Ter vervanging van het vooroorlogse dieselmaterieel laat NS tussen 1960 en 1963 42 driewagenstellen van het type Plan U bouwen. Het materieel is voorzien van de nieuwste technieken als automatische deuren en koersrollen. De treinstellen doen bijna vier decennia lang dienst op de drukkere diesellijnen. Met de komst van het Dieselmaterieel ’90 begint de opvallende zwanenzang van het materieel. Eind jaren ’90 gaan de eerste treinstellen buiten dienst. Nieuwe vervoerders Syntus en NoordNed huren diezelfde periode een aantal treinstellen. Hoewel NS de bedoeling heeft om negentien stellen te moderniseren om het materieeltekort op de geëlektrificeerde baanvakken op te vangen, zijn in 2001 en 2002 uiteindelijk vijftien stellen uitgebreid gereviseerd. De laatste niet-gereviseerde stellen gaan die periode buiten dienst. In december 2003 gaan ook de laatste gemoderniseerde treinstellen alweer terzijde.

Vanwege het toenemende reizigersvervoer en ter vervanging van het vooroorlogse dieselmaterieel ontwerpt NS eind jaren ’50 een modern dieseltreinstel. Bij het ontwerp is veel van de techniek van de nieuwe TEE-treinstellen wordt overgenomen. De kop is echter afgeleid van het Treinstel Toekomst dat NS in 1957 ontwerpt. Het nieuwe materieel is gebouwd met lichte materialen en krijgt moderne toepassingen als automatische schuifdeuren, omroepinstallatie en koersrollen. In 1959 bestelt NS de eerste vijftien exemplaren van het type Plan U. In augustus 1960 verschijnt de 111 als eerste op de baan. Niet veel later bestelt NS opnieuw een deelserie van vijftien stellen. Gevolgd door nog eens twaalf stuks. In december 1963 komt de 152 als laatste in dienst  De stellen worden in het dan gebruikelijke dieselrood afgeleverd. Tussen 1968 en 1973 zijn ze geel geschilderd. De storingsgevoelige schuifdeuren zijn diezelfde periode vervangen door zwenk-zwaaideuren zoals die in het Materieel ’64 zijn toegepast.

Hoewel flink wat stamlijnen van de treinstellen in de loop van de jaren ’70 en ’80 zijn geëlektrificeerd, gaat alleen de 143 voor de komst van het Dieselmaterieel ’90 buiten dienst. Het stel is in 1991 gesloopt nadat deze na een aanrijding bij Grubbevorst vrijwel volledig is uitgebrand.

De komst van het DM’90 zorgt ervoor dat in 1997 de eerste treinstellen overbodig worden en terzijde gaan. Ruim twintig stellen gaan eind jaren ’90 buiten dienst. Daarnaast verhuurt NS enkele jaren diverse treinstellen aan Syntus en NoordNed. Ondertussen besluit NS 19 treinstellen te moderniseren en geschikt te maken voor stoptreindiensten op geëlektrificeerde baanvakken. Vijf stellen worden voorzien van ATB-NG, zodat deze ook op de gemoderniseerde diesellijnen ingezet kunnen worden. Naast een nieuwe dieselmotor krijgen de stellen onder andere ook een compleet nieuw interieur. Ook de buitenzijde wordt van een nieuwe verflaag voorzien. Een van de meest opvallende wijzigingen is de grote koelunit op het dak van de mBDk ten behoeve van de nieuwe aggregaat die in de bagageruimte is geplaatst.

Uiteindelijk zijn in 2001 en 2002 vijftien stellen gemoderniseerd. De vijf stellen met ATB-NG krijgen voor het onderscheid de nummers 191-195. Omdat inmiddels alle diesellijnen zijn voorzien van ATB-NG, gaan diezelfde periode de laatste niet-gereviseerde stellen terzijde. Van de inzet op diesellijnen komt door de beschikbaarheid van voldoende DM’90 niets terecht en ook de inzet in de stoptreindiensten onder draad is van zeer korte duur. Hoewel NS een inzet tot 2008 voorziet, gaan de laatste gemoderniseerde stellen in december 2003 buiten dienst.

In januari 2006 zijn de 116, 117, 121, 125, 191 en 193 verkocht aan de Slowaakse spoorwegmaatschappij BRKS. De stellen worden in Zwolle opgeknapt en onder andere weer voorzien van een nieuwe verflaag. De 194 en 195 dienen hierbij als onderdelenleverancier. In mei 2007 vertrekken de 125 en 193 als eerste naar Slowakije. Omdat de vervoerder alsnog afziet van de treinstellen en zich volledig op goederenvervoer gaat richten, is het duo nooit in gebruik genomen. In 2013 zijn ze ter plaatse gesloopt. De deels opgeknapte 116, 117, 121, 191 en deels geplukte 195 verhuizen in de zomer van 2007 naar Amersfoort. De geplukte 194 is dat jaar gesloopt.

Terwijl de Stichting Historisch Dieselmaterieel in de tussenliggende periode de 121 voor de 151 ruilt en later dit treinstel weer voor de 113 inwisselt, koopt het Roemeense FeroTrans de zomer van 2011 de 113, 116, 117, 191 en 195. Door onenigheid blijven de stellen echter opnieuw in Nederland. Door aangescherpte milieunormen is het vijftal pas in het najaar van 2019 gesloopt. Uiteindelijk zijn vier exemplaren voor een museale toekomst bewaard.

Inzet

Het Plan U-materieel rijdt vooral op de drukkere niet-geëlektrificeerde baanvakken van het Nederlandse spoorwegnet. Niet voor niets is een deel van deze lijnen tijdens het bestaan van het materieel geëlektrificeerd. De eerste treinstellen worden in 1960 ingezet tussen Dordrecht en Geldermalsen. Later volgen de trajecten Nijmegen – Roermond, Arnhem – Winterswijk en Zwolle – Emmen. Ook gaan de stellen tussen Groningen en Leeuwarden rijden. Een aantal treinen rijdt in de zomermaanden in aansluiting op de veerdienst naar Vlieland en Terschelling door naar Harlingen Haven. Ter versterking en vervanging van de oude DE-5 treinstellen zet NS vanaf 1967 Plan U-treinstellen in op de trajecten Amsterdam – Enkhuizen en Alkmaar Hoorn. In 1974 zijn beide trajecten geëlektrificeerd en gaan de laatste Dieselvijven buiten dienst. De vrijgekomen Plan U-treinstellen gaan overige diensten versterken. De eerste decennia zijn de stellen ook veelvuldig op geëlektrificeerde trajecten te zien. Zo rijden de stellen in 1968 en 1969 een vrijdagse slag Den Haag/Rotterdam – Leeuwarden/Groningen. Ook rijden ze tot in 1974 verschillende reizigerstreinen tussen Amsterdam en Utrecht, waar de stellen in onderhoud zijn.

Met de komst van de Wadlopers verdwijnt het materieel begin jaren ’80 grotendeels uit de noordelijke provincies. De laatste noordelijke  treinstellen rijden tot de komst van het intercitymaterieel nog een aantal stoptreinen tussen Zwolle en Groningen. In 1987 wordt het traject Zwolle – Emmen geëlektrificeerd. De vrijgekomen stellen zorgen ervoor dat de treindienst Roermond – Nijmegen kan worden verlengd naar Arnhem. Daarnaast nemen de stellen de treindienst op het traject Zutphen – Enschede over. Deze treindienst verandert elf jaar later in de verbinding Zutphen – Oldenzaal. Ook zit NS in de stoptreindienst tussen Enschede en Deventer enklele Plan U-treinstellen in. Van eind jaren ’80 tot 1995 rijden de stellen ook enkele slagen als stoptrein tussen Nijmegen en ‘s-Hertogenbosch. In 1992 volgt de elektrificatie van de eerste stamlijn van het Plan U materieel. De vrijgekomen stellen verhuizen van het traject Dordrecht – Geldermalsen terug naar het noorden. Hier worden de ze, ter versterking van het DH-materieel, ingezet tussen Groningen en Nieuweschans. Bij defect Duits materieel komt Plan U zelfs een enkele keer in Leer terecht. Dat jaar zet NS de treinstellen ook tussen Arnhem en Tiel in.

Het Plan U-materieel rijdt ook een aantal bijzondere doorgaande treinen, waarbij een deel van het traject niet elektrisch berijdbaar is. Zo rijden de stellen in de jaren ’70 een rechtstreekse trein tussen Arnhem en Harlingen. In de jaren ’80 wordt het materieel ingezet in de Valkenburg Expressen tussen Zwolle en Valkenburg. Deze treinen rijden tot 1990 via de Maaslijn. In 1994 en 1995 rijden ze in de zomermaanden de Attractie Express tussen Enschede en Emmen.

Het nieuwe DM’90 neemt eind jaren ’90 in eerste instantie de treindiensten waar het Plan U-materieel rijdt over. De vrijgekomen stellen verhuizen naar diensten van het DE-2 materieel dat vervolgens terzijde gaat. Tussen 1995 en januari 1999 worden de treinstellen ingezet tussen Zwolle en Almelo en tussen Zutphen en Winterswijk. In 1997 en 1998 rijden ze tussen Zwolle en Kampen en op het traject Almelo – Mariënberg. Ook worden vrijgekomen stellen kortstondig ingezet in enkele diensten op volledig geëlektrificeerde baanvakken. Zo rijden ze opnieuw planmatig enkele spitsstoptreinen tussen Enschede en Deventer.

In 1999 huurt Syntus naast DM ’90 ook vier Plan U-treinstellen. De vervoerder zet de treinstellen in tussen Zutphen en Winterswijk. De stellen rijden later ook spitstreinen tussen Arnhem en Zevenaar. Het viertal is in de zomer van 2002 vervangen door de nieuwe treinstellen van het type LINT. In mei 2000 neemt NoordNed de exploitatie van de Groningse diesellijnen over en verdwijnt Plan U hier. Door een flink aantal defecte Wadlopers blijkt het materieel echter onmisbaar voor de dienstuitvoering. In januari 2001 huurt NoordNed drie Plan U-treinstellen en in juni dat jaar volgen nog zes exemplaren. De huur is mogelijk omdat de laatste treinstellen die niet voor revisie in aanmerking komen, die maand bij NS terzijde zijn gesteld. De stellen worden opnieuw ingezet tussen Groningen en Nieuweschans. Na de zomer keren de meeste stellen terug bij NS. In februari 2002 volgen de laatste stellen. Inmiddels is de exploitatie van vrijwel alle diesellijnen in 2001 wel overgenomen door andere vervoerders of zet NS het nieuwe DM ’90 in. Daarbij zijn de trajecten inmiddels voorzien van ATB-NG. De laatste dienst voor niet-verbouwde treinstellen is de pendeldienst tussen Hengelo en Oldenzaal. In juli dat jaar is ook dat traject voorzien van het nieuwe beveiligingssysteem en gaan de laatste niet verbouwde treinstellen bij NS terzijde.

NS zet de eerste gereviseerde treinstellen in april 2002 in de stoptreindienst tussen Zwolle en Groningen in. Om de stellen de rijtijden op het traject te laten halen, is de dienstregeling met zeven tot negen minuten verlengd. In december dat jaar volgen de stoptreinen tussen Eindhoven en Weert. Ook duiken de treinstellen nog af en toe op tussen Zwolle en Kampen. Ruim anderhalf jaar na de inzet van eerste gemoderniseerde treinstellen gaan december 2003 de laatste stellen alsnog buiten dienst.

Museummaterieel

Treinstel 114 gaat in 2003 naar het Spoorwegmuseum. Het treinstel is in 2009 gereviseerd en dienstvaardig gemaakt. In 2010 is het stel in de oorspronkelijke rode uitvoering teruggebracht. Het museum zet de 114 lange tijd regelmatig in voor bijzondere ritten en als de Heimwee Expres.

De 113 en 115 gaan na hun buitendienststelling naar de HIJSM in Haarlem. De stellen zijn in 2005 teruggebracht in rode kleurstelling. In 2007 gaat ook de 121 naar de stichting. Hoewel het de bedoeling is het stel te gebruiken als onderdelenleverancier, is de 121 in 2008 weer inzetbaar gemaakt en net als de andere twee treinstellen van de stichting in de rode uitvoering teruggebracht. Nadat de HIJSM in april 2010 wordt opgeheven, ontfermt de Stichting Historisch Dieselmaterieel zich over de 113 en 121. Beide stellen blijven in eerste instantie bedrijfsvaardig. In 2011 ruilt de stichting de 113 voor de gele 151 die dan in betere conditie verkeert. De stichting zet het treinstel echter nooit in en ook de 121 gaat eind 2014 terzijde. De 115 is intussen bij de Stichting DE-III beland. Het stel is opgeknapt en rijdt in 2014 enkele ritten. Eind 2019 is de stichting opgeheven.

Intussen is de Stichting 2454 Crew op zoek naar een dieseltreinstel om na werkzaamheden zogenaamde roestritten uit te kunnen voeren. De eerste keuze valt op de 115 van de inmiddels opgeheven Stichting DE-III die technisch nog in goede staat verkeert. Het casco is echter in slechte staat. De SHD biedt hierna de 151 aan die grotendeels in prima staat verkeert. Het gele treinstel is met onderdelen van de 115 weer rijvaardig gemaakt en vanaf maart 2020 actief voor de stichting. De daaropvolgende maanden is het treinstel uiterlijk weer helemaal opgeknapt en geschilderd. In september is de 151 gereed en weer in een frisse gele NS-kleurstelling met logo’s van Stichting 2454 Crew met grote regelmaat op het Nederlandse spoor te zien. In 2024 knapt de stichting ook de 115 weer op.

Huidig materieelbestand Plan U:  
Slowakije: 125, 193 (ex 122)
gesloopt: 111-113, 116-120, 123-129, 131-134, 136, 138-150, 152, 191-195 (ex 137, 135, 122, 130 en 141)
behouden: 114, 115, 121, 151

De Plan U-treinstellen worden afgeleverd in de nieuwe rode kleurstelling voor het dieselmaterieel. Als tegenhanger van de befaamde Blauwe Engel krijgen de nieuwe treinstellen in de volksmond al snel de bijnaam ‘Rode Duivel’.

De 113-115 en 125 worden in mei 1999 verhuurd aan Syntus. NoordNed huurt in januari 2001 de 112, 128 en 142. Syntus-stel 125 keert april dat jaar terug bij NS. In juni gaat het stel, net als de 118, 147, 150-152 naar NoordNed. Aan het eind van de zomer keren de meeste NoordNed-stellen weer terug bij NS. De 112 verhuist vervolgens naar Syntus. In februari 2002 keren de 142 en 147 als laatste NoordNed-stellen terug bij NS. In juli dat jaar gevolgd door de vier treinstellen die bij Syntus actief zijn.

Op de foto boven dit artikel: Hoewel het op de foto bijna lijkt of een Plan U-treinstel ergens in de jaren ’70 of ’80 over een rustige diesellijn rijdt, verraad de koelunit op het dak dat het toch anders in elkaar steekt. Op de foto, gemaakt op 3 juli 2021, is het bewaarde Plan U-treinstel 151 van de Stichting 2454 Crew even ten zuiden van Apeldoorn tijdens de zogenaamde Railmuseumsafari 2021 onderweg over de museumlijn van de VSM.