. Dat jaar verdwijnen de dieseltweetjes tussen Zutphen en Enschede. In 1995 nemen Plan U treinstellen de meeste treindiensten tussen Zwolle en Almelo opnieuw over. Enkele spitstreinen worden met DE-2 gereden. Ondanks dat het gehele traject geëlektrificeerd is, laat NS in de zomer van 1994 de stellen de pendeldienst tussen Hengelo en Oldenzaal rijden. In juni 1995 nemen Plan V treinstellen de dienst over. Plan X stellen rijden nog wel regelmatig de treindienst Hengelo – Enschede in aansluiting op internationale intercity’s tussen Amsterdam en Duitsland.

Het is de bedoeling dat de Plan U treinstellen met ingang van de nieuwe dienstregeling 1997/1998 alle diensten van de treinstellen DE-2, met uitzondering van de verbinding Heerlen – Aachen, overnemen. Door de inzet van het nieuwe DM’90 zou genoeg Plan U materieel beschikbaar zijn om alle treinstellen Plan X te vervangen. De ombouw van de Maaslijn is echter op 31 mei 1997 nog niet gereed zodat hier de Plan U blijft rijden. Om genoeg treinstellen beschikbaar te hebben voor de Maaslijn nemen de DE-2 treinstellen vanaf die dag de complete treindienst tussen Zwolle en Enschede over. Plan U gaat rijden op het traject Arnhem – Tiel en in de helft van de diensten tussen Zutphen en Winterswijk. Na twee weken draait NS de maatregel terug en laat Plan U weer tussen Zwolle en Enschede rijden. Tussen Arnhem en Tiel gaan weer DE-2 treinstellen rijden. Op 29 juni is genoeg Plan U materieel beschikbaar en eindigt de reguliere inzet van de Zwolse Plan X treinstellen. De zes reservestellen nemen die zomer nog diverse treinen voor hun rekening. Vooral op drukke dagen rond de Nijmeegse vierdaagse en het Lowlands-festival en bij defecten aan Plan U treinstellen zet NS de oude stellen in. Op 15 september rijden de stellen vrijwel de hele dag tussen Zwolle en Kampen. Hierna eindigt de inzet voor de Zwolse stellen van NS Reizigers definitief.

Zolang de DB geen toestemming verleend voor het nieuwe DM’90 blijft het Plan X materieel tussen Heerlen en Aachen rijden. In augustus 1998 wordt het DM’90 toegelaten op het grensbaanvak en verdwijnen ook de laatste stellen uit de reizigersdienst bij NS. Ondertussen rijden de 180 en 186 zijn per 24 mei 1998 terug tussen Almelo en Mariënberg. De 180 houdt het tot april 2001 vol. De 186 blijft doorrijden tot 1 juni 2002.

Museummaterieel

Nadat blijkt dat het Spoorwegmuseum geen interesse heeft in het PLan X-materieel, ontfermt Stibans zich na de buitendienststelling in de zomer van 1985 over de motorrijtuig 41. Het plan is de Blauwe Engel na het inbouwen van het origineel gebleven interieur uit een tweewagenstel in te zetten op de lijn van de VSM. In 1987 neemt NS en het motorrijtuig over om op te knappen voor het 150-jarig jubileum twee jaar later. Hierna is de 41 alsnog aan het Spoorwegmuseum overgedragen. In 1995 begint de restauratie van het rijtuig en vanaf februari 1996 is het stel weer rijvaardig. Het motorrijtuig wordt door het museum regelmatig ingezet bij diverse ritten als de Heimwee Expres. Sinds 1991 heeft NS ook motorrijtuig 20 aan het museum in bruikleen gegeven. Vanaf 2008 is de Kameel weer rijvaardig. In het voorjaar van 2019 wordt het rijtuig officieel eigendom van het museum.

In de zomer van 1999 schenkt NS de 179 na bewezen diensten aan de ZLSM in Simpelveld. De 178 levert hierbij de nodige reserveonderdelen. Het plan is het treinstel terug te brengen in de rode kleurstelling en cosmetisch zoveel mogelijk in originele staat terug te brengen. Het treinstel staat sinds de overname echter onaangeroerd in een loods in Simpelveld. De 186 gaat in november 2002 naar Winterswijk. Hier is het stel door de Stichting Historisch Streekvervoer Achterhoek opgeknapt en in rijvaardige staat bewaard. Het treinstel rijdt in de beginjaren regelmatig excursies en andere ritten. Sinds 2018 staat het stel, nog altijd in NS-geel, in de loods van Transit Oost bij het station van Winterswijk. Inmiddels hebben de het Spoorwegmuseum, Transit Oost en de ZLSM het plan om de 186 weer rijvaardig te herstellen en voor speciale ritten in te zetten en van tijd tot tijd op de museumlijnen van de ZLSM te laten rijden.

Treinstellen 164 en 180 gaan in 2002 naar de Haarlem – IJmuidense Spoorwegmaatschappij. De museumvereniging wil met de 180 gaan rijden op de IJmondlijn. De 164 is net als bij Oostnet en Syntus bestemd als onderdelenleverancier. In afwachting van verder plannen, is de 164 verkocht aan Bed & Breakfast Controversy Tram Inn. De ABk van is sinds 2007 in Hoogwoud te huur als vakantieappartement. Ook de kop van de Bk is hier te vinden. Beide zijn teruggebracht in de Blauwe kleurstelling, inclusief Allan-vleugels. De 180 gaat in 2010 administratief over naar de Vereniging tot Behoud van Spoormaterieel in Haarlem. Het stel is gedeeltelijk rood geschilderd maar niet rijvaardig. Begin 2020 staakt de stichting de activiteiten. Hierna gaat het stel over naar RailPleasure om in Twekkelo als onderkomen voor de spoorfietsroute naar Hengelo te dienen. Het stel is aan de buitenzijde zoveel mogelijk in de historische staat teruggebracht en krijgt het oorspronkelijke nummer 66 terug.

Gelijktijdig met de seriebouw levert Allan op basis van de motorrijtuigen ook een inspectierijtuig. Het motorrijtuig krijgt het nummer 20 en is technisch vrijwel gelijk aan de DE 1 rijtuigen maar wijkt uiterlijk sterk af. Door de verhoogde cabines staat het rijtuig bekend als de Kameel. In 1991 gaat het rijtuig terzijde, maar sinds 2008 is de Kameel weer inzetbaar.

Lees hier over de Kameel.

Na de afvoer van het Plan X-materieel blijven naast het museummaterieel ook een aantal koppen bewaard. Zo belandt de kop van de ABk 181 met drie compartimenten en een draaistel in de zomer van 1998 op Terschelling. Om de trein wordt een ’tunnel’ gebouwd om zo de verbinding tussen het vasteland en het Oerol Festival op het eiland te symboliseren. Na afloop van het festival is het resterende deel van de 181 alsnog gesloopt. Diezelfde periode is de kop van de ABk 169 in de tuin van de voormalige blokwachterswoning van Riekje Buivinga in Waterhuizen neergezet. Al in 1986 één van de koppen van motorrijtuig 21 aan de gevel van de werkplaats in Zwolle opgehangen. Eind jaren ’90 gaat de kop over naar de STAR waar het na een opknapbeurt en de inbouw van een historisch verantwoord interieur in het binnenmuseum in Stadskanaal te zien is.

Op 28 april 2007 brengen Plan X-museumstellen 41 en 186 museumdieseldrie 27 van Utrecht Maliebaan via Deventer naar Tilburg. Op de foto boven dit artikel rijdt het opvallende trio bij Twello.