De voormalige locomotiefloods en werkplaats van de NFLS in Stiens, 7 juni 2014.

De Noord-Friesche Locaalspoorweg-Maatschappij opent in 1901 de spoorlijn Leeuwarden – Metslawier. Twaalf jaar later verlengt de NFLS de lijn met bijna vijf kilometer tot Anjum. De spoorlijn en trein krijgen in de volksmond de bijnaam It Dockumer Lokaeltsje. De lokaallijn van 47 kilometer kent bijna twintig stations en haltes. Ondanks dat het reizigersvervoer in 1936 is opgeheven, blijven diverse stations- en haltegebouwen bewaard. Ook het oude spoorwegtracé dat eind jaren ’70 grotendeels is opgebroken, is vooral bij de woonkernen op diverse plekken in het landschap te herkennen.

Bij het verwijderen van de spoorlijn is ook de jarenlang ongebruikte spoorbrug over de Harlingervaart verwijderd. Ter nagedachtenis is het middendeel met draaischijf op de noordoever neergezet. Het brugdeel is in de zomer van 2019 echter verwijderd. Leeuwarden, 17 mei 2015.Tussen de dorpen is het tracé van de voormalige NFLS-lijn door ruilverkaveling vrijwel geheel uitgevaagd. Uitzondering is het traject Leeuwarden – Stiens dat pas in 1997 is gesloten en pas in 2011 grotendeels is opgebroken. Terwijl dat jaar de laatste delen van het netwerk van de NFLS verdwijnen, ontstaan de eerste plannen om delen van de verbinding te herleggen voor toeristische exploitatie. Zo is in Leeuwarden al anderhalve kilometer spoor blijven liggen en verschijnt rondom het gerestaureerde stationsgebouw van Marrum-Westernijkerk een klein emplacement met spoorwegmaterieel. Naast het station in Marrum zijn ook veel andere stationsgebouwen bewaard gebleven.

De foto’s op deze pagina zijn gemaakt op 7 juni 2014, tenzij anders vermeld.

LEEUWARDEN – STIENS

De in 2019 verwijderde herinnering aan de draaibrug over de Harlingervaart vanaf de noordelijke oever.Het baanvak Leeuwarden – Stiens is pas in 2011 grotendeels opgebroken en hierdoor enkele jaren later uiteraard nog goed te herkennen in het landschap. De boog van het stationsemplacement van Leeuwarden naar de brug over de Harlingervaart is echter gedeeltelijk uitgewist door de herinrichting van het bedrijventerrein. De brug over de Harlingervaart is direct na de definitieve sluiting van de spoorlijn verwijderd. Ter nagedachtenis is het middendeel met draaischijf op de noordelijke oever neergezet.

In Leeuwarden is tussen de Harlingerstraatweg en de Sem Dresdenstraat ruim anderhalve kilometer rails van de voormalige NFLS-lijn blijven liggen. Begin 2014 is tussen de rails, bovenop de spoorbielzen een wandelpad aangelegd. Voorbij de Sem Dresdenstraat loopt de rails nog enkele honderden meters door richting de vliegbasis van de Friese hoofdstad. Van het emplacement Leeuwarden Halte is niets meer terug te vinden. Het bijbehorende stationsgebouw is in 1970 gesloopt.

Aan het slotenpatroon is de boog tussen het emplacement van Leeuwarden en de brug over de Harlingenvaart grotendeel terug te vinden. De spoorlijn loopt min of meer onder het rode bouwwerk door, langs de halfronde loodsen op de achtergrond. Leeuwarden, 17 mei 2015. Achter de gebouwen van het WTC is de voormalige spoorlijn een enkele tientallen meters te volgen via een pad. Vanaf de Harlingerweg zijn de rails blijven liggen. Tussen de rails ligt een pad. Bij elke kruising met andere wegen en paden zijn andreaskruizen neergezet. Terwijl onder het pad de bilzen nog aanwezig zijn, is ook het grind langs het pad blijven liggen.
Het voormalige spoorwegtracé aan de westzijde van Leeuwarden. Detailopname van de bevestiging van de spoorstaaf. Het pad tussen de rails eindigt bij de kruising met de Sem Dresdenstraat. Na de Sem Dresdenstraat loopt de zwaarbegroeide spoorlijn nog enkele honderden meters door tot bij de vliegbasis.

Het voormalige stationsgebouw van Stiens in de tijd dat er nog rails lag, voorjaar 2001.Tussen de vliegbasis Leeuwarden en Stiens is het voormalig spoorwegtracé nog duidelijk herkenbaar in het landschap. In de spoorwegovergangen in Jelsum en Cornjum is bovendien nog enige tijd de rails blijven liggen. Inmiddels is het complete traject vanaf de Brédyk tot in Stiens in gebruik als geasfalteerd fietspad.

Het stationsgebouw van Jelsum raakt na een bombardement in 1944 zo zwaar beschadigd dat het hierna is gesloopt. In Stiens opent de NFLS in 1901 het enige stationsgebouw van het type eerste klasse. Na het beëindingen van de stationsfuncties blijft het gebouw als woonhuis bewaard. Ook staat in Stiens de voormalige locomotiefloods annex werkplaats van de spoorwegmaatschappij. Het uitgebreide emplacement is, nadat de rails zijn verdwenen, niet bebouwd maar veranderd in een open terrein met grasland en volkstuinen. Een paar honderd meter ten noorden van het station is ter hoogte van de voormalige spoorlijn een nieuwbouwwijk verrezen.

Tussen de vliegbasis Leeuwarden en Stiens is het voormalige spoorwegtracé goed te volgen en grotendeels ook goed toegankelijk. Later is hier een fietspad aangelegd. Jelsum, 7 juni 2014. De restanten van de spoorlijn ter hoogte van Cornjum. Het voormailge spoorwegtracé tussen Cornjum en Stiens. Tussen Jelsum en Stiens is de rails in alle spoorwegovergangen blijven liggen.
Aan de zuidzijde van Stiens loopt het voormalige tracé dood op de landhoofden van de voormalige brug over de Stienstervaart. Na 500 meter begint het uitgebreide emplacement van Stiens. Op de voorgrond ligt het balastbed van de laatste sporen die tot 2011 in het dorp te vinden waren. Links staat de bewaarde voormalige locloods en werkplaats. Het voormalige stationsgebouw van Stiens op 7 juni 2014. De rails is verdwenen en de heg op de perronwand is gegroeid. Na het stationsgebouw is het voormalige tracé nog enige tijd als groenstrook aanwezig.

Op de onderstaande kaarten is de veranderende situatie in en om Stiens te zien. Op de middelste kaart aan de oostzijde van het station enkele nieuwe sporen te zien. NS breidt het emplacement van Stiens halverwege de jaren ’70 uit zodat al het aardappelvervoer via het dorp plaats kan vinden en de resterende delen van het NFLS-net opgebroken kunnen worden.

Update 2023: Inmiddels is het voormalige spoorwegtracé tussen Jelsum en Stiens in gebruik als fietspad. Op het voormalige emplacement is een woonwijk aangelegd, waar de woningen in de vorm van enkele treintjes met locomotief om de voormalige locomotiefloods zijn neergezet. De loods zelf is geheel gerestaureerd.

De oorspronkelijke situatie in en om Stiens in de jaren '30. De aftakking onderaan de kaart leidt naar de locomotiefloods. Stiens halverwege de jaren '80. Terwijl de sporen van zowel de oostelijke als de westelijke tak van het NFLS-net grotendeels zijn opgebroken, heeft NS ten noorden van het station een nieuw emplacement voor het aardappelvervoer aangelegd. De situatie in Stiens anno 2015. Binnen de komgrenzen is het verloop van de spoorlijn nog duidelijk te zien. Daarbuiten zijn de sporen van de lijnen naar Dokkum en Tzummarum grondig uitgewist.

STIENS – HOLWERD

Het opvallende monument vlakbij de plek van de voormalige halte Finkum op 7 juni 2014.Buiten Stiens zijn kleine gedeeltes van de voormalige spoorlijn onder andere door de ligging van sloten en paden in het landschap te herkennen. Door ruilverkaveling zijn echter ook grote gedeeltes onherkenbaar verdwenen. Vanaf Finkum is ongeveer 300 meter van de voormalige spoorlijn via een fietspad te volgen. Het haltegebouw van het dorp is echter gesloopt. Ter herinnering aan de halte is een opvallend monument neergezet. De voormalige spoorhaven aan de Finkumer Vaart is bewaard gebleven als kleine jachthaven ’t Spoardok. Over de vaart ligt een fietsbrug die rust op de landhoofden van de voormalige spoorlijn. In Hijum is het haltegebouw bewaard gebleven. De nabijgelegen voormalige overweg is voorzien van vastgemetselde slagbomen en een bijpassend tegelpatroon in de bestrating. Vanaf hier is het tracé opnieuw enkele honderden meters als fietspad te volgen. Het pad loopt dood op het bewaarde landhoofd aan de zuidzijde van de Hijumer Vaart. In Hallum is het stationsgebouw gesloopt. Op de plek van het voormalige station staat inmiddels een garagebedrijf. Met een beetje fantasie is in het bijzondere gebouw van het bedrijf een locomotief met korte goederentrein te herkennen.

Het stationsgebouw van Marrum-Westernijkerk, drie kilometer verder, is in 2004 aan de buitenzijde geheel in oude staat gerestaureerd. Langs het perron voor het stationsgebouw liggen enkele meters rails waarop in maart 2013 Locomotor 320 en ruim een jaar later een stoomlocomotief zijn geplaatst. In juli 2015 zijn twee gerestaureerde coupérijtuigen achter de stoomloc neergezet. Hierna is de locomotief in historische NFLS-kleurstelling geschilderd. Vanaf oktober 2015 is het geheel in gebruik als pannenkoekenrestaurant. In de daaropvolgende jaren is het emplacement en het materieelpark van de zogenaamde Marrumer IJzeren Spoorweg Maatschappij verder uitgebreid. Zo komt ook achter de sik een rijtuig te staan en komt aan de straatzijde van het stationsgebouw een gerestaureerde goederenwagon met daarin toiletten. In mei 2022 zijn vier slaaprijtuigen aan de collectie toegevoegd en is het ook mogelijk om bij het station te overnachten.

Bij de brug over de Finkumer Vaart staat nog een authentieke hectometerpaal. De landhoofden van de voormalige spoorbrug over de Finkumer vaart worden verbonden door een fietsbrug. Ten noorden van Finkum volgt een fietspad enkele honderden meters het voormalige spoorwegtracé. Waar het fietspad een knik naar rechts maakt, ging de spoorlijn echter rechtdoor. Hoewel het spoorwegtracé tussen Finkum en Hijum grondig is uitgevaagd, is het haltegebouw van Hijum bewaard gebleven.
Het pad op het voormalige spoorwegtracé bij Hijum. Het noordelijke landhoofd van de voormalige brug over de Hijumer Vaart. Het gerestaureerde stationsgebouw Marrum-Westernijkerk. In de jaren na deze foto is het emplacement uitgebreid tot vier sporen en is ook het materieelpark van de MIJSM ten behoeve van restaurant de Pannenkoekentrein verder uitgebreid. Bij Blija is de voormalige spoorlijn over een lengte van een kilometer via een pad te volgen.

Vanaf station Marrum-Westernijkerk is de voormalige spoorlijn weer enkele honderden meters over een onverhard pad te volgen. In Ferwerd is het stationsgebouw verdwenen, maar is de oude NFLS-lijn vanaf de bewaarde spoorbrug over de Burmania Vaart ruim een kilometer lang over verschillende wegen en paden te volgen. Tussen het dorp en Blija en een deel van het voormalige tracé te herkennen als kaarsrechte strook tussen de landbouwgronden. Vanaf de Vogelzangsterweg is 750 meter van het baanvak via een pad te volgen. Langs het pad ligt het bewaarde haltegebouw van Blija. Ook in Holwerd is het voormalige stationsgebouw bewaard gebleven. Het gebouw is echter met diverse bijgebouwen uitgebreid en vrijwel onherkenbaar verbouwd. De voormalige spoorlijn is aan de rand van het dorp zo’n anderhalve kilometer te volgen via verschillende paden en wegen.

Het voormalige stationsgebouw van Blija op 7 juni 2014. Ook bij Holwerd is de voormalige spoorlijn ruim een kilometer te volgen. Van de voormalige spoorbrug over de Holwerder Vaart zijn niet alleen de landhoofden maar ook de originele liggers bewaard gebleven. Het voormalige stationsgebouw van Holwerd is door verschillende aanbouwen vrijwel onherkenbaar. Op de voorgrond ligt de voormalige losweg.

HOLWERD – DOKKUM – ANJUM

Het voormalige stationsgebouw van Ternaard is eveneens bewaard gebleven. Het is sinds de sloop van stationsgebouwen aan de spoorlijn Sauwerd – Roodeschool in de jaren ’70 het meest noordelijk gelegen stationsgebouw van Nederland. Bij het dorp is de grote boog van 90 graden die de voormalige NFLS-lijn maakt, duidelijk te herkennen in het slotenpatroon. Het haltegebouw van de stopplaats Hantum en het stationsgebouw Dokkum-Aalsum zijn verdwenen. Ten noorden van Dokkum is de spoorlijn echter wel weer bijna een kilometer te volgen over de weg met bijpassende naam ‘Spoarbaan’. Ook de Rondweg Noord volgt een deel van het traject.

Tussen Dokkum en Metslawier zijn grote delen van de voormalige spoordijk blijven liggen. De dijk is echter niet overal toegankelijk. In Metslawier is het stationsgebouw bewaard gebleven. Het gebouw is echter wel grondig verbouwd. Het haltegebouw van Morra-Lioessens is geheel gerenoveerd. Van het voormalige eindpunt Anjum zijn het stationsgebouw en de kleine locloods, voorheen geschikt voor één locomotief en inmiddels een dubbel woonhuis, bewaard gebleven. Beide zijn verbonden via een onverhard pad, de Skânserwei.

Begin 2011 is de Stichting Noord-Friesche Locaalspoorweg-Maatschappij opgericht. De stichting wil delen van It Dockumer Lokaeltsje herleggen om het toerisme in de regio te bevorderen, bijvoorbeeld door spoorfietsen mogelijk te maken. Bovendien wil de stichting de spoorlijn na Anjum verlengen naar een vakantiepark aan het Lauwersmeer. Vooralsnog verschijnen alleen enkele andreaskruisen bij voormalige overwegen.