In het begin van de twintigste eeuw legt de Ahaus – Enscheder Eisenbahn-Gesellschaft AG een lokaallijn tussen Enschede en Ahaus aan. De lijn is hoofdzakelijk bedoeld voor de aanvoer van steenkool voor de Twentse textielindustrie. Terwijl de lokaaltreinen naar Haaksbergen en Oldenzaal gebruikmaken van het station Enschede Noord, rijden de reizigerstreinen op de nieuwe verbinding van en naar het nieuwe station Enschede Zuid. Voor het goederenvervoer is een verbinding naar de lijn Boekelo – Enschede aangelegd. Enschede Zuid groeit na de opening van de spoorlijn in 1903 uit tot een omvangrijk goederenstation. Terwijl het reizigersverkeer op het Nederlandse deel van het traject na de Tweede Wereldoorlog niet meer terugkeert, rijdt in 1965 de laatste grensoverschreidende goederentrein. Tussen Enschede en Broekheurne rijden nog tot juli 1970 goederentreinen.
Intussen rijdt de enkele jaren eerder opgerichte MBS in 1969 met twee Duitse motorwagens de eerste museale ritten over het traject. Deze periode rijdt nog slechts één goederentrein per week over het traject en is er dus alle ruimte voor de gewenste Twentse museumspoorlijn. Door de sluiting van het traject en de uitbreidingsplannen van de gemeente Enschede verhuist de MBS naar de spoorlijn Enschede – Haaksbergen en laat NS het baanvak Enschede Zuid – Broekheurne opbreken. In mei 1972 heft NS ook het laatste vervoer naar het goederenstation Enschede Zuid op. In de daaropvolgende jaren verdwijnt het complete emplacement. Het baanvak Ahaus – Alstätte gaat eind jaren ’80 over naar de Bentheimer Eisenbahn en is nog tot 2004 in gebruik voor het goederenvervoer. Tot december 2006 is de verbinding in gebruik als museumlijn. In september 2007 is het laatste deel van de voormalige AE-lijn opgebroken. Het voormalige tracé is in Enschede volledig uitgewist. Buiten de stad duikt de spoordijk weer op enkele plekken op. Daarnaast blijven vrijwel alle gebouwen van het grensstation Broekheurne bewaard.
De foto’s op deze pagina zijn gemaakt op 18 maart 2018, tenzij anders vermeld.
Op de plek waar de Parkweg van de Westerval afbuigt, splitst tot 1975 de spoorlijn naar Enschede Zuid van de lijn naar Enschede Noord af. Na de sluiting van de spoorlijn start de aanleg van de Westerval. Direct bij de aansluiting blijft de aansluiting naar de Gebr. Kooy nog enkele jaren in gebruik. Hiervoor is even ten noorden van de voormalige lijn naar Enschede Zuid een nieuw spoor aangelegd. Vanwege het hoogteverschil tussen de nieuwe weg en het spoor komt hier een kleine damwand en een hekwerk. Na het opbreken van het raccordement in de jaren ’90 blijft een deel van het laaggelegen baanlichaam en het hekwerk bewaard. Ook is op het voormalige bedrijfsterrein nog een spoor aanwezig. Vanaf de kruising met de Emmastraat is het tracé bijna een kilometer lang te volgen via een fietspad. Van de andere veertien raccordementen die in de loop der jaren op de spoorlijn aansluiten is niets meer terug te vinden.
Bij de kruising met de Haaksbergerstraat buigt het tracé naar het zuiden af. Hier staat tot 1959 het stationsgebouw van Enschede Zuid en begint het ruim opgezette emplacement. De enige herinnering aan het station wordt gevormd door de Spoorloodsweg. Aan de zuidzijde van het emplacement komt een 55 meter lange stalen boogbrug die de Getfertsingel met de Varviksingel over een groot aantal sporen verbindt. Na de oorlog is de verwoeste brug vervangen door een betonnen exemplaar van 45 meter lang. Bij de aanleg van de Zuidval eind jaren ’90 is de brug gesloopt en krijgen de singels een gelijkvloerse kruising met de nieuwe weg. De Brugweg en de Taludweg vormen de laatste herinneringen aan de brug. Ook van het emplacement dat loopt tot aan de huidige Wethouder Beversstraat, de dienstgebouwen en de bijna twintig bedrijfsaansluitingen is na de aanleg van de Zuidval niets meer terug te vinden. Ook de bedrijven zelf zijn vrijwel allemaal verdwenen. Een groot deel van het terrein wacht nog altijd op een nieuwe invulling.
De voormalige AE-spoorlijn loopt ten zuiden van de huidige N35 grotendeels parallel aan de Buurserstraat. Even na de kruising met de Broekheurne-Ring buigt het voormalige spoorwegtracé van de straat af het huidige park op het voormalige landgoed ’t Stroink in. De oude spoordijk is vervolgens een paar honderd meter te volgen als wandelpad. Aan de zuidzijde van het park zijn de restanten van een met klinkers verharde overweg terug te vinden. Na de voormalige overweg duikt het Zuiderspoor landgoed Smalenbroek in. Tot aan de Smalenbroeksweg is een groot deel van het tracé te herkennen aan de loop van de vroegere spoorsloot. De spoordijk is echter weggevaagd. Vanaf het landhuis tot de kruising met de Arendsweg is de vroegere spoordijk weer aanwezig. Door de begroeiing is deze echter vrijwel overal onbegaanbaar. Ten zuiden van de Smalenbroeksweg ligt nog een oud spoorbruggetje. Ter hoogte van de vroegere kruising met de Arendsweg is nog een duidelijke hobbel in de weg aanwezig. Voorbij de vroegere spoorwegovergang is de spoordijk afgegraven en door de verkaveling van de landbouwgrond niet meer te herkennen.
Na 500 meter is in de Haarweg weer een duidelijke hobbel te herkennen. Na de kruising is de vroegere spoordijk weer aanwezig en begint het vroegere emplacement van grensstation Broekheurne. Op het brede talud staan vrijwel alle gebouwen uit de aanlegperiode van de spoorlijn. Langs de Arendsweg staan achtereenvolgens het voormalige stationsgebouw, de beambtenwoning en een dienstwoning. Aan de andere zijde van het vroegere Zuiderspoor staat de tot woning verbouwde goederenloods. Ook is een deel van de turfstrooiselfabriek die bij het emplacement is neergezet nog aanwezig.
De douanefaciliteiten van de lokaallijn komen niet in Enschede zelf, maar direct aan de Pruisische grens ter hoogte van het buurtschap Broekheurne. Het complex bestaat naast het stationsgebouw uit een goederenloods en meerdere dienstwoningen. Tien jaar na de opening van de spoorlijn is een turfstrooiselfabriek bij het emplacement neergezet. Vrijwel alle gebouwen zijn ook nu nog aanwezig. Het lange lage rechthoekige stationsgebouw kent een grote visitatiezaal voor de douane-activiteiten, een wachtkamer en een woning. Deze woning is in 1912 met een verdieping met plat dak verhoogd waardoor een opvallend eindgebouw ontstaat. Na het beëindigen van de treindienst is het gehele gebouw in gebruik als woning. Ook de naastgelegen dubbele woning voor douaniers en de bewaarde dienstwoning zijn nog altijd in gebruik als woonhuis. De drie gebouwen liggen direct aan de Arendsweg. Aan de andere zijde van het voormalige emplacement staan de tot woonhuis omgebouwde goederenloods en de restanten van de turfstrooiselfabriek. Het vroegere emplacement eindigt direct aan de Duitse grens.